zondag 25 december 2016

Wens.

Voor iedereen.
Voor iedereen die wil.
Voor iedereen die kan.
Voor iedereen die moet.
Voor iedereen die volhoudt.
Voor iedereen die had gehoopt dat 2016 beter zou zijn dan 2015 en dan toch weer niet.
Voor iedereen die hoopt.
Voor iedereen die verlangt.
Voor iedereen die wacht. 

Voor iedereen die durft. 
Voor iedereen die springt.
Voor iedereen die twijfelt.
Voor iedereen die tijd nodig heeft.
Voor iedereen die bang is.
Voor iedereen die boos is.
Voor iedereen die verdrietig is. 
Voor iedereen die mist.
Voor iedereen die verloren is. 

Voor iedereen die kiest. Voor het leven. Voor elkaar.
Voor iedereen. 

maandag 19 december 2016

De ontdekkingen van 2016

  • literaire creatie op de academie van Berchem
Moest je het nog niet gemerkt hebben op deze blog, ik schrijf weer. En graag. En met goesting. Maar dat is nog maar de helft van het goede nieuws. Die lessen op donderdagavond zijn zalig. Mijn klasgenoten hebben zeer goede pennen en het is een plezier om hun teksten te lezen en te bespreken. De docent heeft een eindeloze kennis en zo gaat het over boeken, films, de wereld, vrouwenrechten, armoede en weer over boeken. Ik was bovendien vergeten hoe heerlijk het is om een hobby te hebben. De herhaling, de regelmaat. Het is het beste cadeau wat ik mezelf had kunnen geven. Er is geen plan en dat is goed. Ik schrijf gewoon.


  • het vegetarisch hapje van IKEA
IKEA is een familiaal guilty pleasure. Ik gooi al mijn ethische principes en stellingen over duurzame voeding overboord als het over het IKEA-restaurant gaat. Ontbijten voor twee euro, ik vind dat de max.

Ik was dan ook zeer blij toen er een hele tijd geleden vegetarische balletjes (Grönsaksbullar) op het menu verschenen. Die zijn lekker, maar nu ook niet meer dan dat. Het bijgerecht (en dat wisselt met de seizoen) is vaak wel heel lekker en verrassend. En nu is er dus iets nieuws. Bij de food corner aan de kassa's kan je nu na softijs en hotdogs ook een subliem vegetarisch hapje bestellen. Dat zijn drie van die balletjes op een bedje van groenten en tarwekorrels met een heerlijke, pittige saus. Geserveerd in een bootje, dat eigenlijk een wrap is, dus dat eet je mee op. Geniaal. En dat voor zeventig cent.


  • Noorwegen
Onze zomerreis naar Noorwegen was zo fijn dat we alvast een nieuwe reis hebben gepland. We hebben ons jaar in Uruguay gulzig gereisd in Zuid-Amerika en er is een droom om terug te gaan. Maar nu blijkt dat er ook fantastische natuur te vinden is in Noorwegen, en we zijn dan nog helemaal niet ver het land in getrokken. Ik was er al ooit geweest als tiener maar nu kon ik de weidsheid nog meer waarderen. Kamperen met twee kleine kinderen is leuk, kamperen met twee kleine kinderen omgeven door schitterende natuur, is fantastisch. Een foto die zegt hoe eenvoudig het was om daar gelukkig te zijn, ook al was het niet de eenvoudigste periode in mijn leven. Ik kon nergens beter zijn dan daar.



  • Ivanov van Hanna Bervoets
Wat een boek. 
Ik heb mijn rating op Goodreads aangepast naar vijf sterren. Omdat dat boek maar in hoofd blijft spelen. Het is een heel sterk verhaal, met leuke plotwendingen en spannende personages. Het is een origineel thema. Het is ongelofelijk straf geschreven, in opbouw, structuur maar ook in taal. En dan zijn er nog heel wat theoretische, filosofische, ethische bespiegelingen die het boek heel sluw insluipen. Het was een tip van een van mijn klasgenoten op de academie en wat ben ik blij dat dat net het boek bleek dat ik nodig had. Later nog een uitgebreidere blogpost, want ik las nog wel meer goede boeken. Ik heb nog maar 12 dagen om mijn streefdoel van 30 gelezen boeken te halen.  




