Posts tonen met het label natuur. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuur. Alle posts tonen

woensdag 16 augustus 2017

Noorwegen: een goed idee.

Voor het tweede jaar op rij naar Noorwegen gaan, dat was een goed idee. Al waren er ook wat minder goede ideeën, maar die konden de pret niet bederven. Een overzicht!

Het was op zich een goede idee om terug naar die camping in Oslo te gaan. Ware het niet dat het het wereldkampioenschap jeugdvoetbal was en er duuuuzend kindjes met hun families de camping hadden ingepalmd en er zelfs een kleine kermis (mét reuzenrad) stond. We hebben ons en onze mega tent assertief (maar scheef) op de wei gepropt. En dan viel het ongelofelijk mee. Geen wachtrijen aan de douches en alles 's avonds stil. De Noren, het zijn aardige mensen. Zelfs als ze met duizenden zijn. En Oslo, dat is een heerlijke stad. 

Het was een goed idee om de huurauto op te pikken in Oslo centrum en af te zetten op het vliegveld. Dat kost wel wat extra, maar we hebben veel tijd gewonnen doordat we de laatste dag de stad niet meer moesten in rijden. Wij gingen voor de tweede keer voor de combi vliegtuig-huurauto-kamperen en qua bagage is dat een uitdaging om met al die spullen en twee meisjes op bestemming te geraken. Taxi's in Noorwegen zijn onbetaalbaar, maar het is ons wel weer gelukt om met het openbaar vervoer op die eerste camping te geraken. Langs de andere kant wel heel handig dat dat niet nog eens moest op de terugweg en dat we de auto achterlieten op de vlieghaven. In die huurauto was het op de achterbank altijd dolle pret. We hopen dat deze fase waarin de meisjes elkaars beste vriendinnekes zijn, nog heel lang mag duren. Dit is het resultaat als ze de zwemzak vinden op de achterbank...



Het was geen goed idee om niet te tanken wanneer de kans ertoe was. We hebben nog geprobeerd om die mini auto aan het Tesla-infuus te hangen, maar helaas. Een extra retourke dus naar het dichtstbijzijnde stadje toen we al in de bergen waren. 


Het was een goed idee om mijn winterse loopbroek mee te nemen. Compact en lekker warm. Het was een goed idee om ál die warme truien en thermische onderlaagjes mee te nemen, want het was echt wel fris.




Het was geen goed idee om Michiel zijn Teva-sandalen te vergeten. Zeker niet omdat zijn wandelschoenen zo lek waren als een vergiet. Moeilijk om dan dan met 1 paar sportschoenen droge voeten te houden. 


Het was geen goed idee om de regenjassen niet mee te nemen op dat wandeltochtje. Ook al was het op dat moment een zalig zonnetje. 



Het was een een goed idee om reserve kleren mee te nemen, maar het was geen goed idee om die reserve kleren in de auto te laten liggen en niet in de dagrugzak te steken. Onze bijna-twee-ik-zeg-nee peuter die dacht dat het paadje iets breder was. En toen lag ze in het veenmoeras. Dan maar nat en koud in de draagzak. Na een halfuurtje verder wandelen dacht Michiel eraan om ook eens haar laarzen uit te kappen. Er gaat ongelofelijk veel water in een botje maat 23. Mijn schuldgevoel was evenredig, arm schaap.

Het was een goed idee om 's ochtends havermoutpap te eten. Dat smaakt als het een graad of vijf is. 

Het was geen goed idee om in de regen te koken, terwijl er eigenlijk een verwarmde keuken was op de camping waar we gebruik van mochten maken. Maar ik was al begonnen. En besefte nog eens dat 'koppigheid' wel degelijk een eigenschap is die mijn meisjes mogelijk van mij hebben geërfd. 



Het was geen goed idee om te denken dat die warme babyslaapzak wel dik genoeg zou zijn voor Juno. Want dat was het niet. Rond een uur of vier 's nachts trok ik dan een kindje met ijskoude handjes mee in onze slaapzak. En 's ochtends had het lieverdje soms al meteen paarse lipjes. De kou en de weinige slaap hadden geen invloed op de ambiance in de tent 's ochtends.


Het was een goed idee om erop te vertrouwen dat Oona weer goed zou stappen en dat ook leuk zou vinden. Want dat was ook zo, op voorwaarde dat ze was uitgeslapen. Ze was bij momenten zo snel in de bergen dat het gênant voor mij werd als Michiel en Oona op mij en Juno moesten wachten. Al was het hoogtepunt voor Oona nog altijd het stapelen van stenen.



Het was geen goed idee om lukraak te beginnen wandelen zonder wandelpad, op zoek naar de muskusossen. Prachtig uitzicht, echt ongelofelijk, maar moeilijk omwille van dat slechte idee van die kapotte wandelschoenen en het slechte idee om te denken dat het zonneke zou winnen van de donkere wolken. Maar Oona kan je vertellen hoe snel je de kou vergeet eenmaal terug je terug lekker warm zit. En dat je zelfs in ellendige omstandigheden mooie metaforen kan maken. Er stromen rivieren in mijn schoenen. Het zou het begin kunnen zijn van een gedicht. 


Het was een goed idee om te denken dat er op dat afficheke op de camping een aankondiging stond voor een soort zomercafé. Mijn Noors gaat erop vooruit. We aten een lekker stukje taart in een boerderijtje in de Noorse bergen en het was perfect. 

Oh, ik hou van Noorwegen, ik kan blijven schrijven, ik zou er kunnen blijven. 

dinsdag 25 april 2017

De reporters van Vlieg: Wij houden niet van wandelen. Of wel.

‘Ja maar, mijn kinderen wandelen niet graag.’

Dat krijg ik als antwoord als ik vertel over onze wandelingen met Oona (net zes) en Juno (20 maanden).

Wandelen klinkt saai, zowel voor grote als kleine mensen. Maar wij gaan ook niet wandelen. Wij gaan naar búiten. Wij gaan naar het bos. Wij gaan in de natuur, wij gaan op zoektocht. Dat klinkt al veel spannender. En toevallig is dat soms wel meer dan tien kilometer.




Er zijn een aantal natuurgebieden met échte kinderactiviteiten. In de Hobokense Polder kan je een rugzakje lenen en doe je zo samen verschillende natuureducatieve opdrachten.Ook de zoektocht in de plantentuin van Meise (die verandert met de seizoenen) was heel erg leuk. En we moeten ook dringend eens een blote voetenpad uittesten.

Maar ook de ‘gewone’ natuur geef heel wat mogelijkheden. Het begint met het volgen van pijlen. Bijna elk natuurgebied heeft gemarkeerde paden en het zoeken van de blauwe of rode pijlen, of de vlinders van de vlinderwandeling, zorgt meteen voor de eerste tien minuten plezier. Dan komt de klad er wat in en is er nood aan een nieuwe uitdaging: kaartlezen. Het beste is natuurlijk een plannetje op papier. Dat mag Oona steevast vasthouden en we proberen dat samen met haar te lezen: daar is water, we zijn nu op dat kruispunt, we zijn bijna in de helft,....

Ook onze peuter vindt het heerlijk om de kaart te lezen.

Bij gebrek aan een kaartje, zetten wij steevast een tracker aan op onze smartphone. De meeste running-apps hebben zoiets, je toestel duidt automatisch je reeds afgelegde weg aan. Op mijn toestel zit ook een (waardeloze) stappenteller: maar het is vrij magisch om de tienduizendste stap samen te zetten. Hop, toestel in Oona haar handjes en ze vliegt er vandoor om nog wat extra stappen te zetten. En de grafieken vergelijken van de vorige wandelingen, ah ja.

Verder probeer ik vooral mee te gaan in wat de dochters zelf doen en willen. Dus ik zoek mee naar dennenappels in rare vormen, ik vraag Oona of ze voor mij ook een wandelstok wil zoeken, ik teken iets in het zand met een stok dat zij moet raden,... Het is niet eenvoudig om het ‘kom meisje, en nu gaan we verder’-mantra te onderdrukken. Maar een traag vrolijk kind is nog altijd beter dan een traag nukkig kind. Om van een zeurende moeder nog maar te zwijgen.

Mijn laatste truukje werkt het beste: verhalen vertellen. Ik verzin een verhaal over wie er in een holle boom woont en waarom meiklokjes bloeien in mei. Zij luisteren zo aandachtig dat ik het tempo zelfs serieus kan opdrijven. Te weinig fantasie om verhalen te verzinnen over eikenbomen en elfenbankjes? De klassieke sprookjes doen het altijd goed: Roodkapje vertellen terwijl je in een bos wandelt is zálig.

's Avonds, wanneer ik dan moe in de zetel hang en zij alweer vol energie aan het spelen zijn (hoe kan dat nu?) zeg ik altijd dat ik het zo fijn vond, dat ik graag ga wandelen met hen. Want al die ‘ik-ben-fier-op-jou’-kletskoek ben ik wat beu. Als ik zeg wat ík graag doe en ík het fijn vond, is de kans groot dat zij het ook fijn vond. En met dit moralistisch einde wens ik jullie veel wandelplezier toe met jullie koters. Of nee, buitenplezier, dat klinkt leuker :-)

Lees ook: de 13 leukste wandelingen met het gezin

----

Dit stukje verscheen eerder ook als tip op UiTmetVlieg.be


zaterdag 5 november 2016

Sneller met twee

Veluwe, 2 november 2016, half acht 's ochtends, het miezert. 
We zijn ontsnapt uit een bungalow van onze twee dochters (dank u mama).
En wij lopen. Iets te laat om herten en reeën te zien, hopeloos te laat om de heide in bloei te zien. En toch een verademing na steeds dezelfde looptoer in het park aan de rand van de stad. Een bos in de herfst, een smal pad over de heide. 
Hij loopt veel sneller, zijn benen zijn veel langer. Maar hij wacht, hij onthoudt de weg en we zijn beiden trots op mij, dat ik dat dus zomaar doe, een uurtje lopen, en er mateloos van geniet. 


Punta del Diablo, Uruguay, april 2014.
Nog een stuk idyllischer. En zonder slaaptekort, zo te zien. Wat een gloed op onze gezichten.


Blijven lopen, ik moet vooral blijven lopen.
Morgen nog maar eens.
En dan plannen maken om dat toch vaker samen te doen.

zondag 4 mei 2014

Reisverslag: Iguazú

Het tweede stuk van onze reis met de ouders van Michiel begon pittig omdat de boot vanuit Colonia naar Buenos Aires meer dan een uur vertraging had. En we hadden al maar net genoeg tijd om onze vlucht te halen. En het was zéér druk: tijdens de Paasweek gaan alle Uruguayos en Argentijnen op verlof. Met alle gevolgen vandien...
Wat later dan voorzien kwamen we dan toch aan in Puerto d'Iguazú. We hadden een appartement geboekt: prijs/kwaliteit zeker in orde, maar basic.

Puerto D'Iguazú is een lelijk stadje. Echt een lelijk stadje. Schreeuwerige plakkaten die toeristen moeten lokken, overal TL-licht, veel vuil en stinkende auto's. Wat een contrast met het natuurwonder twintig kilometer verderop...

We begonnen de dag na aankomst met de Argentijnse kant van de watervallen. Hoogseizoen, ik zei het al, dus wel even aanschuiven voor het treintje dat je naar het verste punt brengt. Een pretparkgevoel dus... Gelukkig zijn er coaties die afkomen op al het lekkers dat toeristen achterlaten. Spijtig genoeg geen enkele deftige foto van die beestjes.
Een kilometer wandelen naar de Gargante del Diablo: de grootste waterval. Indrukwekkend, zo'n grote hoeveelheid water die daar naar beneden dondert! Je wordt er goed nat van het waternevels.





Maar de grootste verrassing kwam toch daarna. Er zijn nog twee wandelcircuits en die geven een machtig uitzicht op de watervallen. Het is zó groot, zo impressionant! En tel daar dan nog de regenbogen bij.






Jammer van het bruine water... dat was dertig jaar geleden nog helemaal anders. Er was toen veel minder ontbossing. Minder bomen betekent minder boomwortels om zand en sediment bij te houden, dat stroomt dus nu allemaal mee met de brede Iguazú rivier. Met blauw water moet het helemaal een sprookjesdecor geweest zijn.

Onze picknick was bijzonder, met een vijftal prachtige tropische vogels die maar al te graag poseerden. We zagen ook een kaaiman en een aantal grote schildpadden.



Het was echt een prachtige dag, perfect weertje. We stonden versteld van de vele mooie kleurrijke vlinders, er fladdert daar zoveel schoonheid voorbij!




De dag erna trokken we naar de Braziliaanse kant van de watervallen, via de eigenaar van het appartement hadden we een taxi geregeld. Weer een stempel bij in ons paspoort.
We vonden deze kant minstens zo indrukwekkend als de Argentijnse kant. Picknicken met uitzicht op die watervallen: echt fantastisch.




We maakten ook een korte wandeling over een paadje in het oerwoud, supertof.


Van deze kant zie je nog meer hoe groot het allemaal is: tot wel 270 watervallen (afhankelijk van het seizoen, maar toen wij er waren was er véél water), over een afstand van bijna drie kilometer... echt immens. Ook hier kon je via bruggetjes tot bijna tegen de watervallen, ongelofelijk.


Ik moest heel hard lachen met een mevrouw die stond te fotograferen met een regenponcho van de Niagara Waterfalls... Ze wist te vertellen wat we al eerder hadden gehoord: dat het hier veel indrukwekkender is. Niet voor niets één van de zeven wereldwonderen...
Volgens de reisgids heb je twee uur nodig om deze kant te bezoeken, maar wij deden er vlot vier uur over. We hebben ons daarna gerept door het nabijgelegen vogelpark. Een blitzbezoek maar echt de moeite, je komt heel dicht bij de toekans, de papegaaien,... Heel blij dat we dat toch nog even gedaan hebben.



En toen werd het nog beter, want we hadden een excursie geboekt voor een volle maan-wandeling... Opnieuw de Argentijnse kant dus. Vier avonden per maand, enkel als het goed weer is, kunnen een paar honderd mensen genieten van dit spektakel. Helemaal anders dan de duizenden bezoekers overdag...
Misschien ooit op een chirokamp, maar verder was ik me er weinig van bewust hoeveel licht zo'n volle maan geeft. We tuften met het treintje door het donkere woud, met al z'n geluiden, de maan reflecteerde op de rivier, heel rustgevend.
Het wandelen naar de Gargante del Diablo was al geweldig, de ontmoeting met de waterval was gewoonweg magisch. Heldere hemel, volle maan en het water dat maar raast. Adembenemend, dat woord was echt van toepassing.




De volgende dag afgereisd naar Buenos Aires... héél toffe stad, veel over te zeggen, maar dat is voor een volgende keer!
Het allerbeste aan dit hele avontuur is toch wel dit: dat we zoveel mogelijkheden hebben om hier te reizen!

Voor we naar Iguazú trokken, zagen we eerst een stukje Uruguay. Dat lees je hier.


Tripjes in Uruguay: Oostkust

Met een wagen volgeladen (meer bepaald: schoonouders, Michiel, Oona en ik + ettelijke stuks bagage) reden we een paar dagen langs de Oostkust* van Uruguay.
We vertrokken met vertraging omdat een autoraampje niet meer wou sluiten. Maar met wat duct-tape was het toch redelijk gefikst.

Eerste stop: Casapueblo waar we maanden geleden ook waren. Intussen is de kunstenaar van dit maffe huis gestorven. De picknick had er meer dan gesmaakt, het uitzicht daar is echt fantastisch.


Ook nu langs de zeeleeuwen in de haven van Punta del Este gereden en langs het 'hand', schoonouders vonden het tof.

Daarna doorgereden naar Punta del diablo. Een heerlijk kustdorpje, slaperig midden april... Wat jammer is aan reizen in dit seizoen (herfst) is niet zozeer af en toe een regenbui, maar wel dat het zo vroeg donker wordt. Als je na 18u toekomt, heb je eigenlijk geen idee van de omgeving. We aten er zeer lekker bij Il Tano en vergaten dat we in Uruguay waren. Een plek om nog eens naartoe te gaan!
We sliepen twee nachten in Apart Hotel Los Pecados de la Viuda en dat was prijs/kwaliteit dik in orde. Spijtig van de het dode eekhoornachtig beestje in het zwembad. Beetje griezelig.

De volgende ochtend gingen Michiel en ik samen joggen, dat was heerlijk, vooral door het prachtige strand. Een dolfijn zwom met ons mee, walvissen hebben we niet gezien al waren er een paar dagen voordien wel een aantal gesignaleerd.





En dan iets waar ik lang naar had uitgekeken: Cabo Polonio! Dit hippie-kustdorpje ligt in een beschermd natuurgebied. Je stapt in een mega-jeep en na een ritje van een klein halfuur over duinwegen en een stuk over het strand, kom je aan in het dorpje. We aten er verschrikkelijk slecht (het reisgezelschap vond dat dat er wel bij hoort, maar ik word echt slechtgezind van een tortilla gemaakt van diepvriesfrieten). We deden niet meer dan langs de kust wandelen, schelpen verzamelen en de zeeleeuwen zien, maar het was fantastisch. Uruguay heeft een vreemde regel dat kinderen onder de acht jaar niet op vuurtorens mogen (dat was ook in Colonia al zo), dus dat hebben we aan ons laten voorbij gaan.




Er hangt echt een bijzondere sfeer, beetje spijt dat we er niet zijn geweest in de zomer (hoewel er dan teveel toeristen zijn naar 't schijnt, tis altijd wat). Michiel kocht op het einde nog een stuk cake van een man die misschien eens een kammetje door zijn baard zou mogen jagen. Er zaten groene spikkels in, maar wat het ook was, het had geen effect op Michiel.

We maakten nog een mooie duin- en strandwandeling in Punta del Diablo. Natuureducatie aan zee, vader en dochter waren in hun nopjes bij het zien van een dode vis.




Dan verder naar de Laguna van Rocha. We stopten eerst voor een een zeer lekkere lunch bij La Folie in La Paloma (al hadden ze geen melk in huis waardoor ik heb gepast voor de cortado achteraf, het blijft Uruguay :-)
De weg naar de Laguna is een van de 'hoofdwegen' maar is niet verhard, en er is ook geen enkele toeristische voorziening. Jammer, want het is daar zeer mooi. De weg lag er echter verschrikkelijk bij, de natte zomer zat er zeker voor iets tussen. Na een tijd hebben we het moeten opgeven, onze huurauto is helaas geen 4x4. Nog even te voet verder, maar het was gewoon nog te ver naar het mooie stuk en er stond heel veel wind.
Dan maar doorgereden naar José Ignacio, zeg maar het Knokke-Heist van Uruguay. We aten een croissant bij een Frans bakkertje en kochten er ook brood en kaas voor 's avonds. Het appartement voor die nacht viel tegen, zeker in vergelijking met de vorige nachten in Punta del Diablo.
De volgende ochtend regende het hard en stond er opnieuw veel wind, we zagen rond de vuurturen van José Ignacio spectaculaire golven! Het komt niet zo over op foto, maar het was echt wel spectaculair. Mijn schoonvader heeft zeker beter foto's!


Die laatste dag was een echte reisdag, want we reden helemaal door tot Colonia. Onderweg lang moeten wachten op een wisselauto, want het raampje hield het echt niet meer. Afstanden, het is toch allemaal relatief. Uruguay staat bekend als een klein land (hoewel zes keer groter dan België...) maar de afstanden in dit kleine land vallen me toch dik tegen.
Maar Colonia was weer fijn!

Het waren leuke dagen, soms wat wind en regen, maar een mooi stuk Uruguay... We gaan zeker nog eens terug. En dan begonnen we aan het tweede stuk van de reis: Iguazú! Dat reisverslag lees je hier.

*Oostkust... dat moet zeker zonder hoofdletter? Zo klinkt het beter: precies alsof het te vergelijken is met de Oostkust van de VS!

donderdag 27 maart 2014

Tripjes in Uruguay: weekendje op de campo!


Ik heb ne goeie vent, maar het is niet de beste cadeautjesman. De basis voor een goed huwelijk (of toch dat van ons)? Zeggen wat je wilt en niet verwachten dat de ander dat wel kan raden. Ook vorig jaar kreeg ik zo een topcadeau. En nu gaf ik, ruim op tijd, een hint (niet eens subtiel) aan Michiel dat ik voor mijn verjaardag het liefst een verrassingsweekendje wou. Et voilà, het was een heerlijk weekend op het Uruguayaanse platteland!


We gingen naar de Estancia L'aguila Blanca. Een boerderij met paarden, koeien, honden, schapen en kippen. En lieve mensen. En ongelofelijk lekker eten, van het soort waarbij ook vleeseters niet zouden vinden dat er iets ontbreekt, ik waande mezelf in Zuid-Frankrijk bij een heerlijke groentetaart, geroosterde groenten en een salade. Met huisgemaakt brood en de perfecte flan als dessert. Of toch bijna, want die eeuwige dulce de leche heb ik er natuurlijk weer af moeten halen.

Er was niemand om ons persoonlijk programma te bespreken. We werden niet op een bepaald uur aan tafel verwacht. Er was geen check-out time of activiteiten tegen een additionele kost. Er was alleen maar rust en plezier.

We reden met de jeep naar waar het riviertje op zijn mooist is. We klommen op de rotsen en sprongen in de plassen.




We zagen nandu's (struisvogels) en capibara's (die heten eigenlijk anders, het is een gigantisch knaagdier en naar 't schijnt eerder een pest dan een zegen in dit land, maar wij voelden ons bijna op safari).



Het hoogtepunt was het paardrijden. Santiago, de echtgenoot van de kokkin (lucky bastard!), was onze persoonlijke gaucho: de Zuid-Amerikaanse versie van cowboys die vee hoeden. We kozen ervoor om samen met hem wat achter de koeien aan te zitten. We dreven, samen met een hond die ongelofelijk goed getraind was en zijn job perfect deed, zo'n 150 koeien samen die verspreid zaten over een gigantische weide. Santiago roept op de hond en op de koeien, zwiert met zijn armen en een soort van zweep en een uurtje later heeft hij er de koe weten uit te halen die last had van een van haar poten, de dierenarts zou er de volgende dag naar komen kijken. Ons stadsmeisje was volledig op haar gemak en zong vrolijk liedjes en mengde zich zonder enig probleem in de gesprekken in het Spaans.




Uruguay blijft nog steeds het land waar weinig te zien en te beleven is, maar heeft ons dit weekend toch aangenaam verrast! Ik heb al in betere bedden geslapen en het was eigenlijk echt te ver rijden voor slechts een nachtje. Maar als ik goed eten krijg, dan hoort ge mij in 't algemeen niet klagen.