woensdag 30 december 2020

Villa Kakelbont en een wijnvat in Borgloon

We ontbijten in een leeg restaurant, we wrijven de slaap uit onze ogen. En voor ik het besef, zijn we ergens helemaal anders. Oona is Pippi Langkous, Juno is Annika. 
Ik mag mijneer Nilsson zijn. Mijn tekst is beperkt tot oe oe a a
Feilloos herhalen ze de dialogen uit het grote Pippi-boek waaruit ik voorlas de vorige dag. Frase na frase. Ga je mee op schoolreisje, Pippi? 

We logeren in een 'wijnvat', een houten tonnetje. Het was guur weer, er was geen plek om naartoe te gaan want alles is gesloten, en toch, het was helemaal goed. We speelden spelletjes, aaiden ezels en pony's en verloren ons in de verhalen van Villa Kakelbont. 

Er wordt een stoel, excuseer, een paard, het restaurant rondgedragen. Want zo sterk is Pippi. De meisjes kijken elkaar verwachtingsvol aan, ze gaan helemaal op in hun spel. 
Ik eet mijn chocoladebroodje, drink het beste appelsap ooit, laat het flesje bubbels wijselijk voor later op de dag.

Hier zitten we toch maar. Met z'n drieën. 
We hebben het goed en hebben elkaar en ik wil dit in mijn hoofd prenten. 
Ja, als een prent, een gedetailleerde schets van hoe het nu is. 
Hun blikken, de twinkeloogjes. Hun vlechtjes. Hun lachjes.
Mijneer Nilsson mag nu op het paard. Oe oe a a, zeg ik gedwee. 
De pret kan niet op.

Ik weet niet meer waar we zijn of heen gaan: Borgloon of Villa Kakelbont in Zweden, het is me allemaal om het even, ik ga waar zij gaan, ik ben waar zij zijn en zo zijn wij. Zo zijn wij. 










We sliepen in het Helshovens Wijnvat, een aanrader. We wandelen eerst tussen de fruitboomgaarden met vrienden naar het Doorkijkkerkje, ook in de winter is het daar mooi. We kwamen de volgende grijze, gure dag door met een bezoek aan de Stroopfabriek, fijne kinderzoektocht daar. We wandelen ook in Kerniel, prachtig maar te kort, want soms zeuren kinderen, weetjewel. 

dinsdag 22 december 2020

Juno spreekt (afl.9)

Ze groeit en praat maar door. En ik ben stapelzot van haar haren, haar lach en haar praatjes. 

De voorbije maanden mocht ik weer een paar pareltjes noteren:

  • Leg maar op de stafel (stapel dus)
  • Mag ik je bahe eens aandoen, mama? (bh)
  • Tanfottels (de opvolger van tanpoffels)
  • Eten we nog eens vofant?  (vol-au-vent)
  • Ik dans in mijn bloemenparijs!
  • Nog wat glitter voor de mooitheid.
  • Wist je dat ik van vlees ben gemaakt?
  • Dat was maar een verzinning.
  • Als je getikt bent, dan word je gevrijd.
  • Kom kijken mama, we maken een schimmelspel! 
  • Ik heb geen vreesthoogte.
  • Ik droomde van tomaat en komkommer. En abogado (avocado). En die droom heb ik opgegeten en nu ben ik wakker.
En verder zijn de dingen nog altijd vaak pakop en ook wel hegeim. Heerijk. 








Hier nog meer Juno Spreekt