zaterdag 28 november 2020

Brief aan een onbekend publiek (en een antwoord terug!)



Liefste onbekend publiek


U kent me niet en ik ken u niet.

Ik ben Katelijne, aangenaam. ik wil weten hoe het met u gaat. Ik heb ook een paar vragen voor u. Dat zit zo. Ik volg een opleiding rond leiderschap in cultuur. Een boeiende opleiding, met heel wat interessante sprekers die komen vertellen over de uitdagingen in onze cultuursector, over wat je vooral wel en vooral niet als leider moet doen. Bovendien is het een bijzonder fijne groep van Vlamingen en Nederlanders met wie ik dus een heel jaar lang mag discussiëren, nadenken en plezier maken.

Het lastige van die opleiding is dat het ook voor een stuk over jezelf gaat. Ik doe dat niet zo graag, in de spiegel kijken. Wie ben ik? Wat drijft mij? Waar wil ik naartoe? Dat vind ik moeilijke vragen. Maar ik heb veel nagedacht de voorbije tijd. Vooral over u, liefste onbekend publiek. Wie bent u? Maakt u soms deel uit van een publiek? U bent nog nooit in het cultuurcentrum hiernaast geweest? Vindt u dat jammer?

Ikzelf hou veel van theater. Dat was moeilijk in corona-tijden, maar gisteren zag ik na maanden eindelijk nog eens een voorstelling. De zaal vol afgeplakte stoelen en zenuwachtige medewerkers van het cultuurcentrum, maar alles verliep vlot en veilig.

Ik hou van theater omdat ik van verhalen hou. Ik lees ook graag, maar nog liever wil ik naar iemand kijken die mij een verhaal vertelt. Vindt u dat ook leuk, verhalen? Houdt u meer van film? Of wil u liever zelf iets doen om te ontspannen, dansen misschien?

Wat vindt u leuk?
Wat vindt u belangrijk?

Ik droom soms dat ik in een cultuurhuis werk. Ik stel me een mooi gebouw voor, met een podium, een witte zaal met muren en ruimtes om dingen in te zetten. Met een dansvloer misschien, spiegels. Met muziekinstrumenten of met schildersezels. Een huis waarin verhalen kunnen worden verteld. Wat zou ik dan kunnen doen voor u? Wat kan ik, of beter, dat cultuurhuis, betekenen voor u? 

Wacht, ik moet eerst iets anders vragen. Hoe gaat het eigenlijk met u? Het kan goed zijn dat corona serieus heeft ingehakt op uw leven. Ik zat in mijn leiderschapsbubbeltje te videobellen met collega’s. Dat viel allemaal nog wel mee eigenlijk.

Hoe is het voor u? Misschien is het maanden geleden dat u uw moeder heeft aangeraakt. Misschien is het maanden geleden dat u door iemand anders werd aangeraakt. Werd u nog eens geraakt, door woorden, door verhalen?

Ik ben bezorgd om u, lief bijna-publiek. Want wie denkt er nog aan u? De zalen zitten snel vol met de grote fans van cultuur die de weinige kaartjes hebben weten bemachtigen. En de medewerkers hebben het erg druk met looprichtingen aan te geven en overal alcoholgels neer te zetten. Denken zij nog aan u? En bovendien zijn er nu minder centen, want er zijn minder kaartjes verkocht. Het zal wellicht wat tijd vragen om u uit te nodigen, om met u te praten. Dus wie denkt er nog aan u, het publiek dat niet komt?

Je bent een leider in wat je doet, niet in wat je zegt. Dat las ik terug in mijn nota’s van de opleiding en ik besefte dat daar de angel zit. Ik doe heel weinig. Heel weinig voor u, mijn liefste onbekend publiek. Ik werk voor een organisatie met een wonderschone missie rond cultuur en het samenbrengen van mensen, maar ver, ver weg van u, het publiek.

Het zal niet eenvoudig zijn om elkaar te treffen. Ik weet niet goed waar te beginnen. Ik durf niet gewoon op u toe te stappen en u te vragen wat u belangrijk vindt. Nee, ik schrijf dan maar een brief. Ik heb de voorbije corona-maanden een paar brieven geschreven. Naar een vriend die erg ziek is. Naar een dierbare vriendin en dat is wat ik haar schreef, dat ze me zo dierbaar is. En naar een onbekende man, dat was fijn en romantisch. Maar ik wijk af. Ik wil maar zeggen: ik schrijf graag brieven. Ook naar u.

Kan u mij vertellen wat u graag doet? Wat u belangrijk vindt?

Even terug naar mijn ingebeeld cultuurhuis. Stel dat we het samen doen, leiden in cultuur, u en ik. Waar moeten wij het dan over hebben? Ons cultuurhuis is nog helemaal leeg en we mogen alles kiezen. Wat zouden wij dan organiseren? Wat zou u me vertellen, wat zou ik voor u kunnen doen? Wil u me daarover schrijven?


Liefs,

Katelijne


PS: Schrijft u terug?

(1 november 2020)

TOELICHTING


Als 'proeve van bekwaamheid' voor de opleiding Leiderschap in Cultuur die ik onlangs heb afgerond, schreef ik geen essay maar een brief. Ik heb deze brief in tweevoud en met de hand geschreven achtergelaten in een buurttuin, naast het cultuurcentrum, dicht bij de plek waar ik woon.

‘Een brief voor wie nog nooit in het cultuurcentrum hiernaast is geweest’





EEN ANTWOORD VAN ANN D. 



Beste Dame


Ik vond uw brief in de buurttuin, een plek waar ik maar zelden kom, maar dat terzijde.

Mijn idee van tuin ziet er een beetje anders uit.

Mijn man is er wel regelmatig te vinden. Ik werd aangetrokken door het thema “cultuur”. Alles ligt stil en niets beweegt. Dat is het ergst aan deze tijd: het stilstaan in de geest en het leven. Natuurlijk hou ik van verhalen. Ik heb een vriend-verhalenverteller ergens diep in de Ardense bossen, en ik ken ook wel wat mensen die van verhalen en vertellen hun bezigheid hebben gemaakt. Zo heb ik recentelijk een verhalenatelier ontdekt van ene Maarten. Jammer genoeg opnieuw: uitgestelde tijd.

Zelfs lees ik graag, ‘frekwenteer’ voorstellingen, ook om met mensen te praten, en begeef me als het mag in middens met gelijkgezinden (muziek, theater, lezingen).

Hoe ik een cultuurhuis zie? Zeker niet te strak. Een beetje retro is niet mis. Schildersezel: ja, spiegels niet. Dan zie ik mezelf te veel :-).

Veel planten, vogels, een culturele jungle. Een oerwoud van klanken, geluiden. En daar middenin een boomhut om te schuilen. Ook dat is nodig, terug tot jezelf.

Hoe ik me voel in deze tijden? Soms een lege schelp.Was ik maar, in mijn huisje in de duinen met alleen de wind, en de adem van de zee. En toch vond ik vandaag een brief, zomaar, onvoorzien. Ik ken de schrijfster niet, maar het voelde als een dekentje in november.

Daarom prijs ik de pen en de hand, en de voeten die de tuin in wandelden. Voor wie, voor wat?

Dat is vandaag mijn ster. De poëzie is een stipje aan de horizon, en wacht op jou, zegt Remco Campert.


Hartelijk,

Ann D.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten