dinsdag 26 november 2013

Aprender Español nó es fácil!

Al dat geleuter over taal. Ik word er gek van.
Ik zou Spaans wel vanzelf leren, dat komt wel. YEAH RIGHT.

Ofwel wordt het leren van een nieuwe taal door iedereen in mijn omgeving totaal onderschat, ofwel wordt mijn intellect overschat. Ik denk het tweede.

Ik vind het super moeilijk. Voilà, het is niet anders. Ondanks mijn basiskennis, rolt er geen enkele deftige zin uit mijn mond. Wat woorden ja, zodat ik uiteindelijk de juiste bus neem of iets bestel zonder prik voor Oona. Maar meer dan dat? Oh nee. Totaal gesukkel en dat frustreert me.

Michiel heeft de laatste tijd goed gestudeerd en heeft me bijna ingehaald. Zijn grammatica-kennis is veel beter dan die van mij. Qua vocabulaire merk ik dat hij nog lang moet nadenken over woorden en er ook nog wel wat minder kent. Maar toch, voor iemand die in juni nog geen woord Spaans sprak...

Maar daar staat het dus: Michiel heeft gestudeerd. En dat is het enige wat er voor mij ook aan te doen is: vanaf nu moet ik elke dag gewoon studeren. Droge grammatica. De pretérito imperfecto, de condicional simple, het verschil tussen por en para, en alle duizenden uitzonderingen die er bestaan. Om van de juiste spelling nog maar te zwijgen.

En dat is behoordelijk kut (excusez-le mot) want ik vind dat totaal, totaal niet leuk. Grammatica dat is zoals wiskunde, en daar is mijn hoofd niet op gemaakt. Ik heb enkel een dom verstand dat heel gemakkelijk weetjes kan onthouden. Ik kon in mijn studietijd perfect veel dingen voor een paar uur opslaan (tot net na het examen, ideaal dus). Zolang het maar échte dingen zijn. Geen abstracte regels zoals grammatica. En ja, ik heb ooit Latijn-moderne talen gestudeerd, maar dat was gewoon omdat er geen andere optie was: in wiskunde en wetenschappen was (ben) ik een nul en economie zei me toch ook niet veel.

Om het plaatje compleet te maken, voegen heel wat mensen dan ook nog fijntjes toe: Spaans is een gemakkelijke taal, zeker als je al wat Frans kent. Maar mijn Frans is ook totaal belabberd en dat die twee op elkaar lijken zorgt alleen voor verwarring! Jaja, er bestaan dus mensen mét een universitair diploma die niet goed zijn in talen... Zelfs een Engels boek zal ik nooit voor het plezier lezen.
Maar op een of andere manier denkt iedereen dat ik hier gemakkelijk zal kunnen aarden en dat ik na enkele weken vloeiend Spaans spreek. Niet dus. Een excuus zou kunnen zijn dat ik tot nu toe ook niet veel gelegenheid kreeg om Spaans te spreken, Michiel is echt ondergedompeld met urenlange vergaderingen in het Spaans, ik hou het bij superkorte gesprekjes in de winkel etc. Dat is een slecht excuus. Want het is een vicieuze cirkel: zolang ik slecht Spaans spreek en niet uit mijn woorden kom, ga ik ook niet echt in gesprek met de man naast me op de bus, maar houden we het op wat kort feitjes uitwisselen (Bélgica, invierno ahora, sí me gusta este pais).

En donderdagavond werd ik hier plots heel ongelukkig van. Het leek wel een gigantische berg (pakweg, een berg in de Andes een paar duizend kilometer verder want in heel Uruguay is geen berg te vinden) waar ik tegenop zie en geen idee hoe ik boven moet geraken... Maar er is geen andere weg dan stap voor stap en af en toe terug naar beneden. Dus ik ben alvast begonnen met de uitzonderingen in de tegenwoordige tijd (ging vrij vlot) en de verleden tijd die je gebruikt om te vertellen wat je gisteren hebt gedaan (valt dik tegen, zóveel uitzonderingen). Combinatie van een grammaticaboekje en een smartphone-app met vervoegingsoefeningen.

Vervoeging van de Spaanse werkwoordenSpaanse Les - screenshot

Vanaf vanavond is het helemaal mensens: Spaanse les. Mijn eerste idee voor we hier waren was om groepslessen te nemen, dan is dan meteen een leuke gelegenheid voor vlot sociaal contact. Maar ik zie hoe snel Michiel vooruit gaat met privélessen en dan is de keuze toch gemaakt. Hij heeft een goeie leraar, Antonio, over wie ik weinig meer weet dan dat hij een hele luide stem heeft en medelijden met ons heeft als veggies in dit vleesminnend land. Vanaf vandaag komt hij twee keer per week naar ons thuis. 's Avonds, als Oona slaapt, wordt het zweten. Met huiswerk en al. En ik doe dat dus echt niet graag.

Héhé, dat lucht op.
Ik begin aan de bergbeklimming der Spaanse taal, bespaar jullie verder mijn frustraties onderweg en ga echt mijn best doen om op het einde van dit jaar deftig Spaans te spreken. Een realistische doelstelling noemen ze dat. Míjn doelstelling, en niet die van iedereen die goedbedoelend tegen mij heeft gezegd dat het allemaal vanzelf zou gaan en dat ik al na een paar maanden, of zelfs weken, perfect Spaans zou spreken.

vrijdag 22 november 2013

Tripjes in Uruguay: Punta del Este

Het is zondagavond. We hebben pannenkoeken gegeten. Dat gebeurt wel vaker. Maar nu hebben we zicht op zee. Lichtjes in het haventje. Auto's die af en aan rijden: iedereen wil van de laatste avondzon genieten.
We zitten in een appartement in een toren op de elfde verdieping. Dit appartement is nu een jaar van ons. We hebben al wat spullen gekocht. Een garde is essentieel voor het maken van pannenkoeken. Een wafelijzer hebben we ook nodig voor heimwee-zondagen. En wijnglazen: wie heeft er nu genoeg aan twee?

Zondag trokken we erop uit met de huurauto.
Punta del Este ligt een dikke 100 km verder naar, inderdaad, het oosten. Het is het puntje waar de Rio Plato overgaat in de oceaan. Ik verbeter dus mijn tweede zin: we hebben zicht vanuit ons appartement op een rivier die eruit ziet als een zee. Even bruin als de Noordzee maar toch anders: weidser en met palmbomen. Aan Montevideo is de riviermonding (want dat is het dus theoretisch) ongeveer 200 kilometer breed. Maar inderdaadd, het zeewater proeft er minder zout.
Maar zondag waagden we ons op de Uruguayaanse wegen (vermoeiend rijden, ongelofelijk opletten voor voetgangers, moto's die spookrijden op de pechstrook en het voortdurend plotse opduiken en verdwijnen van rijstroken die dan vervolgens niet worden gerespecteerd). Maar het was een heerlijke dag met een heerlijke zon.




Eerste stop was Casa del Pueblo: een wit kasteel voor kleine meisjes of een kunstenaarshuis op een heuvel op een landtong voor wie groter is. Je hebt prachtig zicht op twee baaien en het huis zelf is leuk: Gaudí meets Hundertwasser of zoiets. De kunstwerken zijn minder de moeite. Maar Oona vond het allemaal goed en zo was het hier ook Kunstendag voor Kinderen.



Niet aankomen, dat hebben we veel gezegd. En ik zou het moeten leren in het Portugees (veel Braziliaanse toeristen) en zelf voortdurend willen zeggen tegen dames van allerlei slag want ze strelen voortdurend Oona haar blonde haren. Ze wordt er voorlopig vooral verlegen en nog niet gek van. Nog meer gekir uiteraard wanneer ze haar grote verlegen ogen opzet en haar kleine pruillipje bovenhaalt. En ik glimlach, want ik kan mijn trots onmogelijk verbergen. Dit mooie wonder is van mij. Van ons.

We reden verder naar door naar de stad zelf en aten en meer dan behoorlijke pizza bij Miró (Kunstendag voor Kinderen, ik zei het al). Daarna langs het strand langs de Dedos, de vingers dus. Daar hebben de reisgidsen allemaal foto's van die niet overeenkomen met het afgeleefde kunstwerk. Maar voor wie net heeft geleerd 'Uimeke duimeke, hoge toren,...' (of 'Olleke Bolleke, ...) is zo'n reuzenduim fantastisch.


We wandelden verder naar de haven. Daar proberen een aantal schippers boottochtjes te verkopen naar een eilandje iets verderop waar een hele kolonie zeeleeuwen te bewonderen is, zonnend en zwemmend. Maar zover hoef je niet te gaan. Want naast de vissersboten, waar de vissers de vis fileren en hun netten schoonmaken, zien we iets onder water. Inderdaad, een kleine zeeleeuw.
Iets verder zit er een groepje van drie zeeleeuwen, waaronder een reusachtig mannetje. Toeristen geven visresten vanaf de kade. Een vreemde belevenis: zo'n grote beesten, veel dichterbij dan in gelijk welke dierentuin, maar zijn dit nog wilde dieren? En als we nu wél dat dure boottochtje zouden maken, dan het zijn toch diezelfde, niet-mensschuwe beesten dus die we zien. Is dat dan beter/authentieker?
Oona vond het super, ze kon ze goed zien en was opgelucht dat we er veel hebben gezien.



Bij zo'n zee/zon/toeristendag hoort een ijsje uiteraard, maar de kleine portie was veel te veel en nu ook weer niet zo lekker.

Punta del Este wordt het Saint-Tropez van Zuid-Amerika genoemd maar ik zou het niet kunnen bevestigen want ben daar nog nooit geweest. Bij de wolkenkrabbers zijn er echt een aantal mooie gebouwen bij en alles straalt veel rust uit, geen opgejaagd Blankenberge-gevoel als je begrijpt wat ik bedoel. Met  27°C is het natuurlijk nog maar lente en bovendien was het zondag. De zomervakantie start ongeveer binnen een maand en dan zou het hier heel druk zijn.



We komen zeker nog een keertje terug. Maar nu, naar huis.
Lees je dat? Naar huis! Heerlijk is dat, naar ons appartementje.
Zeker als Michiel dan pannenkoeken bakt.

woensdag 13 november 2013

Geen taal nodig

We zijn op een domme plek. In een fastfood restaurant. We zijn hier want ik snak naar koffie na een nacht waar slaap niet kwam. Zij snakt naar spelen. We zijn de hotelkamer beu, genoeg gekleurd, gevochten, geplakt, gekieteld, verstopt. We ontvluchten de leegte van deze weken: soms hebben we niet genoeg aan elkaar. 

Het speeltuig is in tegenstelling tot veel in dit land niet afgeleefd. Veilig zelfs. Een positief gevolg van de globalisering: universele normen voor veiligheid. De universele kwaliteitsnormen voor koffie worden helaas niet gevolgd. Maar ik ben tevreden want ik mag toeschouwer zijn. Ik zie hoe zij een spel verzinnen.

Een meisje met mooi ingevlochten haar loopt wat doelloos in een cirkel rond en kijkt naar Oona. Ze stopt abrupt en dan gebeurt precies wat ze had verwacht. Oona doet haar na. Ze loopt exact dezelfde cirkel, alsof hij met krijt op de grond beschreven staat. Nog een keer. Nog een keer. Ze kijken naar elkaar, hun blik is onbevangen en zeker drie seconden blijven ze gewoon kijken. Ik voel afgunst voor de vrijblijvendheid van hun kennismaking. Ik durf al jaren niet lang meer kijken, ik verken een nieuwe wereld met duizenden korte blikken. En ik durf niet zomaar een spel te beginnen. 

Nu draait Oona zich om. Ze lopen de andere richting uit. Nog een keer. Nog een keer die cirkel. En dan ziet het meisje een trapje. Ze stopt weer abrupt zodat Oona weet dat er iets komen gaat. Ze loopt naar het trapje, stapt er voorzichtig op en stapt dan zijdelings. Oona volgt, uiteraard. Ze struikelt, krabbelt recht en ook dat is dan meteen deel van spel. Daar vertrekken, doen alsof je struikelt, rechtkrabbelen, het trapje op, draaien, opzij, opnieuw. Zelfs het moment voor klein gilletje is bepaald: als je bijna aan het trapje bent, daar. En dan kijken ze bevestigend naar elkaar.

Deel drie van hun spel: iets met handen. De hare groter dan van Oona. Handen naast je lichaam, vingers spreiden en dan je vingers buigen. Welk dier verbeelden ze? En verbeelden ze wel hetzelfde dier? 

Er wordt geen woord gezegd. Het spel loopt ten einde, de moeders willen naar huis, ze kijken nog eens en waaien naar elkaar. 

zaterdag 9 november 2013

Eten in Montevideo - deel 1

Meer dan drie weken voorbij en nog niks gezegd over eten, hoe is het mogelijk. Ik, met al mijn herinneringen die verbonden zijn aan eten. Als ik diep moet denken om iets te herinneren, helpt het vaak om eerst te denken wat ik toen at.

Een eerste impressie van het voedsel in dit land! (Compleet zonder foto's omdat ik nog amper foto's heb getrokken en daar sowieso al slecht in ben. Helaas voor u trouwe lezer.)
  • Carne (vlees). uiteraard. Ik was gewaarschuwd en terecht.
  • Asado. Dat is waar het vlees op wordt klaargemaakt. Een soort van barbecue, maar dan behalve buiten (een gemeenschappelijke bbq bovenop het flatgebouw waar je woont is hier heel normaal) ook binnen  (op straat hangt rook, binnen niet, er zijn hier goede afzuigsystemen). Er wordt een vuur gestookt met houtblokken, verticaal. De assen die naar beneden vallen worden dan een beetje naar voor getrokken en daarboven is een rooster waarop het vlees wordt gebakken.
  • Pescado. Ik had het eerst niet verstaan, want door dat vreemde dialect valt de s hier weg. Pecado zeggen ze dus, oftewel, vis. Gelukkig belandt dat ook op de asado zoals we hebben mogen proeven bij Perdiz, meteen het beste restaurant waar we zijn geweest
  • Té para dos. Heerlijke gewoonte van de Urugauyasos om van een eigen versie van de high-tea te genieten. Je kan hier op veel plekken tussen 17 en 20u met twee genieten van thee (koffie mag ook), sandwiches met ham en kaas, scones en een stuk taart. Helaas teveel dulce de leche, zie verder. Geproefd bij Cake's (de sfeer deed me denken aan Désiré de Lille) maar wij waren niet super enthousiast over de taarten, in tegenstelling tot veel anderen op Tripadvisor. Ook geproefd bij Philomène, heel gezellige plek maar al dat gebak is echt te zoet (en appels moet je schillen voor je ze in taart draait). Dus heerlijke gewoonte, middelmatige kwaliteit.
  • Pasta. Gelukkig, gelukkig zijn de Italianen toch overal op de wereld geweest. En hier kunnen ze echt pasta maken. Als je hier voor pasta kiest, kan je gerust zijn. En vaak te vinden in veggie/vis versie. We aten lekkere ravioli's bij Mamma Nostra en haalden ook eens verse pasta en saus af bij Santa Paula  (die 4-kazensaus was minder, zoals te verwachten, zie verder)
  • La noche. Ze eten hier laat. Rond 21u begint het pas echt. Redelijk ondoenbaar met een dochter van twee. We zoeken de restaurants die vroeg openen (20u) en Oona glijdt als vanzelf in een ritme van een lange middagdut en laat in bed. 
  • Pimiento. Peper in de reet. Dat mist hier. Kruiden in het algemeen. Empañada con verduras: dat is dus een deegflap met groenten. Bijvoorbeeld alleen spinazie. Geen kruiden. Bwaa ja. Na twee happen heb je het ermee gehad. In de supermarkt ligt er nochtans verse bieslook, basilicum, oregano,...
  • Dulce de leche. Het alternatief voor choco. Ik vind het vreselijk. Het is mierzoet, een soort smeerbare caramelpasta.Maar dat is niet het probleem. Het probleem is dat het overal op en in zit. Koekjes, ijsjes, chocomousse, yoghurt, taart, cake,... Moeilijk te ontwijken als je zoals ik (wij) houdt van een koekske en een taartje zo nu en dan, of waarom niet, elke dag.
  • Queso. Kaas is een ramp. Hoe ga ik dát overleven. Er zijn veel verschillende soorten kaas, maar ze smaken hetzelfde. Of nee, ze smaken allemaal niet. Het wordt gewoon kaas genoemd om het ook wit/geel is, in slierten trekt en bovenop pasta en pasteien wordt gestrooid. In de supermarkt vind je een paar geïmporteerde kazen, maar reken gerust op een euro of zeven voor een supermarkt-camembert. 
  • Vegetariano. Montevideo is een wereldstad dus ze weten hier wat het is, een vegetariër. Er zijn, volgens Tripadvisor, 8 restaurants in Montevideo waar je een ruime keuze aan vegetarische gerechten hebt. Bij La Vegetariano waren er lekkere dingen (gegrilde groenten, een zoute gevulde pannenkoek) maar ook vreselijke dingen (een schoenzool-soja lap). Het neonlicht en het feit dat we de enige waren in het restaurant hielp ook niet echt. Verder hadden we pech: twee andere veggierestaurants waren toe op het moment dat wij er waren (zie verder) en het feit dat niet elke plek een website heeft, dat helpt niet.Ondertussen ook wel Bosque Bambu ontdekt: vegetarisch meets Taiwan meets Uruguay. Zeker 6 bereidingen met aubergine in het gigantische buffet, we gaan zeker terug. Het is een soort aziatische versie van Ahaar in Antwerpen (even ongezellig dus ook) maar je kan er ook afhalen. We'll be back!
  • Lacrima. Er zijn koffiebars, al moet je er iets meer naar zoeken dan in onze hipster hometown. Gestoomde melk met een traantje koffie, dat smaakt bij lentezon en Oona gebabbel. Of een submarino: gestoomde melk met een reep pure (jeuj!) chocolade.
  • Mate. Thee dus. En dat is nogal bijzonder hier. Maar daar zal ik eens een aparte blogpost over schrijven zodra ik het zelf geproefd heb. Ik kan moeilijk op een Uruguayaan afstappen en vragen of ik van zijn Mate mag proeven.
En Oona die eet hier fantastisch goed. Zelfs rauwe tomaat en komkommer gaat er vlot in. Brood is nog altijd favoriet, maar ze vraagt bijna zelf om fruitsla bij het ontbijtbuffet.

Smakelijk!

Ah ja, ik schreef als titel deel 1. Gezien het feit dat ik nogal graag eet, zit die kans er dik in dat dit een vervolgreeks wordt.

donderdag 7 november 2013

Hoe geraak je aan 1800 dollar in Montevideo.


We moeten US$1800 cash betalen voor de administratie van ons appartement.


In dollars dus want alles wat wat duurder is (elektronica, huur van deftige appartementen, chique kleren,...) betaal je hier in dollars. De koers van de Uruguayaanse pesos is veel te wispelturig.
We moesten dat vandaag betalen maar dat is niet gelukt.  Door een andere administratieve kwestie is het gelukkig uitgesteld tot morgen.

Op onze rekening staat veel meer dan 1800 dollar. 
We zijn nu al 48 uren hiermee bezig en hebben nog altijd maar 900 dollar.

Je kan hier in Uruguay aan de bankautomaten maximum 300 dollar afhalen per keer.
Je zou meer kunnen afhalen bij de bank, maar we hebben nog geen bank. We hebben nog geen adres en dus geen bank. Dus we moeten het met onze buitenlandse kaarten doen.

Met maestro geld afhalen is het voordeligste.
Maar dat werkt niet, nergens precies.
Daarom dan maar met visa.
Dat is duur.
Bovendien zit daar een limiet op. Die is nu verhoogd (we hebben gelukkig goede connecties bij de bank).
Je kan dus 300 dollar afhalen per keer én er er is een daglimiet van 600 dollar waar onze bank niks aan kan doen.
Je moet dus zes keer gaan. Dat is dus drie dagen twee keer.
We konden uiteindelijk 900 dollar afhalen.
Maar dan zitten er blijkbaar geen dollars in de automaten.
Dan maar pesos die zullen wisselen voor dollars (weer extra kost).


 De visa kaarten blokkeren nu helemaal, ook geen pesos meer.
Als we het proberen, blokkeert de automaat. Ook voor de andere mensen. Vervelend.

We hebben eind volgende week 9000 dollar nodig. Dat moeten we op een geblokkeerde rekening zetten. Dat kan niet gestort worden, maar moet ook cash naar de bank. Dat zou 30 keer afhalen betekenen over 10 dagen. In de veronderstelling dat er steeds dollars in de automaten zitten.
Daar wordt nu een andere oplossing voor gezocht. Oh god, ik hoop het.

We zijn weer twee uur later. Michiel gaat na een tip van een collega nog eens proberen. We moeten blijkbaar voor maestro 'mastercard international' kiezen. Raar, maar het werkt. Hij kan 400 dollar afhalen. 300 en dan nog eens 100. Maar de daglimiet voor Maestro is blijkbaar 400 dollar.

Nog steeds 500 dollar tekort. Michiel zijn collega wil voorschieten. Dan kunnen we morgenvroeg het geld geven. Vervolgens kunnen wij op twee dagen 500 dollar afhalen en zijn collega terugbetalen.

Intussen betalen we zoveel mogelijk met onze visakaart. Dan accepteren ze hier gelukkig overal, vanaf 2,5 euro. Maar ik wil niet weten hoeveel Visa al aan ons heeft verdiend: elke keer dat we iets betalen met Visa én elke keer dat we geld afhalen met Visa.

En we moeten ook twee bedden kopen. Want het appartement heeft geen bedden. Maar eerst zien hoe we dat dan weer gaan betalen.

En verder nog iets leuks gedaan vandaag? Bwa, niet echt. Oona deed van stout kindje vandaag. Ik liet een kom erwtjes in saus vallen in de kitchenette (semi-vers koken heet dat hier, want stoute kindjes om 20u nog meenemen op restaurant is geen goed plan). Ik vraag me af of ik Oona naar een crèche kan sturen waar er schimmel op de muren groeit, maar maar ze wel een mini-moestuin hebben.
Morgen wordt alles beter want het is absurd om mijn humeur te laten afhangen van een voze visakaart.


zaterdag 2 november 2013

Administratie

Oh, ik ben het beu. Al dat geregel.

En het regent en er is mist. Dat is niet goed voor mijn heumer.
Michiel heeft dat gisterenavond handig opgelost: veel rode wijn + ijsje met chocoladesaus (roomservice! we moeten ook de positieve kanten zien van ons hotelleven) + Borgen III

Woensdag een halve dag doorgebracht bij immigratie. Dat komt wel in orde, ze hebben in elk geval al een vingerafdruk van ál mijn vingers. Wel vreemd dat we hier een 'permanente residentie' krijgen en dus ook een Uruguayaanse ID-kaart, maar bon, dat wordt allemaal geregeld door onze relocation manager dus die zal het wel weten.

Die relocation manager  is deel van de ergernis. Onze Jennifer vindt alles gevaarlijk en niets goed genoeg. Een taxi nemen is al een te groot risico volgens haar (en we nemen kei veel de bus, oh-oh, ze moest eens weten). Dat ene appartement ligt te afgelegen. In die andere buurt is teveel wind. En daar teveel verkeer, doodgevaarlijk voor Oona.  En wij weten er allemaal niks van, we kennen het land en de gebruiken niet en zij weet alles. In dit soort verhoudingen kan ik erg vervelend/betweterig zijn. Zeker omdat daar zo'n toontje bij komt... Jullie weten wat ik bedoel. Iemand die zogezegd het beste met ons voor heeft, maar eigenlijk netjes al haar uren doorfactureert naar Michiel zijn bedrijf voor dingen die ik ook zélf kan doen (ik moet me toch met iets bezighouden). Blijven lachen, blijven luisteren, knikken af en toe en wat eigenwijsheid tussendoor. Als die hele relocation in orde is, dan is zij ook van het toneel verdwenen.

Wat positieve dingen voor jullie denken dat ik hier ongelukkig ben
  • lekkere verse pasta gevonden, echt njammie
  • leuke ontmoeting vorig weekend met Katherine en Karl, die heerlijke veggie cannelloni hadden gemaakt (Jeroen Meus = held) en een schattig dochtertje hebben. Al had Oona liever het speelgoed zónder het kindje
  • We hebben van hen het boek van Pluk van Petteflet mogen lenen. Heerlijke voorleeskwartiertjes in het grote bed en ook al begrijpt Oona niet alles, ze geniet er met volle teugen van (en wij ook, het is hier een beurtrol)
  • elke ochtend ontbijtbuffet met verse fruitsla
  • speeltuintje gevonden aan een haventje, vol roestige spijkers maar mét een paard waar Oona helemaal weg van was
  • de zee, de zee, de zee, daar ben ik toch blij om, ondanks dit slechte weertje (ook voor de tijd van het jaar naar 't schijnt)
  • nóg een goeie boekenwinkel gevonden. Het eerste boek waar mijn oog op viel was een vertaling van de Engelenmaker van Stefan Brijs, straf hé. 
  • de boekenteller staat op 4
Het uitzicht, sorry heb niet meteen een betere foto.
U ziet een kerk (nog niet binnen geweest) - het Sheraton hotel - een shopping center - de zee (jaja, even grijs als de wolken nu).



Ps: en Michiel? Die is waanzinnig goed bezig. Zeven uur aan een stuk vergaderen in het Spaans. En toen werd er overgeschakeld op Braziliaans Portugees. Nu moet hij een 2000tal pagina's telend Spaans milieudocument screenen op onduidelijkheden. En hij vindt dat plezant!
-