woensdag 20 september 2017

Koffie en terras in Antwerpen

Krant lezen en eens een schommel duwen? Ow ja.
Tegenwoordig denk ik er zelfs in de helft van de gevallen aan om de zak met zandspeelgoedjes mee te nemen. Tsjakkenbak, deze moeder leert bij!
Hier mijn tips voor zonnige dagen en onrustige kinderen....

Met vriendje Noa in Park Spoor Noord


Café Kamiel - Markgravelei
Spijtig dat er nog een klein straatje zit tussen café Kamiel en het Hof van Leysen. Maar het terras is er heerlijk en in het park is een leuke speeltuin. Niet ideaal voor kleine kindjes (je ziet niet veel van op het terras). Onlangs het tapasbordje goedgekeurd, we wisten al dat de brunch in het weekend heerlijk is. De akoestiek binnen is minder, dus zeker geen winterip. Maar dit was een blogpost over terrassen en op dat vlak: 9/10!

Aan het strand van Oostende - Dageraadplaats
Op de Dageraadplaats is een kleine en ietwat verouderderde speeltuin. Toch genoeg plezier voor twee koffies schat ik. Een deel van het terras van deze brasserie zit meteen aan het restaurant, en volgend deel staat op het plein zelf, dus echt naast de speeltuin. De ontbijtjes zijn er heel lekker en voor kinderen zijn er dingen zoals chocomelk met smarties.

De Living - Harmoniepark
Eigenlijk nog niet vaak geweest maar al zo vaak langs gefietst. Grote (zand)speeltuin en nog een klimding voor grotere kinderen wat verderop. Moest je soms twijfelen aan het welslagen van onze superdiverse maatschappij: ga dan even daar iets drinken. Joodse moeders, Noord-Afrikaanse families, oude mensen met een zuurstofding vanuit het nabijgelegen ziekenhuis, hangjongeren én hipsters die met frisbees gooien: ze zijn er allemaal.

Melkerij - Nachtegalenpark
Een classic bij ons aangezien we er zo goed als elke kinderverjaardag hebben gevierd. Picknickbanken langs de speeltuin als je je eigen taarten bakt en thermossen koffie meezeult. En anders een pracht van een terras, bij goed weer een serieuze uitdaging om een plekje te veroveren. Eten vind ik er duur en niets bijzonder, maar de ligging in dat park is heerlijk. Prachtige herfst daar, dus met een extra trui rek ik daar graag het terrasseizoen.

Bar Leon - Krugerplein
Het is leuk in BOHO, zoals we tegenwoordig moeten zeggen. Het Krugerplein is een verstopt plein maar wordt de laatste jaren door alle hipsters ontdekt. Bar Leon is gewoon een heel fijne plek met lekkere gemberdrankjes en een terras naast de zandspeeltuin. Met water ook, reservekleertjes zijn nuttig. Achter de hoek is trouwens Borgo Gelato, een nieuwe ijsjeswinkel met bijzonder lekker ijs (ook vegan!). Zei ik al dat reservekleertjes nuttig kunnen zijn?

Bar Stark - Rivierenhof
Oké, deze hoort niet helemaal thuis in het rijtje. Bar Stark heeft ook een grote tuin en dus een fijn terras, maar daar staat geen speeltuin in. Daarvoor moet je tweehonderd meter verder, net buiten het Rivierenhof. Bar Stark heeft wel héél lekkere koffie en een speelhuisje binnen. Genoeg papier en veel kleurtjes... Koffie met kinderen en zonder terras is plots weer haalbaar dan.

Bar Noord - Park Spoor Noord
Bar Noord blijft nog een tijdje open in de herfst... Brunchen op zondag is er echt super goed (soesjes!) en dat terras, geweldig. De waterfonteinen, de speeltuin,... Ik ben en blijf een fan.

En buiten de stad:

De Schorre - Boom  - prijs voor de ongezelligste cafetaria, maar grote leuke speeltuin!
De Jongste Telg- Boechout - restaurant met grote tuin, speeltuin en wat diertjes
Pachtgoedhof - Kruibeke - grote speeltuin en terras, kinderboerderij





donderdag 14 september 2017

Brussel Noord, kant Rogier.


Aan het Brusselse Noordstation, kant Rogier, wordt al maanden gewerkt. Een nieuwe helling moet de duizenden pendelaars iedere ochtend uitspuwen en iedere avond weer inslikken. Het is een lelijk station maar ik hou van de klokkentoren. Het is een gekke keuze om net op een plek waar tijd belangrijk is, te kiezen voor een onduidelijke uurwerk met dikke wijzers. Alsof de klok je van meters hoog toe wil schreeuwen: ik weet het ook niet exact, misschien is het te laat, misschien ook niet. 

Al maandenlang laveer ik met mijn fiets van de fietsenstalling bovenaan naar beneden, tussen al die pendelaars. Eerst op een veel te smalle tijdelijke helling van spaanderplaten, ondertussen op een grote brede helling, die maar niet afgewerkt geraakt. Nog steeds ontbreken er stukken blauwe steen, nog steeds staan er verloren hekken, geraakt het hier dan nooit af?

Ik heb geen tijd voor die gedachte, voor die ergernis. Want mijn aandacht wordt door iets anders opgeëist. De tientallen zwarte mannen, of zijn het er meer, die samentroepen rond de helling, en wachten. Door de werken werd een hele galerij, onder de spoorweg, terug open gewerkt. Wellicht droomt een beleidsmaker van kleine winkels, van leven in een doodse buurt. De afschuttingen werden weggehaald en er kwam rommel tevoorschijn. Zo leek het, want het wás geen rommel. Het was een leven. Een huishouden bijna. De honderden kledingstukken, de vale matrassen, de natte dekens, de honderden spullen: achter de afschuttingen werd gewoond, geleefd. Al die maanden fietste ik erlangs, denkende dat ik de ellende van deze mannen, donker en mager, wel kon zien. Ik had het mis.

Onlangs brachten de werken aan de helling een onverwacht voordeel. Er werd een groot elektriciteitspunt geïnstalleerd zodat de werkmannen eenvoudig hun slijpmachines kunnen hanteren, ooit moet het toch mogelijk zijn om die blauwe stenen állemaal een plaats te geven. Er werd een stopcontact veroverd door de mannen. Er werd een dominostekker voorzien, ik beeld me in hoe ze allemaal een halve euro hebben bij gelegd. En sinds die dag, troepen de mannen samen rond dat elektriciteitspunt. Het lijkt de werkmannen niet te deren.

De mannen laden de batterijen van hun telefoons. Ze laden hoop. Ze wachten, ze staren, ze worden zenuwachtig, ze wachten op hun beurt. Ze wachten op hun kans, op een signaal, op een teken van leven, van wie ze hebben achtergelaten. De werkmannen slijpen verder aan hun stenen.

Zo gaat het even door. Niets lijkt vooruit te gaan, niet de werken aan de helling, niet het wachten van de zwarte, donkere mannen.

Onze staatssecretaris voor asiel en migratie wordt zenuwachtig: hij weet niet wat te doen met deze mannen. Ze willen hier niet blijven, ze willen verder. Ze willen geen asiel en hij weet niet of hij daar nu wel of niet blij mee moet zijn. Dus de politie komt erbij, de situatie van tientallen mannen die slapen achter het fietsenrek en overdag wachten aan het elektriciteitspunt, of honderd meter verderop in het park, die situatie moet worden opgelost.

Opgekuist, dat zegt hij.

Haal de bezem, de vod, en aan het werk.

Ik walg. Wat kunnen we nog verwachten van pendelaars zoals ik, als een regeringslid zulke woorden in de mond neemt?

De mannen waren er niet deze ochtend. De matrassen achter het fietsenrek zijn weggehaald. Het was de eerste echte frisse dag, er komt een eerste echte frisse nacht.

Ik hoop dat de mannen ergens zijn waar ze willen zijn. En dat hun batterijen vol zijn.

zondag 10 september 2017

Papa en het Vigeland park

In augustus was ik net als vorig jaar in het Vigeland park in Oslo.
Ik keek naar de beelden, we zaten in de speeltuin, we wandelden wat rond, we lachten met toeristen met selfiesticks en aten druiven. En ik dacht: dit gaat, dit gaat goed. Ik dacht: met mij gaat het goed.

Een jaar daarvoor ging het niet. Ik huilde een beetje, de meisjes weetjewel, en huilde diep vanbinnen de rest van de reis in Noorwegen. Het verdriet om papa was zo groot en zo blijvend. In augustus 2016 leek er helemaal niets veranderd tegenover juni 2016. Ik wist niet hoe ik de rest van mijn leven met zoveel verdriet kon leven, het verse verdriet was na twee maanden nog geen sikkepit geminderd.

Het wordt wel vaker gezegd: dat eerste jaar.
Ik deelde in november een stukje van mijn dagboek. Op 1 januari knalde het jaar 2017, zonder papa, er kei hard in. Ik was jarig, hij was jarig, En toen was er een jaar voorbij. Toen was hij een jaar dood.

Exact een jaar na zijn begrafenis, zat ik op de afscheidsdienst van een moeder van een collega. Ook te jong, ook te vroeg. Het waren zware weken geweest, met veel zorgen om veel dingen. Mijn hoofd zat zo vol dat op zijn minst de tranen eruit moesten. En toen ook de woorden. Er was een belangrijk gesprek, het gebeurt toch niet zo vaak dat er echt iets wordt gezegd.

En even later kon ik het ook luidop zeggen: het gaat niet goed met mij.

Ik haalde adem, ik ging lopen, en ik zag plots dat er een keuze was.

En toen werd het zomer, en het ging beter. Niet langzaam, maar in horten en stoten.

Ik ga zeker nog terug naar het Vigeland park. En ik ga zeker ook dan denken aan papa en hoe zijn ogen blonken als we spraken over die beelden en dat park en de dure maar lekkere koffie in Oslo.

Het duurde iets langer dan een jaar. Maar met mij gaat het goed.



vrijdag 1 september 2017

Brief aan Oona op de eerste schooldag

Lieve Oona

Vanmorgen vertrok je naar het eerste leerjaar. Een nieuwe school met daarin zoveel nieuwe dingen, je was zenuwachtig maar zo stoer en benieuwd. Ik ben fier.

Je koos voor de ribfluwelen broek die ik te winters en te kort vind (wat groei je snel, lieverd). Maar het is zo'n zachte broek, zei je, en alles wat deze dag wat zachter kan maken moeten we omarmen.

Je bent geen kleuter meer, met je honderdentwintig en een beetje centimeters.
Een hangmat noem je nog steeds een hangbad, je vindt het leuk op de Sinksenfoon en bij dat kinderliedje zing je nog steeds 'is er dan geen Smits in 't land, die de sleutel maken kan'. Een familie-mopje, heerlijk.

Ik ben zo blij dat ik je deze zomer zo veel heb gezien, dat ik zoveel heb mogen delen in jouw wereld.
Alles wil je weten, er mag niets gebeuren, er mag geen woord worden gezegd, jij wil het allemaal beleven, begrijpen. Je vouwt zakdoeken in frietzakjes, je wil weten wat geeuwen eigenlijk is.

Ik kijk graag naar je. Als je in onze tent als een kleine rups in je slaapzak ligt te slapen. Als je 's ochtends de trap afkomt, met je slaapkopje, maar alvast een eerste lach van de dag.

Je bent de allerliefste grote zus. Zoveel liefde, dat had ik niet zien aankomen. Het was zo vanaf de eerste dag toen je aan de telefoon hoorde dat je zusje geboren was. Het is nog steeds zo en soms lijkt het alsof jullie elkaar elke dag nóg leuker vinden. Niemand kan Juno zo doen schaterlachen zoals jij. En het is een schaterlach die we goed kennen, want hij klinkt net als die van jou.

Soms vind je de wereld moeilijk. Wij ook. Als we je niet alles kunnen uitleggen. Als er onrechtvaardigheid is. Als er te veel in je hoofd zit, als je je zorgen maakt.

Je mist opa Jo en ik ook en dat zeggen we dan tegen elkaar. Het is heerlijk dat er altijd iemand is die weet wat ik bedoel en voel. Jij begrijpt met je zes jaar zoveel meer dan heel wat volwassenen bij elkaar.

Lieve Oona, je wordt niet groot, je bent het.
Ik hou van je.