zondag 26 juli 2020

Ode aan het porseleinen kopje





mijn allerliefste witte kopje
van heerlijk standaard porselein
U blinkt niet, bent heerlijk wit,
mat, hoe kan u zo doordrongen
van alledaags- en doordeweeksheid zijn?
oh wat bent u niet uniek
in eeuwige stapels, torens
nietszeggend en onpersoonlijk
en altijd belachelijk te klein
o mijn liefste kopje
nooit kan er van u te veel zijn

U heeft een absoluut storend gewicht
een heerlijke absurde zwaarte
U bent ongeëvenaard
het minst geschikte recipiënt
oh vaal scharminkel dat u bent

uw geluid, uw gekling, gekletter
voor mijn oren een lieve last
ik wil u met zo’n belachelijk schoteltje
een lepeltje dat daar natuurlijk niet op past

maar vooral, mijn kopje
wat hou ik van uw oor
te klein voor elke vinger
maar dat is opzettelijk, ik heb u door
want u past ook helemaal niet lekker
in de palm van mijn hand
want onderaan, dat perfect irritante randje,
wat is drinken uit u plezant

ik neem u tussen mijn lippen
ik lik, ik zuig aan u
waarom was ik u zo lang ontrouw
met omhooggevallen mokken
u bent alles
niets lijkt aan u te kloppen

mijn allerliefste kopje
ik wil bij u blijven op dit kamp
u bent mijn favoriete flopje

vrijdag 24 juli 2020

Berichten van het thuisfront - 23 juli

ik krijg een foto toegestuurd
ze is op kamp en het is vandaag vettigen dag
ik haal opgelucht adem, het leven gaat nog steeds zijn gang, het mag

ik ben blij dat we allebei op kamp zijn
zij om te spelen, ik om te schrijven
ik denk dat wij gerust een dagje zouden willen wisselen
het getik op mijn computer ruilen
voor getik van regen op de tent

misschien kan ik dan in een bos, een vlag of kamp veroveren
zingen over vrolijke vrienden en dat we er bijna zijn
mijn tandenborstel en een sok ergens verliezen
takken sprokkelen voor het vuur

en dan zou ik een kaartje schrijven dat het leuk is
het eten superlekker
en dat ik haar niet mis

welnee, ik ben gewoon nog hier
ik mis haar, gun haar alles
weet dat ik binnen enkele dagen
mag delen in haar verhalen, in haar plezier


donderdag 23 juli 2020

Bericht van het thuisfront - 22 juli

ik krijg een foto toegestuurd.
ze komt uit de toekomst, dat kan niet anders
want wanneer is dit gebeurd?
dat de jongste op de oudste lijkt?
de hals wat ranker, het neusje meer naar voren?
hoe kan het dat die handjes, van een kleuter toch, wortels kunnen schillen?
hoe komt in die ogen, in haar blik,
een eigen verhaal van een meisje, zo groot al, dat iets zou willen?

ik ben slechts enkele dagen weg,
tijd tiert welig voor wie niet keek
zoals onkruid maar dan beter
nog meer bloemen, nog meer leven

woedt maar meisje, groei, bloei,
neem alle ruimte, elke kans, alle kieren en alle voegen

ik vat het niet, de tijd
het verstrijken van de jaren
ik ben ook maar een moeder met eenzelfde lot
mijn kindje, vanochtend telde ik plots
vele grijze haren




woensdag 22 juli 2020

Berichten van het thuisfront - 21 juli


Ik krijg een foto toegestuurd.
Ze draagt een netje van ajuinen.
Ze heeft het over haar gezicht gespannen, achter haar oren, van haar ogen tot haar kin onder het fijne gaas. Haar rode lippen, het rode net. Haar blonde haren hangen sluik en ongekamd, maar ach wat, de dag moet nog beginnen.

Topmasker, zegt ze, om het virus niet verder te verspreiden.

Ik kan wel huilen om deze woordenschat, om het jargon van deze maanden, de taal waarmee ze opgroeit, de dreiging ervan. De sfeer van hygiëne, van maatregelen en van bediscussieerde veiligheid.

Ik wil niet de moeder zijn met een masker.
Ik wil niet de moeder zijn die voortdurend vraagt of handen wel gewassen zijn.
Ik ben het toch.

Maar als dit kan, als zij een netje van ajuinen op haar hoofd zet en speelt dat het een mondmasker is, als zij, net negen jaar, de absurditeit ziet van het gaas en de gaten en de nutteloze bescherming, dan ga ik maar beter mee.

Mee in de taal, in het plezier, in het lachen om de ellende, in het leven leven zoals het nu is.


Weer mag ik van haar leren.





dinsdag 21 juli 2020

Berichten van het thuisfront - 20 juli


Ik krijg een foto toegestuurd. 
Ze heeft haar roze badpak aan. Er staat een citroen op en er hangen frutsels aan, alsof de citroen een rokje draagt. Het is een vrolijk badpak, zij is vrolijk in haar badpak. Ze heeft ook een veiligheidsbril op. Die heeft ze wellicht gevonden tussen de spullen in de berging en kan prima dienen als duikbril. Ze is in de kamer van haar zus. Dat mag meestal niet. Soms mag het wel, de regels van een negenjarige zijn nogal ingewikkeld. De regels voor een bijna-vijfjarige zijn meestal niet erg belangrijk, je kan om regels heen draaien en er vrolijk voorbij lopen. Maar ze is dus in de kamer waar soms geheimen zijn en kunstwerken waar je voorzichtig mee moet zijn. Ze heeft een meetlint in haar handen en meet, zo lijkt het, de afstand tussen de vloer en het raamkozijn.

Ons huis meet duizend miljoen, zegt ze. 

Ik weet niet waarom ze haar badpak draagt. Als daar al een reden voor is.
Ik weet niet waarom ze wil weten, waarom ze wil meten. Als daar al een reden voor is.

Maar het zou best kunnen. Duizend miljoen liefdesmeters.