  • Lopen op andere muziek
Ergens in de lente ben ik terug beginnen lopen en in de zomer dan voor echt. Sinds augustus loop ik trouw twee keer per week. Ik haal weinig voldoening uit cijfers een persoonlijke records, al deed het wel deugd die keer dat ik tien kilometer liep op een uur. Ik geniet van het lopen zelf, maar niet de eerste tien minuten want dat gaat het nog niet vlot en ook niet het laatste kwartier want dan gaat het niet meer vlot. Waar ik het hardst van geniet, is het denken terwijl ik loop. Ik maak mijn hoofd niet vol, ik vúl mijn hoofd als ik loop. En daar mag dan zelfs nog muziek bij, maar daar ben ik dan wel kieskeurig in. En nu ontdek ik dat ik ook op andere muziek kan lopen dan op beats en elektronische muziek. Muziek van Arvo Pärt, Tabula Rasa doet me zweven. Bijna zestien minuten diep ongelukkig zijn en daar doorlopen. Steve Reich, ik kende al langer zijn 'Phases' maar eigenlijk kan je op alles lopen. 'Music voor 18 musicians' zet ik dan op. Al doet Spotify soms gekke dingen met de volgorde van de nummers en dat is hier hoogst onaangenaam. En gezang van het Hilliard Ensemble. Wat winterzon erbij, vroeg in de ochtend, de dag is perfect en hij is nog maar amper begonnen.

  • Het 5:2 dieet
Zo, dan hoef je dat niet meer te vragen. 5:2 is een dieet dat werkt voor mij. Klaar. Ik zal 2017 een stuk lichter ingaan dan 2016 en daar kan ik licht euforisch over zijn. 

  • Citroenspaghetti in 1 pan
Een tijd geleden veranderde de buurtsupermarkt Peeters Govers in een Albert Heijn. Soms mis ik de PG, soms ben ik zo blij met de hollandse prijzen. De AH heeft alvast een troef: een boekske. Ik lees graag kooktijdschriften, maar geef er niet graag geld aan uit. In zo'n tijdschriften staan altijd veel te veel vleesgerechten. En bovendien stikt het internet van de interessante websites en blogs met goede recepten (Hier en hier en hier en hier en nog tips?). Ook in het boekske van de AH spelen vlees en vis de hoofdrol en wordt er over veggie geschreven als 'toe aan iets anders' en 'het nieuwe eten'. Ik kijk uit naar de toekomst waarin de vegetarische keuken gewoon een vanzelfsprekendheid is, zo was ik onlangs bij Barbik en vond ik het zo aangenaam dat er gewoon een kaart is met gerechten waarvan sommige toevallig vegetarisch. Geen apart veggiehoekje als laatste optie dus. Heel lekker gegeten trouwens, maar ik wijk af. Het boekske van de AH dus. Ik heb er toch al regelmatig een recept uit klaargemaakt en de ontdekking van 2016 was ongetwijfeld de citroenspaghetti in 1 pan. Ik zwier er wel nog wat meer tomaten bij en het smaakt beter in de zomer als die kleine tomaatjes heerlijk zoet zijn. Het is vers eten, super snel, heel lekker door die citroen en maar 1 pan om in de vaatwasser te zwieren, dat lukt dan nog net. En ja, spaghetti moet zwemmen in liters gezouten water, maar ik heb meer weg van een gehaaste moeder dan van een oud Italiaans vrouwtje, dus ik denk daar verder niet over na. Moest ik morgen geen geroosterde pompoen eten, dan at ik zeker dit. 


Zo, zeven ontdekkingen. Een dieet maar ook twee dingen om te eten, that's me. Ik denk dat er nog een tweede deel volgt. 



zaterdag 10 december 2016

Juno I

je neusje, je lippen
hoe je vingertje
- door een boterham of in een gaatje,
overal waar het past
en niet mag
ik kijk jij kijkt
en dan,
mijn kleintje,
die lach

je wijst je een weg door de wereld
zegt ja op tien manieren
en nee, nee is geen nee
nee nog even
als je kan
pak me dan
want dan,
mijn kleintje,
die lach

je proeft het leven,
chocola en klanken
verzint woorden
en laat het smaken
je geniet
en ik dan weer van jou
zingen, zullen we zingen
en dan
mijn kleintje,
die lach

je draait handjes en rondjes
zaait sokken
en verzamelt kruimels
ik til je op en snuif je
strijk mijn lippen langs je wang
sluit mijn ogen
maar slechts heel even
want je lach,
mijn kleintje,
en dan

oh, ik tel uren af
tot ik weer dat buikje
die voetjes
je haren en je ogen
je stemmetje, stap stap door de kamer
tot ik weer,
mijn kleintje
die lach





----
Opdracht: portret van een geliefd persoon. 

maandag 5 december 2016

Hendrik, Frans en de rode lippen.

File

Hendrik staart naar de mist die hem nu volledig omsingelt. Zijn blik vindt geen rust.
Zijn de mistlichten aan? Ja.
Afstand houden. Rustig blijven. Traag ademen.
Het zijn toch zeker de mistlampen? Of is dat die knop? Nee, ja. Dat zijn de mistlampen.

Het wordt erger. Alles sluit zich.
Nu is er niets. Er is niets voor hem. Leegte. Het einde van de wereld.
Daar houdt het op en hij rijdt er regelrecht in.
Zijn handen verkrampen rond het stuur. Zweet parelt op zijn voorhoofd.
Zijn blik schiet opzij. Er rijdt een rode auto naast hem. Er zit een dikke rode jas in de auto. En rode lippen. Hij hapt naar adem en blijft kijken. Rood, rood, rood. Er is nog wereld, er is nog kleur.

Daar! Let op!
Hij trapt zo hard als hij kan op de rem.
Hij staat stil. Er is niets gebeurd, alles is in orde.
De wereld is weg maar overal knipperen rode lichten. File.
Hij kijkt snel weer links. Er is geen rode auto te zien.
Jammer, hij wou weten van wie die auto, van wie die jas, van wie die lippen, van wie dat rood.



Kermis

Dat moet hem zijn. Donker haar, een meter tachtig. Normaal gebouwd, zoals hij zelf had geschreven.
Zo’n neus is niet normaal. En zo’n wenkbrauwen al helemaal niet. Of beter: wenkbrauw, enkelvoud, want die loopt als een harde lijn doorheen zijn gezicht.
Nu ziet hij haar, zijn blik kruist de hare.
Ze trekt haar mondhoeken omhoog en loopt naar hem toe. Ze let op haar stap, de ene voet elegant voor de andere, haar heupen laat ze wiegen. Waarom weet ze niet precies.

Ze staan tegenover elkaar.
Zo, zegt hij, dat rood staat je goed.
Sorry dat ik laat ben, zegt zij, file.
Ik ben blij, zegt hij, blij dat je er bent.
Ze zegt niets.
Om niet naar zijn wenkbrauw te staren, kijkt ze rond zich heen. Er is veel lawaai, er knalt muziek, verschillende liedjes door elkaar. Er zijn zo weinig mensen. Waar is iedereen?

Ik heb al kaartjes voor het spookhuis, zegt hij.
Hij wijst naar de overkant, naast het wafelkraam.Subtiel slaat hij zijn arm om haar jas en duwt haar vooruit. Ze moet mee. In een fractie van een seconde is ze op een plek waar ze niet wil zijn. Niet daar, niet met die man, niet nu, nooit.
De deuren slaan dicht en dan zijn ze alleen. In het donker. Er is niets. Haar ogen moeten wennen, gewoon rustig blijven. Maar er komt niets, er went niets, ze ziet niets. Ze draait haar hoofd naar alle kanten, er is geen licht te bespeuren. Ze strekt haar armen achter haar rug, ze tast voor zich uit. Niets. Ze hoort stemmen, ver weg. Gegil. De baslijn van de muziek. De wereld is er nog, het is donker, maar de wereld, ja, niet panikeren nu. Haar adem versnelt. Ze zet een stap, haar armen maaien om haar heen. Ze schreeuwt, ze valt. Hij grijpt haar, ze voelt hoe hij haar naar zich toetrekt,  hij houdt haar vast, zijn armen zijn ergens, haar hand glijdt over hem, ze wil hem grijpen, waar is hij, daar, hier, vel, zijn gezicht, de wenkbrauw. Ze voelt de weerbarstige haren onder haar handpalm, ze voelt zijn warme adem. Zo blijven ze staan, in een vreemde houding, haar hand pal op zijn gezicht. Verder herinnert ze zich niets.




Burenruzie

Frans staat op zijn oprit. Hij moet op uitkijk hebben gestaan, hij heeft gezien hoe hij de hoek omdraaide en is dan uit zijn eigen huis gelopen, over de lage heg gestapt en op de oprit gaan staan. Met zijn benen gespreid en zijn armen gekruist. Het is grotesk.

Niet doen, maant hij zichzelf aan. Gun het hem niet. Hij rijdt tot vlak voor de voeten van Frans, legt de motor stil en stapt uit.
Nu niet Frans, zegt hij.
Hij slaat het portier toe.
We moeten praten, zegt Frans.
Alsjeblief, zegt hij, niet nu. Ik moet..
Wel nu, zegt Frans, gij en ik. Want ik ben het beu.
Hij drukt op de sleutel. Biep, biep. Tegelijk met de biep komt het besef dat dit het laatste was dat hij moest doen.
Frans spert zijn ogen, zijn wenkbrauwen gaan omhoog. Het is doodstil, ze bewegen niet. En dan gebeurt wat ze allebei verwachten. Het alarm schiet aan en loeit door de straat.
Hij draait zich om en wil zich naar de auto haasten, op het knopje duwen, maar Frans grijpt hem bij de arm.
Ziet ge wel, zegt Frans, het is weer van dat. Het is niet hersteld zoals gij beweert. En ik zal u zeggen, het is ook niet kapot, nooit geweest. Ge doet het expres.
Frans moet luid roepen om het alarm te overstemmen. Zijn greep is sterk.
Laat me los, zegt hij, ik zal het afzetten, laat mij.
Nee nee, zegt Frans, ge begrijpt het niet hé, ik heb er genoeg van. Ik zal u eens wat zeggen vriend. Ik stond vandaag een uur vast in de file. Gewoon stil. Niks. Die mist, weet ge wel. En ik zat rustig in mijn auto te denken. En ik hoorde het. Ik hoorde uw alarm. Dat zit in mijne kop. Zo ver hebt ge het gedreven. Ik word gek, door u, door uw alarm.
Hij staart Frans aan. Het alarm loeit verder. Hij rukt zich los en loopt naar de auto.
Rocky! Rocky!, schreeuwt Frans.
Pijlsnel springt de hond van achter de heg zijn oprit op. Hij blaft luid, en komt recht op hem af.
Niet de hond, niet de hond!
Hij verstijft. Het beest staat nu tussen hem en de auto en kijkt hem brutaal aan, zijn ogen priemen, en hij gromt, een diepe grom, het klinkt als het ultieme dreigement.
Zijn lichaam verkrampt, de autosleutel valt uit zijn hand, het alarm stopt. Alles valt stil, er gebeurt niets. Hij kan niet bewegen. Rocky blaft niet, gromt niet, maar staart hem nog even agressief aan. Frans staat nog altijd op dezelfde plek.

En dan stapt zij uit de auto. De rode jas, de rode lippen. Ze ziet lijkbleek. Het is doodstil.
Frans, Hendrik, de hond, ze kijken haar allemaal aan. Het alarm begint terug te loeien.

----
Opdracht: schrijf drie zeer korte verhalen met als titel File - Kermis - Burenruzie.