vrijdag 18 april 2014

Drie.

Ze wil een rokje aan. Want dan kan ze dansen op haar feest. In de zakjes van haar rok, verdwijnen een paar pesos, dat moet zo.

We eten taart als ontbijt. Het kaarsje is belangrijk, de taart niet echt. Wie heeft er tijd om te eten als er kadootjes moeten worden opengemaakt? Ze is blij. Blij met een olifanten trui. Blij met de nómino van dieren. Blij met een spelletje van de boejejei, want dat zit in een gele doos. Blij met een puzzel, blij met een kleine pop. We zullen nog zien of het de papa of het kindje van haar andere popjes is. Nu heeft hij honger en ook een beetje pijn, maar zij zal hem wel troosten.

We zijn samen met oma en opa op vakantie in Buenos Aires. Dat is het Parijs van Zuid-Amerika zeggen we.
Ben ik daar een keertje geweest?
Ja, kleintje, kijk hier, wat een mooie gebouwen, kijk hoe hoog die toren.
Daar woont de prinses!
Dat is geen vraag, je weet het wel zeker.
En ben ik nog jarig?
Ze vindt het geweldig dat verjaren zo lang duurt.

We gaan iets eten, en ze kiest pasta met broccoli en garnalen. De ober brengt een taartje met een kaarsje. Ze straalt en blaast.
En dan mag ze, zoals altijd de rekening vragen. La cuenta, por favor.
En dan smelten we. Want ze haalt met een ongelofelijke serieux de pesos uit de zak van haar rokje. Ze is tenslotte drie en wil ons best trakteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten