woensdag 24 mei 2017

Op straat.


Zo voelt spijt dus.
Ik had tranen verwacht. Snikken. Drama.
Maar het is niet meer dan dit: ik voel me leeg en ik staar.
Ik staar naar mijn lelijke zelf.
Ik roep. WAT HEB JE NU GEDAAN?
Geen antwoord.
Mijn eigen stem klinkt hard in de lege ruimte van mijn binnenste.

Ik weet het.
Ik heb zelf alles naar buiten gesleurd.
De meubelen van mijn innerlijk. De zetel van de twijfel. De ladekast voor mijn geheimen. De boekenkast met verzonnen romans met goede afloop die ik zo vaak heb doorbladerd.

Het was mijn eigen keuze.
Ik heb mezelf op straat gezet.
Ik gunde mezelf niet langer onderdak.
De blote hemel maakt me klein maar ook vrij.
Dacht ik.

Ik had erover nagedacht. Gepraat met mezelf. Gepraat met de andere, in gedachten, goed wetende: dit is niet waar, dit is wat ik verzin.
Het is niet zo gegaan. Het is niet gegaan. Het is niet.

Ik sta hier op straat, alles raast aan mij voorbij. Ik heb koud en ik wil slapen.
Ik wil niet slapen want misschien word ik wakker met nog minder dan wat ik nu al heb. Met nog meer spijt die ik in mijn zakken prop terwijl ik doelloos door mijn leven loop.
Ik heb geen plan, ik heb alleen maar spijt.

Ik staar alsof er oplossingen zullen verschijnen. Betere versies van mezelf. In mooie huizen, onder dekentjes en er speelt Chopin.

Ik ril en hoop de spijt eruit te zweten.
Ik zweet en hoop dat spijt verdampt door mijn verhitte hart. 

Ik staar en zie mezelf.
Ik ben de fout. Ik wens mezelf te corrigeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten