zondag 9 augustus 2020

Blijf van mijn worst!

Beste vrienden,
beste familie,

Ik zou heel graag aan tafel willen zitten in vrede met u. Ik zou daarom HET GESPREK OVER DE VEGETARISCHE WORST willen schrappen uit ons register.
Ik verklaar me nader.

Op mijn veertiende wou ik geen vlees meer eten. Mijn ouders gingen tot op zekere hoogte mee in mijn argumenten, maar het duurde nog wel enkele jaren voor ik helemaal geen vlees meer at. Ik at nog wel zeevruchten en vis, maar na het lezen van ‘Dieren eten’ (nog steeds een tip trouwens, al zal het boek wat gedateerd zijn) heb ik ook dat afgezworen. En ik ben nog elke dag blij met mijn persoonlijke keuze.

Maar ik had het onlangs weer voor: HET GESPREK. Commentaar op mijn worst. Ik eet zo graag, dat commentaar op eten altijd gevoelig ligt. Maar als het over mijn worst gaat… Gevaar!

Vroeger was het nog interessant, dan vroegen mensen me vaak waarom ik geen vlees at. Dat was meestal een tof gesprek. Al vind ik het nog altijd niet fijn om over dode dieren te praten terwijl we aan tafel zitten, dus ik probeer het gesprek dan wat uit te stellen tot ik ook mijn dessert op heb. Jullie weten dat ik graag eet.

Tegenwoordig gaat het aan tafel niet meer over het waarom. De beelden van de slachthuizen zijn gekend en iedereen staarde al eens zuchtend naar de grafieken van de ecologische voetafdruk van vlees en zuivel. Goed nieuws dus, er is veel veranderd de voorbije twintig jaar. Ik hoef niet meer alles uit te leggen. En het vegetarische aanbod is ongelofelijk toegenomen. Maar daar, liefste medemens, knelt voor u blijkbaar het schoentje. In lang vervlogen tijden had ik de keuze tussen een pureeburger-met-een-erwtje uit de supermarkt, een brok smakeloze tofu of een dure spinazieburger uit de biowinkel waar mijn mama gelukkig af en toe naartoe reed. Vandaag de dag is het aanbod gigantisch: er zijn heel wat gespecialiseerde merken, de meeste supermarkten hebben ook producten van hun huismerk, en het lijkt wel alsof er elke week nog nieuwe vleesvervangers opduiken. Vroeger probeerde ik alle nieuwe dingen te testen, maar dat kan ik niet meer bijhouden.

Vandaag in het supermarkt-rek: worsten, hamburgers, spekjes, gehaktballen, ‘kip’stukjes, ‘runds’reepjes en ga zo maar door. En dan beland ik keer op keer in HET GESPREK.

Het gaat ongeveer zo:

Ja, maar wat ik niet begrijp, is dat jullie dan toch dingen willen die er als vlees uitzien en ook naar vlees smaken!

Stel je voor, zeg. Wat een arrogantie toch van die vegetariërs! Willen ze een vlees-uitzicht en een vlees-smaak! Dat is toch te gek?
Ik zou dan willen schreeuwen: leve nep! Leve fake-meat!

Ik zweer vlees af omwille van morele, ethische en ecologisch-duurzame redenen. Met die keuze moet ik dus blijkbaar ook de smaak en het uitzicht van vlees voorgoed afwijzen.
Terwijl, als je aan een vleeseter (of flexitariër) vraagt waarom hij of zij nog vlees eet; dan is het antwoord meestal: omwille van de smaak. Dus, je mag als vleeseter vasthouden aan de gewoonte van vlees eten omwille van de smaak, maar je mag als vegetariër geen vegetarische-worst-die-niet-te-onderscheiden-is-van-een-gewone-braadworst eten, net omwille van de smaak. Geef toe, dat is niet logisch. En het is een wij-jullie-denken dat gewoon niet nodig is.

Jaap Korteweg, aka de Vegetarische Slager, is een straffe ondernemer. Hij wil vanuit visie en gedrevenheid, maar ook vanuit een strak businessmodel, vleeseters overtuigen om steeds vaker te kiezen voor een vegetarisch alternatief. Hij kiest resoluut voor nep en heeft er zijn specialiteit van gemaakt om met zijn bedrijf alles zo goed mogelijk na te bootsen. Met hun nep-kip maak je zeer lekkere vol-au-veggie en de nep-gehaktballen doen het zeer goed in een tomatensaus zoals bij de bomma. Geniaal vind ik dat. Want, zo zegt hij, smaak is belangrijk. Mijn producten zijn er voor wie de smaak van vlees wil, maar niet het dierenleed en niet de ecologische impact. En dat zijn véél mensen.

En misschien, beste flexitariër, dat jij dat een gek een idee vindt. Nep-vlees dat té goed naar vlees smaakt. Dat is je goed recht. Eet iets anders, er is echt heel veel keuze van linzenburger tot pikante tofureepjes. Die proeven in de verste verte niet naar vlees, oef zeg. Maar veroordeel mij en mijn veggie-vrienden niet. Omdat wij ook houden van de smaak van braadworst, van de textuur van hamburgers.
Gun me mijn nep-vleesje.

En nu we toch bezig zijn, ik wil in HET GESPREK nog twee zaken vermijden. Sorry, ik ben op dreef. Ten eerste, HET GESPREK vervolgt dus meestal zo:

Ja, maar, dat is ook helemaal niet gezond hé.

Nee, natuurlijk niet. Ik eet geen worst omdat het gezond zou zijn. Ik ben geen vegetariër omdat ik kilo’s wil verliezen. Soms wil ik gewoon worst en de volgende dag eet ik weer iets gezonder. Punt.

En dan, ten tweede:

Ja, maar goedkoop is dat ook helemaal niet hé.

Nee, wie heeft dat beweerd? Voor een goed stuk vlees betaal je ook wat (al is dat nog veel te weinig gezien de hoge kost aan onze wereldbol). Dus ik betaal met plezier €4,49 voor een pakje nep-spek, meer dan het dubbele dan écht spek. Soms wil ik gewoon de smaak van spekjes, de volgende dag maak ik een super goedkoop stoofpotje met een bokaal kikkererwten van €1,09.

Tot slot, een geruststelling. Ik wil niet iedereen tot het vegetarisme bekeren. Omdat ik daar niet in geloof. Dat is zoals iedereen overtuigen om suikervrij te eten. Of alcohol te laten. Ik weet dat ik dik word van suiker en dat alcohol vanalles met mijn lijf en hoofd doet dat niet alleen verslavend maar best ook verwoestend is. En toch at ik net een stuk chocolade en dronk ik gisteren met veel smaak een halve fles cava. Dus, ik geloof in matigheid. Met mate kunnen we de wereld redden. Als iedereen af en toe het vlezeke op zijn boterham laat en gewoon kleinere stukjes vlees eet en niet elke dag, dan maakt dat een verschil. Heel veel flexitariërs hebben een veel grotere impact dan enkele wannabe-vegans die cold turkey (pun intended) overschakelen op een plantaardig dieet er na twee weken de brui aan geven omdat het verdikke moeilijk is en terug in oude vlees-gewoontes (=veel vlees) hervallen.


Ik hoop dat ik niet op zere tenen trap.
En dat je begrijpt dat ik gewoon mijn worst met smaak wil eten.


Tot binnenkort aan tafel, ik kom in vrede.

Katelijne

PS 1: hierbij mijn favorieten, de KONINGEN VAN HET NEPVLEES
PS 2: Ja natuurlijk, ik eet kei graag linzen. En gerookte tempeh. En een stoofpotje van seitan. Heerlijk, zo zonder-vlees-smaak!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten