Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht juno spreekt. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht juno spreekt. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

woensdag 13 oktober 2021

Juno spreekt (afl. 10)



Juno heeft net haar eerste boek uitgelezen. Zachtjes fluisterend de woordjes hakken en plakken, dat kleine vingertje dat aandachtig de lettertjes volgt. Ze komt me even later de korte inhoud vertellen, want ja, jij hebt dat boek niet gelezen hé, mama. 

Wat is ze geweldig. 

Ik noteerde de voorbije maanden nog wel wat fijne uitspraken...

  • Gaan we nog eens poppertjes eten? (poffertjes)
  • De mooitheid, de moeheid, de koudheid
  • Dat is een een verhaal in rijmsels
  • Geef mij de rapser
  • Een grijze eenhoorn bestaat hé. Alle, ik bedoel, die bestaat in verzinning.
  • Ik ben een vlinder! Ik zit nog in mijn konkon.
  • Ik wil in de speeltuin eerst op de kakatrol
  • Nonkel Jonas heeft nog een peterkind
  • Dat is van hellipotter (harry potter dus)
  • Het enige goeie nadeel...
  • Waarom heeft een tractor een combinatie van grote en kleine wielen?
  • Wat is het belangrijkste in de wereld: dat de ziekenhuizen bestaan of dat de brandweer bestaat of dat afval NIET bestaat?
  • Juno, wat is die beker met centen in? O ja, dat is muntwater. 
  • Ik ken de weg op mijn honderd duimpjes!
  • FOTVOLDORIE
  • s-l-aa-p-w-e-l (hakken en plakken, weet je wel...)

En tot slot... 
- Mama, in welk seizoen is de wereld begonnen? 
- Wat een moeilijke vraag, schatteke. 
- Maar wel een goeie vraag hé mama.


dinsdag 22 december 2020

Juno spreekt (afl.9)

Ze groeit en praat maar door. En ik ben stapelzot van haar haren, haar lach en haar praatjes. 

De voorbije maanden mocht ik weer een paar pareltjes noteren:

  • Leg maar op de stafel (stapel dus)
  • Mag ik je bahe eens aandoen, mama? (bh)
  • Tanfottels (de opvolger van tanpoffels)
  • Eten we nog eens vofant?  (vol-au-vent)
  • Ik dans in mijn bloemenparijs!
  • Nog wat glitter voor de mooitheid.
  • Wist je dat ik van vlees ben gemaakt?
  • Dat was maar een verzinning.
  • Als je getikt bent, dan word je gevrijd.
  • Kom kijken mama, we maken een schimmelspel! 
  • Ik heb geen vreesthoogte.
  • Ik droomde van tomaat en komkommer. En abogado (avocado). En die droom heb ik opgegeten en nu ben ik wakker.
En verder zijn de dingen nog altijd vaak pakop en ook wel hegeim. Heerijk. 








Hier nog meer Juno Spreekt



dinsdag 12 mei 2020

Juno spreekt (afl.8)

Ik ben meer uren dan ooit bij het mooiste praatmeisje van de hele wereld. Ik kom er amper toe te noteren wat ze allemaal zegt en vertelt, iets met ballen in de lucht weetjewel. Maar daar wordt al genoeg over gezaagd en de titel van dit bericht is tenslotte niet 'mama zeurt'.
Dus ja, ik had natuurlijk liever niet gehoord hoe ongelofelijk fijntjes en schattig Juno 'het corona-virus' zegt, maar het is nu zo.
En ik noteerde ook dit:
  • Voel eens aan mijn koorts (wijst op haar voorhoofd)
  • Dat was vroeger, toen ik nog naar school ging, voor de ziekte (alsof het een afgesloten hoofdstuk is... )
  • En de juf zegt dan: vodvolkoffie!
  • Ik ben aan het zweden! (=zweten, terwijl ze toevallig haar pipi langkous-kleedje aanheeft)
  • Gerlukkige Hejaardag! 
  • Dat is wel spijt hé...
  • Mag ik op de taboulelet? (=tablet)
  • Altijd is Roodkakje ziek...
  • Ik ga me verkleden als een tante feetje (= de tandenfee)
  • (ze ziet een foto als schermbeveiliging op mijn computerscherm) Heb jij die rendieren gezien? Zijn wij daar geweest? Nee? Is dat is een foto van de computer? Is die computer dan daar geweest?
  • Wil je nog voorlezen van Pluk van de Flettepet?
  • Dat is papa zijn koetsfiets.
  • Oh nee, het is misgelukt! 
En eergisteren noteerde ik gedurende een voormiddag ook de vragen die ze stelt. Een van de grootste uitdagingen van het moederschap vind ik dat: achterhalen wat de verborgen context in dat kinderhoofdje is om de vraag te begrijpen. Ik dacht dat ik aan een vervolmakingscursus zou kunnen beginnen na kind 1, maar ik sta nog nergens gezien de boze blikken als ik haar niet meteen begrijp. 
  • Eet de mosselman schelpen? (geen idee waar dit van komt)
  • Is het steeltje altijd eerst? (van een bloem blijkbaar)
  • Bestaat er een café 'De Zon'? (mijn antwoord 'waarschijnlijk' wordt niet aanvaard)
  • Bestaat het woord gewooi? Ah nee, ik bedoelde boormachine. 
  • Die zijn altijd met twee hé? (gaat blijkbaar over de mannen in een ziekenwagen)
  • Hoe zing je van Schaapje, heb je witte wol, in het Chinees? 
  • Waarom hebben wij geen slee van hout? WAAROM NIET? 
We praten morgen weer verder, lieve Juno.  

Juno en haar eerste helemaal zelf getekende eenhoorn

Dat is een luchtballon, maar ik ben gezichtjes vergeten te tekenen. En dat is een wolk met zachte regen, voel maar. En dat is een boom die is gesneden en een nest met eitjes. En die vogel komt zijn ei stiekem in dat nest leggen. 

vrijdag 31 januari 2020

Juno spreekt (afl.7)

Mijn lieve Juno Puno wordt zo groot.
En al zijn het niet de gemakkelijkste tijden, ze is soms erg gerdrietig, onze gesprekken zijn heerlijk. 
Ik zeg dat er in ons tuintje geen slangen leven, ze kunnen niet tegen de kou, dan gaan ze dood. Ze denkt even na om dan bezorgd te vragen: maar ik kan niet tegen kietelen, en ik ga toch niet dood?

Ze beweert dat als ik hard lach, dat de hik bij haar verdwijnt. We proberen en het mislukt. Harder, mama, harder lachen! En ik moet zo lachen om haar blik, dat zij ook lacht en haar hik verdwijnt. Ze heeft dus alweer gelijk. 

En verder noteerde ik ook deze uitspraken:

Ik wil van die gekleurenden. Ik wil niet van die gebrokenden
Stel je voor.... dat ik een jas was!
Stel je voor... dat Oona alleen maar lippen was!
Zit er hier echt een hartje in mij? 
Acht, negen, tien, wien is al gezien?
Ik zie ik zie niet wat jij niet ziet
We fietsen in de reuk (ze bedoelt rook, het is mistig)
Dat zeg ik niet, dat is een hegeim
Sommige kindjes in mijn klas gaan naar het klontjesfeest (Suikerfeest) 
Dat is de grote broer, dat is de kleine broer en dat is de middelmaat broer

Mop van de maand: Slaap kindje slaap, het schaap drinkt melk met zijn voetjes.



maandag 7 oktober 2019

Juno spreekt (alf.6)




Dit is Juno die in haar bedje slaapt.
Met haar nieuwe tanpoffels aan.
Want wie heeft er ooit gezegd dat je daar niet mee mag slapen?


Zo doet ze mij vaak glimlachen.
Een kort lijstje van de voorbije maanden:

  • Mag ik alsjeblieft hagelslak?
  • Jezus, Maria en Jozus
  • (kijkt in de pan en wijst) Dat vleesje is rijp
  • Niet wenen Oona, ik zal je troosteren
  • Dat maakt geen kwaad
  • Dat maakt geen uit
  • Sst mama ik praat tegen mijn eigen zelf!
  • Innemuttemutte, wie is kaas wie is baas
  • Oh kijk, ik-hou-niet-van-jou bloemen (madeliefjes)
  • Later wil ik een boerderin worden. Of een koker. Of een winkeler.
  • Pipi Langkous, hoe heet die nu weer?
  • Een bij is een kokdier want die maakt honing
  • Waren wij aan het babbelen toen ik in jouw buik zat?

Juno, mijn liefste Juno.
Al even vier en mijn lievelingsdier.
Maar nee mama, ik ben een kindje! 




woensdag 16 januari 2019

Oona spreekt (en dat is ook best grappig)

Oona, zeven jaar en een half, geniet al evenzeer van de uitspraken van Juno als ik. 'Zet dat op je lijstje, mama!'. En toen vroeg ze me waarom zij geen lijstje had.. Ik kon zo een paar grappige uitspraken van haar herinneren, dus inderdaad...

Dit zijn mijn favoriete Oona uitspraken van de voorbije maanden:
  • Ik ga die tekening gebruiken als inspirering
  • Ik mag morgen naar het leerlingenappartement (= leerlingenparlement)
  • Als ik een dierenarts was, ik zou dat konijn repareren.
  • Ik wil niet dat ze over mij rottelen!
  • Oh nee, een vermoordenaar.
  • Actie nood! Actie nood! 
  • Let op voor die boomstronkels!
  • Ik moest iets halen voor de juf op het sextariaat.
  • Ik eet heel graag walrusnoten.
  • Wij zijn toch eens naar Plopsadorie geweest? (Plopsa Indoor)
En verder hadden we nog een heerlijk taalfilosofisch gesprek over binnenste buiten. Want het omgekeerde daarvan in woorden (buitenste binnen) is net hetzelfde! Ja ja, denk daar maar eens over na! 


vrijdag 28 december 2018

Juno spreekt (alf. 5)

Al een tijdje geleden dat ik deze rubriek nog eens bovenhaal, ik schrijf veel te weinig op, want Juno doet elke dag wel een heerlijke uitspraak. Toch een paar praatjes die mijn lijstje hebben gehaald:
  • Wil je dit papiertje kroketten? (Nieten bedoelt ze, geen idee hoe ze op dat wordt komt)
  • Ik was een jongensbaby hé mama?
  • Ik ben een Juno dinosaurus wolf! Groaaah! 
  • Ik ben niet sjattig! (heel grappig na de vorige zin waarbij ik natuurlijk vertederd naar haar keek)
  • En ik ben Juno en ik ben het kindje (ik stel onze bezoekers voor aan Juno en zij stelt zichzelf voor :-))
  • Is dat jouw beste vriend (Ik mag op de trein een balpen lenen van een jonge kerel.)
  • Mijn vleugel vestje. (fluohesje)
  • Een aardbei, twee aardbeiden. (logisch, toch?)
  • Is er iemand vanbinnen bij jou? In je buik? Hm. Bij mij ook niet. (Ze kijkt wat teleurgesteld)
  • Maar dat is niet echt, dat is alsop! 
  • Kom, we gaan naar paprika! (Ze bedoelt Afrika). 
  • Kijk een Kerstmis! (verzamelnaam voor Kerstman, Kerstboom, Kerstversiering, Kerststal,...)
  • Ik ben gevonden! (gewonnen, bij een spelletje. We laten haar meestal in de waan).
Heerlijke meid. Absoluut wel schattig.





zondag 10 juni 2018

Juno spreekt (alf. 4)

Ik bent jarig in de zomer.
Bijna drie maar pret voor tien met Juno.
Haar leukste uitspraken van de voorbije maanden...
  • Wij gaan peren met de tent! (Kám-peren, Oona heeft het dagenlang geoefend, maar helaas)
  • Een opant heeft een snurf. 
  • Ik wil naar de peentuin!
  • Kijk, een grote draaier (een windmolen).
  • Ik ben een mini-tje moe.
  • Even wachten en ook geduld hebben, mama. (ok dan)
  • Jij bent zeker moe, papa? Ikke niet. Want ik ben super blij. (forceert een dansje als bewijs)
  • Niet mijn tranen wegdoen! Mijn tranen moeten hangen! 
  • Kijk mama, ik slaap. (ogen terug open). Nee, dat was alsop! (Juno legt me het concept 'alsof' uit)






zondag 11 februari 2018

Juno spreekt (alf. 3)


  • Ik wil ook kukkelen! (knutselen)
  • Ik wil een deksel op mijn boterham. (ze wil een dubbele boterham)
  • Oh nee Juno, het regent. - Oh nee, de pannetjes worden nat!
  • Ik wil een kuffel! (knuffel)
  • Doe maar in de afwaswasmachien
  • Doe maar in de luizak (vuilbak)
  • Ik ben dot! (ik heb dorst)
  • Boeder jakob, slaap jij nog, hoor de sjokolade, bim, bom.

vrijdag 29 december 2017

Juno spreekt (alf. 2)

30 maanden vrolijkheid. Ze kan al druk telefoneren, vertellen wat er op de crèche is gebeurd en met Oona en de popjes spelen. Dat is bijzonder fascinerend omdat Oona dat eigenlijk quasi nooit doet, met speelgoed spelen. Maar dat is voor een andere blogpost. Hier een kleine selectie van ons taterwater.
  • Wil je een hatje tekenen? (Juno houdt van kleuren. Maar eerst, een hartje.)
  • Kijk, een baby! (Nadat we eens een mandarijntje hadden met zo'n mini-beentje, zijn alle mandarijnen-beentjes baby's.)
  • Nuno vindt het moelek. (De opvolger van ga nie lukke! Jaja, het gaat snel.)
  • Wat is dat zo? (En dan komt ze aangetrippeld, nieuwsgierig naar wat je doet, in je handen hebt,...)
  • Wil je helpen appeplieft? (Ook aan Oona vraagt ze dit meestal zo mooi. Krak. Dat is mijn hart dan, in stukskes.)
  • Zo. Das beter. (Juno heeft zonet al het licht in de hotelkamer uitgeknipt terwijl we aan het eten zijn.)
  • Konkelnonas. (Nonkel Jonas. Ik heb haar al tien keer gevraagd van wie ze de step heeft gekregen om dit antwoord te krijgen.)
  • Kijk! Een stippetje! (Ik heb een dikke puist in mijn gezicht). 
  • Oh nee. Pakok. (Het is kapot.)
  • Konketuur. Of nee, pekulaaspasta. Of fadefia. (Moeilijke keuze bij de boterhammen.)
  • Mama? Mama? Mama! Praat maar! (Ik ben te lang stil blijkbaar. Huh?)





dinsdag 22 augustus 2017

Juno spreekt (1)


Twee jaar is ons patatje lief schatje.
Geen idee of ze nu veel of weinig praat, en beter of slechter dan andere kinderen in de wereld van de vergelijkende ouders. Maar schattig is het wel.

  • makikispoeven? (altijd als ze iets ziet dat mogelijk eetbaar is)
  • ga nie lukke! (altijd als iets moeilijk is, meestal als ze ergens wil opklimmen dat net te hoog is)
  • ben je kaar? (na twee seconden tandenpoetsen, dan vindt ze dat ze wel klaar is, maar dat van jij en ik, dat is nog geweldig ingewikkeld natuurlijk)
  • papop auto! papop fiets! (dat roept ze vanop haar fietsstoeltje naar Oona op haar eigen fiets. Ook bij geparkeerde auto's. Je kan niet voorzichtig genoeg zijn, nietwaar).
  • kangoeloe, kangoeloe, kimmen op een ofant (kinderliedjes in de Juno-remix)
  • wa is mukukos? (wij hebben muskusossen gezien in Noorwegen en er is werkelijk niets schattigers ter wereld dat Juno die 'muskusos' zegt). 




woensdag 30 november 2016

Dagboek - november

Maandag

Ik ben te laat. De trein is te laat. De trein is te vol. Mijn jas is te warm. Mijn tas is te zwaar. Mijn hoofd is te moe. De koffie in een wegwerpbeker is te heet. De stad is te lelijk. Het regent.

Het kan nog. Ik kan nog terug. Ik ga naar huis. Ik ga ergens lékkere koffie drinken. Ik neem een bad. Ik ga slapen, zomaar, in het midden van de dag. Ik ween.

Maar ik loop verder. Niet omdat ik geen excuus vind, ik zou zelfs eerlijk durven zijn. Er is teveel verdriet, het spijt me, beste baas, vandaag kom ik niet. Ik loop door. Niet omdat ik wil werken, maar omdat ik dat eigenlijk nog minder wil, me overgeven aan de pijn. Ik vraag me of dat toch niet eens moet, doorgaan in het verdriet, zeggen de therapeuten dat niet, of is dat bij iedereen anders en kan het ook zo, geleidelijk, tranen die prikken en hoogstens een natte halve wang?

Daar is al de eerste e-mail, het eerste vergaderverzoek, de eerste collega, hoe was je weekend, best fijn.


Dinsdag

Ik zoek een papier van de mutualiteit in het rommelbakje. Plots hou ik in mijn handen de envelop. Mijn naam staat erop, met zwarte pen geschreven, een beetje uitgeveegd. Wat een mooi geschrift. En zit een blad in waarop de cover staat geprint van het boek dat hij wou kopen, vorige kerst. Revue Lanoye, een verzameling columns van Tom Lanoye. Er zat ook een briefje van twintig euro in, want hij was er niet geraakt, in zijn favoriete boekenwinkel.

Ik weet niet meer wat, maar ik heb iets anders gekocht met het geld.

Ik wil dat boek niet kopen, ik wil dat boek niet lezen. Ik wil dat het altijd het boek blijft dat hij voor mij had willen kopen. 


Woensdag

Lut heeft als verrassing chocoladeletters gekocht. De K (melkchocolade), de M (pure chocolade), de O (melkchocolade met nootjes), de J (witte chocolade).

Ik vind het zo lief. Ik wring een glimlach op mijn lippen, maar het knettert in mijn hoofd. Jaren geleden was een chocoladeletter iets exotisch. Iets wat papa speciaal uit Nederland meebracht voor ons, voor de vier kinderen de eerste letter van onze naam. Ook Michiel kreeg een letter, hij hoorde al snel bij ons gezin.

Ik open de M, want ik eet eigenlijk alleen maar puur.

Hij zou dat wel geweten hebben.

Nee. Stop. Het is gek om mezelf te betrappen tot het verdraaien van een herinnering. Hij zou dat misschien niet hebben onthouden, nee. Ik berg de letters op in kast. We zullen ze allemaal opeten, en ik zal me elke keer afvragen of hij het nu wel of niet zou hebben geweten, dat ik kies voor puur. 


Donderdag

- Had je geweend toen opa Jo dood ging?
- Ja meisje, dat weet je toch? Dat heb je toch gezien?
- Maar ik bedoel toen hij storfde. Toen.
- Toen hij stierf? Op dat moment?
- Ja.
- Ja, toen weende ik.
- Wel spijtig hé. Nu kan hij niks zien. Als je dood bent, zie je niks.
- Nee, dat is jammer. Wat zou je willen dat hij ziet?
- Juno bijvoorbeeld. Dat zij zo schattig is. Of dingen van mij. Op school ofzo.
- Gelukkig heeft hij jullie wel veel kunnen zien.
- Hij ziet mij graag, hé mama?
- Ja lieverd, hij ziet jou graag.

Ik hoop dat dit blijft duren.
Praten over opa. Ook in de tegenwoordige tijd. 


Vrijdag

Zijn we nu ingeschreven voor die quiz met ons familieploegje? Ging ik dat regelen? Of niet? Ik scroll terug, in een lang gesprek. Ik lees dat mijn ene broer aankondigt dat ze het huis hebben gekocht. Ik lees dat mijn andere broer zegt dat zijn appendix er zo meteen uit gaat. Ik lees dat mijn zus naar Legoland zal gaan met haar gezin. En plots scroll ik tussen fragmenten van de ellende. Hoe de chemo was. Dat we zullen bellen. Dat hij nu slaapt. Ik scroll snel weer naar het nu. En ik vraag of we nu zijn ingeschreven. En ‘De Morreeltjes’ als ploegnaam? Onze naam, zijn naam. 


Zaterdag

Three pieces? You can go over there.

Spreekt ze Engels omdat dat hoort bij het imago van deze winkel? Of omdat ze geen Nederlands kan? Ik vraag het me af terwijl ik de oorzaak van mijn helletocht, - winkelen op zaterdag in de stad - uit trek: een broek die veel te groot is en slobbert rond mijn lijf. Ik moet een nieuwe jeans.

Ik heb vier broeken uit de wanordelijke stapels geplukt, ze zijn allemaal te groot. Ik zou blij moeten zijn, trots, ik ben niet één, maar twee maten dunner, maar ik voel me ellendig.

Everything ok over there? Can I help?

Ik gluur langs het gordijn en zie hoe het meisje kapstokken ordent. Behendig draait ze de haken in dezelfde richting en spant ze een rekker rond een tiental stuks.

Ik stamel wat in het Engels over grote en kleine maten. Met een plotse nederlandse alsjeblief. Het meisje kijkt me vrolijk aan en wipt van achter haar kleine toonbank.

You want a skinny, right?

Ik plof neer op het kleine krukje in mijn versleten onderbroek en ik wacht.

Hij droeg een skinny, op het laatst. Dat vond hij erg grappig. Dat hij dat nog mocht meemaken. 
Een skienie begot. Van de hasjenem!
Ik lachte zuur toen, bleef staren naar zijn uitgemergelde benen, naar dat krachtige lijf waar zo weinig van over bleef.
Ik was zo blij dat hij een nieuwe broek had, dat hij er toch nog op een of andere manier goed uit wou zien.
Ik was hondsverdrietig dat een skinnybroek mijn vader van 61 jaar perfect paste. Ik ben het nog steeds. 


Zondag

Ik ben wakker.

Naast mij een warm groot lijf, dat heel zachtjes ademt. Ik hou zelf mijn adem in om mijn liefste te horen. Hij ademt traag en diep. Ik sluit mijn ogen, leg mijn handen op mijn buik en probeer mee te gaan, met hem. Het gaat niet, ik slaap niet. Ik kan even gaan kijken.

Ik sla het dekbed open en trippel naar boven. Ik duw zachtjes de deur open en zie een halfbloot kleuterlijf. Dat ademt. Ik dek haar terug toe en ze zucht. Een diepe zucht waarmee ze zich terug in haar slaap rolt, alle lucht eruit om dan langzaam en rustig terug in te ademenen. Op dat moment hoor ik nog een zucht. Ik sluip zachtjes naar de andere kamer en daar ligt mijn kleine grote baby op haar buik gelukzalig te slapen. Ze smakt heel zachtjes. Ze ademt heel stil. Ik leg even mijn hand op haar rug, want ik wil het voelen. Het inademen, het uitademen.

Ik kruip terug in mijn bed en geef me dan toch maar over de gedachte die ik probeer te mijden. Hoe het ademen stopte.

Nee, het stopte niet, het stokte niet, het hield niet op.

Het verdween.


-----

Welkom om ook een beschouwing te lezen bij dit dagboek.