We sloten dit bijzonder (reis) jaar af met een dubbeltrip in Noord-Patagonia: Bariloche en Peninsula Valdés.
En ja, weer een mooie reis.
Bariloche
We waren al in
Chile aan de andere kant van de Andes. Aan de Argentijnse kant zijn er (bijna) geen vulkanen, wel meren.
We sliepen de eerste nachten in een
cabaña, dat eigenlijk gewoon een stukje van een groter gebouw was, maar Oona vond het super want er was een trap! Het kind zal zotcontent zijn in Berchem, daar mag ze
twee trappen nemen om naar haar slaapkamer te gaan. En het was allemaal dik in orde, lekker warm gestookt enzo.
Onze eerste dag was een druilerige dag, de lente was dan ook nog maar net begonnen. We gingen naar het toeristenbureau voor wat info over de bus, bezochten het stadje (bekend om zijn chocolade, maar believe me, geen enkele van de geproefde chocolade kan tippen aan stukje Côte d'Or Noir de noir).
En we aten kaasfondue. In een Italiaans restaurant. Moet kunnen.
De eerste dagen dachten we onze plan te trekken zonder huurauto en dat is prima gelukt. We namen de bus langsheen het Nahuel Napi-meer naar het bekendste Argentijnse hotel
Llao Llao (helaas lichtjes over ons budget). Het is inderdaad prachtig gelegen, zelfs bij miezer en mist had de plek nog iets idyllisch.
De volgende dag was indrukwekkend wisselvallig: zon en buien de hele tijd door elkaar. Maar wij blijven vrolijk hoor!
We gingen naar Lago Guiterez, waar we een wandeling maakten naar een waterval en dan omhoog naar een mirador. Oona past gelukkig nog steeds in de draagzak, het was een korte pittige klim, maar het uitzicht was prachtig.
We dachten aan een late lunch in een hostería aan het meer, maar die was helaas gesloten. We zijn uiteindelijk om half vijf in een
vegetarisch restaurant in het stadje zelf beland, waar we aan een ongelofelijk snelheid grote borden vol lekkers hebben opgesmuld.
De volgende dag fluks uit bed en weer een bus genomen die een prachtige rit maakt. Voor omgerekend €0,80 krijg je een prachtige panoramische rit, alleen jammer dat er geen foto-stops zijn op zo'n publieke bus.
We stapten uit aan de Bahia López en wandelden vandaar terug naar het Llao Llao hotel.
De hele tijd kwamen we geen andere wandelaars tegen, het was nochtans een mooi tochtje, langs het verstopte meer (Lago Escondido), de Romeinse brug (waarbij mijn frank echt pas heel laat viel dat de Romeinen uiteraard nooit van z'n leven een voet hebben gezet in Zuid-Amerika, die brug was een soort van eerbetoon aan Argentijnse soldaten, ik begrijp niet wat de Romeinen daarmee te maken hebben), toffe bomen (Arrayanes) en prachtige meren.
We hadden flink doorgestapt, en verdienden een heerlijke lunch. Waar beter dan bij
Ona, een vegetarisch restaurant! (O)ona stelde niet teleur: zeer, zeer lekker gegeten!
Vervolgens weer de bus op naar het ski-oord
Cerro Catedral. We waren eerder laat, niet echt bij stil gestaan dat skiliften in laagseizoen niet tot 's avonds laat open zijn. We haastten ons dus voor de laatste rit naar boven en beleefden een van de leukste uren van ons familieleven. Sneeuw en een kind van drie, dat is een topcombinatie. We gleden op onze poep een paar meters naar beneden, gooiden sneeuwballen, lieten ons helemaal wegzinken in de sneeuw en genoten van het uitzicht. Veel beter kan het leven niet worden. Dat ik een uur later compleet geplet zou worden op de bus tussen hamburgeretende tieners en zwetende mannen mét vieze snorren, wist ik gelukkig nog niet.
De volgende dag trokken we naar de andere kant van het grote meer Nahuel Napi, naar Villa La Angostura. Niet veel gedaan die dag, vooral genoten van de zalige plek die
Ruca Kuyen is! Een vernieuwd hotel met een paar cabañas, al dekt cabaña niet echt de lading, het was echt een groot huis, mooi ingericht en je zit echt in het bos. Links achteraan, ons huisje dus...
Pas heropend en nog in laagseizoen, we hadden het hele domein voor onszelf en dat was leuk in de spa. Heerlijk om na al die maanden nog eens te zwemmen met Oona.
De volgende dag gingen we naar het nationaal park
Los Arrayanes. Dat park is een schiereiland in het Nahuel Napi meer met een mooi wandelpad, dertien kilometer tot in het puntje waar je de arranyanes vindt, die toffe bomen . We zagen een Magellaanse specht van heel dichtbij, zo'n bioloog bij de hand, die wijst je toch altijd op de mooie dingen.
Oona verbaasde ons met haar wandelgoesting: ze wandelde vlot 3 kilometer en 150 hoogtemeters langs twee uitzichtspunten.
Na die miradors in het begin is het nog een lang 'gewoon' stuk, maar het boske op het einde is inderdaad schattig, de kleur en de vorm van de arrayanes, dat geeft iets heel bijzonders.
Dan namen we de boot terug naar Villa La Angostura en dan snel, snel naar het hotel, want we moesten dringend de jacuzzi uittesten in de spa! Met schuim! Dat was zó leuk!
Voor de volgende dag hadden we een auto gehuurd en deden we de roadtrip van
Siete Lagos. Of toch een stuk daarvan, want we maakten een omweg naar Villa Traful. 's Ochtends stapten we uit voor een korte wandeling door een bamboebos met veel omgewaaide bomen. Oona loste al die problemen op, we hebben het echt getroffen met haar.
In Villa Traful wandelden we na de lunch naar een waterval.
Het is een idyllisch dorpje, maar dat werd toch pas duidelijk toen we wegreden en het wat begon op te klaren. De rest van de route was zeer mooi, echt een prachtige streek daar.
De laatste dag in Ruca Kuyen gingen we er nog eens helemaal voor: zwembad, stoombad, sauna, jacuzzi,... Dit is trouwens het uitzicht vanuit de sauna.
Na een slechte lunch de bus op naar Bariloche waar we op de nachtbus stapten richting Peninsula Valdés, het tweede deel van onze reis... Maar dat lieve kindertjes, is voor een andere keer.