dinsdag 1 juli 2014

Telefoon.

Ik zeg dat ze niet hoeft te excuseren. Bij tranen hoort geen 'sorry'. Tranen mogen altijd.
Dan is het weer even stil. 
Zij snikt, ik zucht. 

Troost, ik heb daar precies te weinig woorden voor. 

We zijn duizenden kilometers uit elkaar.
Er zit vijf uur tijdsverschil tussen haar nacht en mijn avond. 

Ik weet dat ze sterk is en ik zeg het haar. 
Ik doe ook maar mijn best. Ik probeer ook maar wat. 
Ik zeg wat, ik zeg nog wat en hoop dat het niets verkeerds is. 
Ik luister. Ik probeer te begrijpen wat zij wil zeggen. 

Ik wou dat ik daar was. 
Ik zou op mijn fiets springen naar die ene vriendin. 
Ik zou de deur opendoen in het midden van de nacht voor de andere. 

Tussen ginder en hier verdwijnen brieven, blijkbaar. 
Dat maakt me triest. 
Waar liggen die woorden dan? Ze zijn van mij. 

Ik verlang ernaar om thuis te zijn.
Om chocomelk te maken voor de ene vriendin en een fles rode wijn te openen voor de andere. 
Om een dekentje te delen. Om te zeggen dat het allemaal goed komt. 
Om te zeggen dat ik het ook allemaal niet weet. 

Folon - Everyman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten