- Wil je een hatje tekenen? (Juno houdt van kleuren. Maar eerst, een hartje.)
- Kijk, een baby! (Nadat we eens een mandarijntje hadden met zo'n mini-beentje, zijn alle mandarijnen-beentjes baby's.)
- Nuno vindt het moelek. (De opvolger van ga nie lukke! Jaja, het gaat snel.)
- Wat is dat zo? (En dan komt ze aangetrippeld, nieuwsgierig naar wat je doet, in je handen hebt,...)
- Wil je helpen appeplieft? (Ook aan Oona vraagt ze dit meestal zo mooi. Krak. Dat is mijn hart dan, in stukskes.)
- Zo. Das beter. (Juno heeft zonet al het licht in de hotelkamer uitgeknipt terwijl we aan het eten zijn.)
- Konkelnonas. (Nonkel Jonas. Ik heb haar al tien keer gevraagd van wie ze de step heeft gekregen om dit antwoord te krijgen.)
- Kijk! Een stippetje! (Ik heb een dikke puist in mijn gezicht).
- Oh nee. Pakok. (Het is kapot.)
- Konketuur. Of nee, pekulaaspasta. Of fadefia. (Moeilijke keuze bij de boterhammen.)
- Mama? Mama? Mama! Praat maar! (Ik ben te lang stil blijkbaar. Huh?)
vrijdag 29 december 2017
Juno spreekt (alf. 2)
dinsdag 19 december 2017
Leena: een liefdesverhaal.
Bekijk de reportage |
maandag 11 december 2017
Met papa in de sneeuw
Hij zou me bellen vanavond. Om te vragen of het gelukt is vandaag, met al die sneeuw. En hoe het is voor de meisjes, vinden ze het fijn of te koud? Hij zou zijn hoed dragen natuurlijk, en die lelijke warme laarzen.
Ik zou zeggen dat ik aan onze slee moest denken. Hoe die een roestig spoor trok door het witte zachte pak sneeuw. En dat ik daar sterke herinneringen aan heb, papa die niet met ons speelde, maar die ons wel vooruit trok in het eindeloze wit in het park. Ik kan het me plots zo moeilijk voorstellen: papa die rent en trekt? Wat ik wel zeker weet:, hoe hij even later zei tegen ons: luister, het is zo stil. En heel even zouden we luisteren naar die stilte.
Hij zou vragen hoe het nu met Michiel zijn oma gaat. Niet goed nee, maar wat is niet goed na een rijk en lang leven? Sterkte zou hij zeggen, doe ze de groeten daar allemaal.
We zouden allebei denken aan moemoe. Nu pas kan ik me iets voorstellen hoe het verlies voor hem moet zijn geweest. Zijn vader, vava, veel te vroeg verloren, het eerste kleinkind, mijn zus, nog maar net geboren. Zijn moeder, moemoe, met zo veel verdriet, de laatste maanden staarde ze voor zich uit alsof ze aan het wachten was, om zich dan in die laatste uren vast te klampen aan het leven. Ik denk aan haar handen met die lange vingers, en hoe de zijne, weliswaar heel wat groter, zo hard op de hare leken toen ze stierf.
Ik haal Oona van de chiro, ze vertelt over de spelletjes die ik vroeger ook speelde. Over omgekeerde jagersbal, rollend tapijt, en iets met een blinddoek dat ik niet helemaal begrijp. Ik bedenk dat ik wafels had moeten maken zoals papa vroeger. Ik zie de grote beslagkom voor mij op de verwarming, het gistdeeg lauw en plakkerig en klaar voor het hete ijzer. En dat metalen ding voor bloemsuiker, je moet knijpen en het sneeuwt op je bord. Ik heb er later ook zo eentje gekocht en nog maar een keer gebruikt. Ik betaalde voor de herinnering.
Ik weet eigenlijk niet zeker of het wel papa was die de wafels maakte, dat kon ook mama zijn geweest. Ik twijfel ook aan die handen, ik wil misschien gewoon graag dat ze op die van moemoe leken, zoals een lijn die ik zelf teken en verder niet bestaat.
Ik doe het vaak: bedenken wat hij nu zou zeggen en daar dan antwoord op geven. Stilletjes in mijn hoofd. Maar buiten het verdriet - hij is er niet, hij is niet - vind ik ook troost: hij hoeft hier niet te zijn om bij mij te zijn.
Dat van die slee, zo zeker ben ik dus niet, dat gebeurt er met herinneringen. Ik kleur ze in met wat ik nu weet, met wat ik nu voel.
Dat is niet erg, je houdt het niet tegen.
Dat is niet erg, het is met liefde.
We zitten op een slee, papa trekt ons voort, we roepen 'sneller, sneller', hij gaat sneller en daarna eten we wafels.
vrijdag 1 december 2017
Het waait taal.
Ik kijk naar dat oudste meisje. Ze leest. Het is een wonder. Het is helemaal niet uniek of bijzonder, maar het ís een wonder. Haar geconcentreerde blik, het vingertje, haar mondje dat de letters vormt, haar stemmetje dat volgt, en hoe ik haar zie denken, hoe ze de woorden maakt in haar hoofd, hoe ze de letters en de dingen met elkaar verbindt. Ze is zo mooi.
Kaas. Ze las het op het marktkraam, nu al weer twee maanden geleden. Ik keek haar aan: ze keek zo blij. En verwachtingsvol. We dachten hetzelfde: ze kan lezen, het kan beginnen, het is begonnen.
Soms kijken Michiel en ik elkaar aan, dan is er weer iets gezegd, dan is er weer iets gelezen. Dan waait de taal in ons huis, mijn hart dartelt mee.
vrijdag 17 november 2017
Gelezen: Max, Mischa en het Tet-offensief
Volgens mijn e-reader las ik 41 uur in dit vuistdikke boek. In sessies van gemiddeld 36 minuten, niet toevallig ongeveer de trein-tijd tussen Antwerpen en Brussel. Omgerekend een dikke werkweek. En het was elke minuut waard, wat niet van elke werkweek gezegd kan worden. Wat een boek.
Ik ben blij dat Max enkele weken in mijn leven was. Ik ben jaloers op Mischa. Ik zou graag praten met Owen. En de moeder van Max gewoon even vastpakken, voor de zekerheid.
Ik wil terug veel naar jazz luisteren. Miles Davis, Coltrane, Mingus. Ik wil alles horen en alles begrijpen. Ik moet eens over de Vietnam-oorlog lezen, want ik weet helemaal niets. Ik wil meer naar musea gaan, ik wil meer kunstwerken zien, ik wil beter kijken, ik wil lezen over kunst, ik wil dat iemand me vertelt over kunst, over de betekenis, over de waarde, over het idee achter een kunstwerk.
Ik wil theater maken, ik wil nadenken over tekst, over woorden, over scènes. Ik wil schrijven. En ik wil niet schrijven, want hoe Johan Harstad daar schrijft, nou ja.
Ik voel me een beetje stuurloos nu. Maar ook rijker, slimmer, wijzer (misschien). En nieuwsgierig. Hongerig.
En dat is waarom ik lees.
Ik kan dat niet genoeg aanraden.
zaterdag 4 november 2017
De vangrail
Niet gewoon, vooral niet gewoon, maar waanzinnig, fantastisch, reusachtig.
Dat is absurd, ik weet het.
Want er zijn geen pieken zonder dalen. En ik wil uiteraard geen verdriet.
Maar soms ben ik zo hongerig (of ambitieus, kies maar welk woord het beste bij me past) naar dit leven, dat ik wil dat het véél is, dat het méér is.
Woensdag reed ik tegen een vangrail.
Er zijn excuses te bedenken (de wegomleiding, de onbekende weg, de hellingsgraad en de versnellingen die ik niet altijd met elkaar wist te rijmen die rit, de autoradio die ik niet kon uitzetten,...). Die excuses tellen niet. Want ik deed gewoon iets stom: ik greep naar mijn telefoon met google maps erop die onder mijn stoel was gegleden.
Toen was er een vreselijk geluid, ik keek ik terug op (had ik werkelijk mijn blik afgewend??), ik zag de vangrail en stuurde zo snel ik kon de auto terug naar de juiste kant van de weg. Ik zette me half in de berm. Ik trilde maar was relatief kalm.
Toen kwam er een tegenligger aan en meteen daarna reed iemand me aan een hels tempo voorbij. Er ontplofte iets in mijn hoofd.
(Als er op dat moment een tegenligger was geweest)
(Als er op dat moment iemand achter me reed)
(Als er geen vangrail was geweest)
(Als ik niet snel terug de controle over mijn stuur had gevonden)
(Als ik dan toch Juno zou hebben meegenomen)
Oh.
Het is niets, ik heb niets.
Ik herhaalde het een paar keer. Een beetje pijn aan mijn oogkas, dat was alles.
Uiteindelijk vond ik de moed om uit te stappen om de schade te bekijken. Die is aanzienlijk: een diepe kras over de hele lengte van de auto en aan het portier is het metaal verfrommeld, al was het een vel papier.
Ik heb zoveel geluk gehad. Ik ben zo stom geweest. Ik heb zo veel geluk gehad.
Vrijdag wandelen we in een prachtig herfstbos. Oona probeert de vallende blaadjes te vangen en loopt over een boomstam over de rivier. Ze zal acht kilometer lang blijven zeggen dat we avontuurders zijn omdat dat nu eenmaal een beter woord is dan avonturiers. Juno wil niet in de draagzak. Nuno zal het zelef toen. Kimmen, kimmen! en daar gaat ze, met haar mini beentjes omhoog langs dikke boomwortels. Ik praat met mijn mama over vanalles en nog wat en geef een pistolet met pure chocolade aan mijn liefste.
Gewoon is goed.
Gewoon is echt goed.
Het komt kei hard binnen.
donderdag 12 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Middag
Toen aten we verder onze boterhammen en dachten zeker niet aan hetzelfde.
woensdag 11 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Begin
dinsdag 10 oktober 2017
Broodjes bakken met Sarah Lemke
Ik heb geantwoord: ik eet graag.
En omdat ik graag goede dingen eet, lekkere dingen, bak ik ook graag. Want als je bakt, dan rek je het plezier met heerlijke geuren voor en na. En daar, lieve lezers, daar word ik nu eens ongelofelijk gelukkig van.
Ik ben geen cupcake-ster die de mooiste creaties maakt. Ook geen patisserie-specialist met de fijnste crèmes, ganaches en toppings. Maar ik weet hoe een goede cake smaakt, ik vind het tof te experimenteren met vegan-gebak (niet simpel) en ik bak héél graag brood. En dat is nog niet zo simpel. Tijdens ons jaar Ururguay heb ik geëxperimenteerd met no-knead bread, bagels, pistolets,... met wisselend succes. Zoals in mijn hele leven dus, ik heb een scherpe herinnering aan papa die toch maar een super harde zelfgebakken pistolet wou opeten om mij niet te ontgoochelen. Ik was, gok ik, een jaar of dertien.
Toen De Standaard een tijdje geleden een broodactie deed in samenwerking met De Superette, stond dat in mijn agenda. Ik kocht een krant en kreeg een zakje zuurdesemstarter. Of toch zoiets, want dat was geen échte zuurdesemstarter, daar zat ook gist bij, echte zuurdsemstarter krijg je niet gedroogd in een zakje. (Hoor, ik klink als een pro.)
Met dat zakje maakte ik twee lekkere broden, maar het derde was helemaal plat. De zuurdesem had gefaald. Het smaakte nog altijd, but I killed it.
Toen zag ik die workshop van Sarah Lemke herself (ieder zijn idool hé), en bij de tweede poging kon ik een plaatsje bemachtigen, samen met foodie Ans! De hoge kostprijs van die workshop heb ik maar genegeerd, dat is toch een kans die je niet kan laten liggen?
Deze zomer was er veel Bokrijk-liefde ontstaan: voor het park als geheel, voor de mensen die daar werken en voor de Superette, de bakkerij. Het is ook een heel geslaagd erfgoed-marketing verhaal, dus professioneel vind ik dat ook nog een interessante case.
Die Bokrijk-liefde was iets minder op maandagochtend om zeven uur toen bleek dat Bokrijk nog steeds bijna twee uur treinen ver lag van Antwerpen en er uiteraard een defecte trein in het spel was. De eerste aansluiting meteen gemist met als resultaat dat wij te laat aankwamen. Dat viel gelukkig mee, Ans had voor een theetje gezorgd voor op de trein, dus de koffie konden we skippen. Kennismaken zat er ook niet meer in, maar hé, daar waren een tante en een nicht van Michiel, dus dat was ook geen probleem.
En dan hadden we een heerlijke dag. Omdat dat zo'n heerlijke plek is. Omdat brood bakken heerlijk is. Omdat ik echt veel heb geleerd. Omdat we alles mochten vragen. Want zuurdesembrood, dat is echt iets apart.
De stijl van Sarah is wel iets apart, maar ik was helemaal mee dat een starter die tot leven komt freakin' awesome is, dat je rozijnen niet moet weken bij brioche omdat je anders a shitty messy kind a thing krijgt dat niemand wil eten.
We maakten een basiszuurdesembrood, dat ook ter plekke werd gebakken. We maakten ook een meergranenbrood en een brioche met rozijnen, om thuis af te bakken.
Het was echt een workshop naar mijn hart omdat ik voortdurend mocht ruiken en voelen. Oh, het geluk van een levend deeg te voelen, en dat delen met zo'n groepje... Heerlijk, ik ben niet alleen met zo'n fascinatie.
Die broodjes uit de oven zien komen was heel bijzonder.
De lunch was something easy maar wat een lekkere linzen/wortel/pastinaak soep met uiteraard perfect brood en verse kaasjes van de markt. Dat heeft me zó gesmaakt!
Op het einde van de dag begon er wel wat teleurstelling te knagen, ik had liever alle broodjes daar gebakken (niet gerust op het effect van een treinreis van twee uur op briochedeeg) en er bleven wat onduidelijkheden over het ene of andere recept en de juiste verhoudingen.
Wij vrolijk tetterend op de trein (eerst een stukje verkeerd gelopen, maar soit) en Ans stapt drie stationnekes vroeger af dan ik. Vervolgens deze conversatie:
Als ik later ooit rijk en beroemd ben en iemand me vraagt welke eigenschap ik haat aan mezelf, dan is het zeker en vast deze vergeetachtigheid, die nonchalance, die onzorgvuldigheid. Mijn broodje (en dat van Ans) lag nog rustig te koelen en ik ben vertrokken met mijn zak met starter en twee deegmassa's... Ongelofelijk dat wij dat dus allebei vergeten en pas opmerken als we bijna thuis zijn.
En deze foto's zijn nu echt wel belangrijk... want wat hadden wij een schoon broodje.
Enfin, snel snel eten, naar de schrijfles en dan 's avonds laat nog mijn meergranenbrood afbakken. Te haastig willen zijn (Oh! Die nonchalanche! Die onzorgvuldigheid!), fouten gemaakt met als resultaat een meergranenbrood dat amper is gerezen. Ik had er zwaar de pest in gisterenavond.
Maar vanochtend keek ik naar die foto's, besefte ik nog eens hoe zálig ik het vond. Dat platte brood was zo slecht nog niet en ik bakte tegen de middag de lekkerste brioche uit mijn leven. Andere mensen zijn blij dat ze een wasmachine kunnen insteken als ze thuiswerken, ik word hondsgelukkig als ik een broodje in de oven kan schuiven. Hoe lekker was dat. En mijn huisgenoten lusten geen rozijnen. Dus. Helemaal. Voor. Mij. Alleen. Aaaah.
En nu ga ik mijn starter voeden want morgen hoop ik een perfect basis zuurdesembrood te bakken.
zondag 8 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Vertrokken
zaterdag 7 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Klein
vrijdag 6 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Diamants
donderdag 5 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Hotel
woensdag 4 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Zo'n avond dus
dinsdag 3 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - Niet genoeg
maandag 2 oktober 2017
Zeer Kort Verhaal - In de branding
zondag 1 oktober 2017
Een brief voor Peter De Graef
ik schrijf om u te bedanken voor wat ik gisteren dankzij u mocht meemaken. Meemaken is niet het juiste woord, nu ik erover nadenk, ik maakte helemaal niets, nee, u heeft mij gemaakt. Dit klinkt wel heftig, zo in de eerste regel van een brief.
U maakte mij dus, u hebt mij een beetje hersteld. Ik had er best een zware nacht en dag op zitten. Ik ben heel emotioneel betrokken bij mijn werk en als er dan dingen bewegen en worden beslist, dan valt mijn schil af en rol ik holderdebolder, dan stuiter ik, en dan doe ik me best wel pijn. Geen bloed of diepe wonden, maar blauwe plekken en het schuurt hier en daar.
Ik was enkele maanden geleden bij de laatste voorstelling van Rudy. Ik heb al best veel theater gezien, maar wat u daar bij mij teweeg bracht, dat was van een geheel andere orde. Als nieuwe fan wist ik dus wel enigszins waar ik me aan kon verwachten. En ik wist dat het, ondanks mijn vermoeidheid en de beurse plekken in mijn volle gedachten, een goed idee zou zijn om mij te laten wegzinken in een zachte zetel en me over te geven aan u en uw kompanen.
Ik weet niet u of dat weet, ik weet niet of anderen dat ook zo ervaren in die rode zetels, maar u neemt mij dus helemaal niet mee in de emoties, u neemt mij niet mee in een verhaal. Nee, u doet iets anders, veel radicaler. U doet iets met mij, met mijn verhaal, met mijn emoties. U brengt zo veel in mij teweeg dat ik deze ochtend in mijn eigen onrust verdwaalde, omdat ik bij al de banale dingen van het weekend (de pistolets, mijn dochters die een ananas kleuren, en de beslissing of het patatjes of kroketjes zullen worden straks), omdat ik in al die dingen geen enkele aansluiting vond bij wat daar in mijn binnenste wroet. Ik dacht terug aan die kip, en het verschil tussen zijn en een verhaal zijn, en het lange gesprek met mijn hartvriendin die gisterenavond bij me was. Het was een moment, dwalend door de straten in Berchem, waarvan ik wist dat het een herinnering zou worden. Dankzij u, dankzij uw woorden, dankzij de muziek die vanaf de eerst toon mijn hart beroerde.
Wie blauwe plekken heeft opgelopen, verdient rust. En toch verkoos ik om te blijven gaan, te blijven wandelen, op het ritme van de woorden van gisteren. Dan stroomt het bloed, dan genezen die blauwe plekken en vervaagt hun kleur. Of dat is toch wat ik wil geloven.
Bedankt om mij gisteravond op de mooist mogelijk manier weer te brengen naar die dingen in het leven die er echt toe doen. Zoals dochters die een ananas kleuren.
Doet u vele warme groeten aan die mensen om u heen? Want elke noot, elk woord, elke beweging, elke stilte, het klopt allemaal en dat is dankzij hen.
Bedankt, tot ziens,
Katelijne
PS: 'Twee zielen' is nog te zien op vele plekken, kijk maar eens op UiTinVlaanderen.be
PS2: Lees ook het interview in De Standaard van dit weekend.
woensdag 20 september 2017
Koffie en terras in Antwerpen
Tegenwoordig denk ik er zelfs in de helft van de gevallen aan om de zak met zandspeelgoedjes mee te nemen. Tsjakkenbak, deze moeder leert bij!
Hier mijn tips voor zonnige dagen en onrustige kinderen....
Met vriendje Noa in Park Spoor Noord |
Café Kamiel - Markgravelei
Spijtig dat er nog een klein straatje zit tussen café Kamiel en het Hof van Leysen. Maar het terras is er heerlijk en in het park is een leuke speeltuin. Niet ideaal voor kleine kindjes (je ziet niet veel van op het terras). Onlangs het tapasbordje goedgekeurd, we wisten al dat de brunch in het weekend heerlijk is. De akoestiek binnen is minder, dus zeker geen winterip. Maar dit was een blogpost over terrassen en op dat vlak: 9/10!
Aan het strand van Oostende - Dageraadplaats
Op de Dageraadplaats is een kleine en ietwat verouderderde speeltuin. Toch genoeg plezier voor twee koffies schat ik. Een deel van het terras van deze brasserie zit meteen aan het restaurant, en volgend deel staat op het plein zelf, dus echt naast de speeltuin. De ontbijtjes zijn er heel lekker en voor kinderen zijn er dingen zoals chocomelk met smarties.
De Living - Harmoniepark
Eigenlijk nog niet vaak geweest maar al zo vaak langs gefietst. Grote (zand)speeltuin en nog een klimding voor grotere kinderen wat verderop. Moest je soms twijfelen aan het welslagen van onze superdiverse maatschappij: ga dan even daar iets drinken. Joodse moeders, Noord-Afrikaanse families, oude mensen met een zuurstofding vanuit het nabijgelegen ziekenhuis, hangjongeren én hipsters die met frisbees gooien: ze zijn er allemaal.
Melkerij - Nachtegalenpark
Een classic bij ons aangezien we er zo goed als elke kinderverjaardag hebben gevierd. Picknickbanken langs de speeltuin als je je eigen taarten bakt en thermossen koffie meezeult. En anders een pracht van een terras, bij goed weer een serieuze uitdaging om een plekje te veroveren. Eten vind ik er duur en niets bijzonder, maar de ligging in dat park is heerlijk. Prachtige herfst daar, dus met een extra trui rek ik daar graag het terrasseizoen.
Bar Leon - Krugerplein
Het is leuk in BOHO, zoals we tegenwoordig moeten zeggen. Het Krugerplein is een verstopt plein maar wordt de laatste jaren door alle hipsters ontdekt. Bar Leon is gewoon een heel fijne plek met lekkere gemberdrankjes en een terras naast de zandspeeltuin. Met water ook, reservekleertjes zijn nuttig. Achter de hoek is trouwens Borgo Gelato, een nieuwe ijsjeswinkel met bijzonder lekker ijs (ook vegan!). Zei ik al dat reservekleertjes nuttig kunnen zijn?
Bar Stark - Rivierenhof
Oké, deze hoort niet helemaal thuis in het rijtje. Bar Stark heeft ook een grote tuin en dus een fijn terras, maar daar staat geen speeltuin in. Daarvoor moet je tweehonderd meter verder, net buiten het Rivierenhof. Bar Stark heeft wel héél lekkere koffie en een speelhuisje binnen. Genoeg papier en veel kleurtjes... Koffie met kinderen en zonder terras is plots weer haalbaar dan.
Bar Noord - Park Spoor Noord
Bar Noord blijft nog een tijdje open in de herfst... Brunchen op zondag is er echt super goed (soesjes!) en dat terras, geweldig. De waterfonteinen, de speeltuin,... Ik ben en blijf een fan.
En buiten de stad:
De Schorre - Boom - prijs voor de ongezelligste cafetaria, maar grote leuke speeltuin!
De Jongste Telg- Boechout - restaurant met grote tuin, speeltuin en wat diertjes
Pachtgoedhof - Kruibeke - grote speeltuin en terras, kinderboerderij
donderdag 14 september 2017
Brussel Noord, kant Rogier.
Aan het Brusselse Noordstation, kant Rogier, wordt al maanden gewerkt. Een nieuwe helling moet de duizenden pendelaars iedere ochtend uitspuwen en iedere avond weer inslikken. Het is een lelijk station maar ik hou van de klokkentoren. Het is een gekke keuze om net op een plek waar tijd belangrijk is, te kiezen voor een onduidelijke uurwerk met dikke wijzers. Alsof de klok je van meters hoog toe wil schreeuwen: ik weet het ook niet exact, misschien is het te laat, misschien ook niet.
Al maandenlang laveer ik met mijn fiets van de fietsenstalling bovenaan naar beneden, tussen al die pendelaars. Eerst op een veel te smalle tijdelijke helling van spaanderplaten, ondertussen op een grote brede helling, die maar niet afgewerkt geraakt. Nog steeds ontbreken er stukken blauwe steen, nog steeds staan er verloren hekken, geraakt het hier dan nooit af?
Ik heb geen tijd voor die gedachte, voor die ergernis. Want mijn aandacht wordt door iets anders opgeëist. De tientallen zwarte mannen, of zijn het er meer, die samentroepen rond de helling, en wachten. Door de werken werd een hele galerij, onder de spoorweg, terug open gewerkt. Wellicht droomt een beleidsmaker van kleine winkels, van leven in een doodse buurt. De afschuttingen werden weggehaald en er kwam rommel tevoorschijn. Zo leek het, want het wás geen rommel. Het was een leven. Een huishouden bijna. De honderden kledingstukken, de vale matrassen, de natte dekens, de honderden spullen: achter de afschuttingen werd gewoond, geleefd. Al die maanden fietste ik erlangs, denkende dat ik de ellende van deze mannen, donker en mager, wel kon zien. Ik had het mis.
Onlangs brachten de werken aan de helling een onverwacht voordeel. Er werd een groot elektriciteitspunt geïnstalleerd zodat de werkmannen eenvoudig hun slijpmachines kunnen hanteren, ooit moet het toch mogelijk zijn om die blauwe stenen állemaal een plaats te geven. Er werd een stopcontact veroverd door de mannen. Er werd een dominostekker voorzien, ik beeld me in hoe ze allemaal een halve euro hebben bij gelegd. En sinds die dag, troepen de mannen samen rond dat elektriciteitspunt. Het lijkt de werkmannen niet te deren.
De mannen laden de batterijen van hun telefoons. Ze laden hoop. Ze wachten, ze staren, ze worden zenuwachtig, ze wachten op hun beurt. Ze wachten op hun kans, op een signaal, op een teken van leven, van wie ze hebben achtergelaten. De werkmannen slijpen verder aan hun stenen.
Zo gaat het even door. Niets lijkt vooruit te gaan, niet de werken aan de helling, niet het wachten van de zwarte, donkere mannen.
Onze staatssecretaris voor asiel en migratie wordt zenuwachtig: hij weet niet wat te doen met deze mannen. Ze willen hier niet blijven, ze willen verder. Ze willen geen asiel en hij weet niet of hij daar nu wel of niet blij mee moet zijn. Dus de politie komt erbij, de situatie van tientallen mannen die slapen achter het fietsenrek en overdag wachten aan het elektriciteitspunt, of honderd meter verderop in het park, die situatie moet worden opgelost.
Opgekuist, dat zegt hij.
Haal de bezem, de vod, en aan het werk.
Ik walg. Wat kunnen we nog verwachten van pendelaars zoals ik, als een regeringslid zulke woorden in de mond neemt?
De mannen waren er niet deze ochtend. De matrassen achter het fietsenrek zijn weggehaald. Het was de eerste echte frisse dag, er komt een eerste echte frisse nacht.
Ik hoop dat de mannen ergens zijn waar ze willen zijn. En dat hun batterijen vol zijn.
zondag 10 september 2017
Papa en het Vigeland park
Ik keek naar de beelden, we zaten in de speeltuin, we wandelden wat rond, we lachten met toeristen met selfiesticks en aten druiven. En ik dacht: dit gaat, dit gaat goed. Ik dacht: met mij gaat het goed.
Een jaar daarvoor ging het niet. Ik huilde een beetje, de meisjes weetjewel, en huilde diep vanbinnen de rest van de reis in Noorwegen. Het verdriet om papa was zo groot en zo blijvend. In augustus 2016 leek er helemaal niets veranderd tegenover juni 2016. Ik wist niet hoe ik de rest van mijn leven met zoveel verdriet kon leven, het verse verdriet was na twee maanden nog geen sikkepit geminderd.
Het wordt wel vaker gezegd: dat eerste jaar.
Ik deelde in november een stukje van mijn dagboek. Op 1 januari knalde het jaar 2017, zonder papa, er kei hard in. Ik was jarig, hij was jarig, En toen was er een jaar voorbij. Toen was hij een jaar dood.
Exact een jaar na zijn begrafenis, zat ik op de afscheidsdienst van een moeder van een collega. Ook te jong, ook te vroeg. Het waren zware weken geweest, met veel zorgen om veel dingen. Mijn hoofd zat zo vol dat op zijn minst de tranen eruit moesten. En toen ook de woorden. Er was een belangrijk gesprek, het gebeurt toch niet zo vaak dat er echt iets wordt gezegd.
En even later kon ik het ook luidop zeggen: het gaat niet goed met mij.
Ik haalde adem, ik ging lopen, en ik zag plots dat er een keuze was.
En toen werd het zomer, en het ging beter. Niet langzaam, maar in horten en stoten.
Ik ga zeker nog terug naar het Vigeland park. En ik ga zeker ook dan denken aan papa en hoe zijn ogen blonken als we spraken over die beelden en dat park en de dure maar lekkere koffie in Oslo.
Het duurde iets langer dan een jaar. Maar met mij gaat het goed.
vrijdag 1 september 2017
Brief aan Oona op de eerste schooldag
Vanmorgen vertrok je naar het eerste leerjaar. Een nieuwe school met daarin zoveel nieuwe dingen, je was zenuwachtig maar zo stoer en benieuwd. Ik ben fier.
Je koos voor de ribfluwelen broek die ik te winters en te kort vind (wat groei je snel, lieverd). Maar het is zo'n zachte broek, zei je, en alles wat deze dag wat zachter kan maken moeten we omarmen.
Je bent geen kleuter meer, met je honderdentwintig en een beetje centimeters.
Een hangmat noem je nog steeds een hangbad, je vindt het leuk op de Sinksenfoon en bij dat kinderliedje zing je nog steeds 'is er dan geen Smits in 't land, die de sleutel maken kan'. Een familie-mopje, heerlijk.
Ik ben zo blij dat ik je deze zomer zo veel heb gezien, dat ik zoveel heb mogen delen in jouw wereld.
Alles wil je weten, er mag niets gebeuren, er mag geen woord worden gezegd, jij wil het allemaal beleven, begrijpen. Je vouwt zakdoeken in frietzakjes, je wil weten wat geeuwen eigenlijk is.
Ik kijk graag naar je. Als je in onze tent als een kleine rups in je slaapzak ligt te slapen. Als je 's ochtends de trap afkomt, met je slaapkopje, maar alvast een eerste lach van de dag.
Je bent de allerliefste grote zus. Zoveel liefde, dat had ik niet zien aankomen. Het was zo vanaf de eerste dag toen je aan de telefoon hoorde dat je zusje geboren was. Het is nog steeds zo en soms lijkt het alsof jullie elkaar elke dag nóg leuker vinden. Niemand kan Juno zo doen schaterlachen zoals jij. En het is een schaterlach die we goed kennen, want hij klinkt net als die van jou.
Soms vind je de wereld moeilijk. Wij ook. Als we je niet alles kunnen uitleggen. Als er onrechtvaardigheid is. Als er te veel in je hoofd zit, als je je zorgen maakt.
Je mist opa Jo en ik ook en dat zeggen we dan tegen elkaar. Het is heerlijk dat er altijd iemand is die weet wat ik bedoel en voel. Jij begrijpt met je zes jaar zoveel meer dan heel wat volwassenen bij elkaar.
Lieve Oona, je wordt niet groot, je bent het.
Ik hou van je.
dinsdag 22 augustus 2017
Juno spreekt (1)
Twee jaar is ons patatje lief schatje.
Geen idee of ze nu veel of weinig praat, en beter of slechter dan andere kinderen in de wereld van de vergelijkende ouders. Maar schattig is het wel.
- makikispoeven? (altijd als ze iets ziet dat mogelijk eetbaar is)
- ga nie lukke! (altijd als iets moeilijk is, meestal als ze ergens wil opklimmen dat net te hoog is)
- ben je kaar? (na twee seconden tandenpoetsen, dan vindt ze dat ze wel klaar is, maar dat van jij en ik, dat is nog geweldig ingewikkeld natuurlijk)
- papop auto! papop fiets! (dat roept ze vanop haar fietsstoeltje naar Oona op haar eigen fiets. Ook bij geparkeerde auto's. Je kan niet voorzichtig genoeg zijn, nietwaar).
- kangoeloe, kangoeloe, kimmen op een ofant (kinderliedjes in de Juno-remix)
- wa is mukukos? (wij hebben muskusossen gezien in Noorwegen en er is werkelijk niets schattigers ter wereld dat Juno die 'muskusos' zegt).
woensdag 16 augustus 2017
Noorwegen: een goed idee.
maandag 24 juli 2017
Plantaardig zoet
Ik eet al meer dan helft van mijn leven geen vlees, met als voordeel dat ik dat eigenlijk ook nooit graag heb gelust. Dat is bij zuivel wel wat anders. Een kaasschotel! Van die dikke yoghurt! Chocomelk met volle melk! Verse slagroom! En al die cakes, koekjes,... allemaal met boter en eieren, toch? Daar is dus een serieuze drempel te overwinnen... Beginnen met het moeilijkste dus, zoetigheden.
Deze chocomousse is heerlijk en super eenvoudig. Ik maakt hem voor op ons feest en ik heb niemand horen klagen, integendeel. En als chocomousse lekker kan, dan moet de rest toch ook kunnen?
Het chocomousse-recept kwam van de blog Plantbased.be. Deze rabarber-crumble taart heb ik daar ook ontdekt, vandaag voor de vierde keer gemaakt.
plantbased.be |
Een gepikte foto van Plantbased.be. Toen ik dertien was, bladerde ik in Weekend Knack en wou ik heel graag foodfotograaf worden. Als snel bleek teveel van dat eten bewerkt voor de juiste glans en textuur en mag je als fotograaf helemaal niet de hele tijd eten. Ik laat het graag aan andere over, deze taart is werkelijk nog lekkerder dat dat ie eruit ziet. Er staan nog heel wat recepten op die blog op die ik wil testen, en het is vakantie!
Brownie dan, ook een noodzakelijkheid in het leven. Dit recept van Jamie Oliver is goed: een heel machtige brownie, ik had hem wat te dik gebakken en niet lang genoeg in de oven. Volgende keer neem ik een grotere schaal, en doe ik er ook geen pecannoten ín, alleen maar enkele erbovenop.
Ik maakte ook deze citroenkoekjes. Ik was zeer sceptisch, koekjes zonder boter? Maar ze zijn echt heel licht en lekker.
Een echte topper zijn scones (zie recept hieronder). Zó lekker en zo eenvoudig. Soms wip ik op zaterdag of zondag uit mijn bed, ik smijt de ingrediënten in de KitchenAid en 20 minuten later eten we warme scones. Alleen is plantaardige boter niet zo lekker als echte boter. Ik heb hetzelfde probleem met een pistolet met hagelslag, dat is echt veel minder lekker zonder goeie boter. Voor de scones is er gelukkig confituur van de mama, dat maakt veel goed.
Gisteren een eerste experiment met wafels gedaan, dat was lekker maar Michiel denkt het recept nog te verbeteren. To be continued.
Ik zoek nog een oplossing voor roomijs. Ik kan heerlijke sorbet maken in mijn ijsmachine, maar ik zoek nog een toprecept voor romig veganijs. Tot hiertoe was het reeks flops. Ofwel was de consistentie niet goed en was het na 1 dag in de vriezer super hard. Ofwel smaakte het heel erg naar kokosmelk. Ik had het idee dat ik gewoon een bevroren blik kokosmelk zat te eten.
En er is de truc van nicecream waarbij je gewoon bevroren banaanstukjes in de blender gooit. Ja, dat is echt bíjna bananenijs. Maar ik wil ook straciatella. En chocoladeijs. En speculaasijs...
Goed, de tag 'vegan' is hiermee gelanceerd op mijn blog. Want dat vind ik nu weer leuk: het onderzoeken en uittesten van een nieuwe manier van eten. Niets brengt zoveel afwisseling op je bord als een nieuw dieet. Wie is uitgekeken op ballekes in tomatensaus en niets anders kan bedenken dan wortelpuree met worst, die raad ik aan om vaker vegetarisch te koken. Of ga ineens wild, en kook vegan. Dan koop je dingen zoals edelgistvlokken, daar zullen we het volgende keer over hebben. Intussen denk ik nog eens na over wat ik ga zeggen. Plantaardig? Dan weet niet iedereen wat je bedoelt. Vegan, op z'n Engels, dat klinkt hip, maar moet dat nu echt? Veganistisch, dat klinkt dan weer als een vieze ziekte. Het laatste is hier nog niet over gezegd!
Vegan Scones
Meng in een kom:
- 475 gram zelfrijzende bloem
- 70 gram rietsuiker
- snufje zout
- 75 gram plantaardige boter
- 240 ml amandelmelk
12-15 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 200°C. Direct opeten. Later nog even terug in de oven kan ook, hoewel dat hier thuis eigenlijk niet gebeurt :-).
zondag 16 juli 2017
007 - The Party
Ik ben net (veel te laat), gekapt en geschminkt, op ons feest toegekomen. En dan zie ik Michiel en Michiel ziet mij. En Oona gibbert het uit van de spanning. Want ik draag niet dat rode kleed dat ik zogezegd voor de gelegenheid had gekocht. Ik draag mijn trouwkleed, dat heel leuk is ingekort. En Michiel vindt het heerlijk, ik zie het meteen. En daar staan we dus, met al heel wat gasten om ons heen, met allebei een glimlach en het gegibber van onze grote meid, die zo genoot van haar rol in het complot. Dat is dus een reden voor een feestje, dat je na tien jaar huwelijk (en nog veel langer samenleven met elkaar), elkaar kan verrassen en vervolgens zo heerlijk moet lachen.
Het thema was James Bond - 007 en we zijn er nogal voor gegaan, eerlijk gezegd. We hebben nog niet de helft van de vele ideeën gerealiseerd. Dat is dus een reden voor een feestje, dat je dezelfde dingen leuk vindt. Een fotoshoot bijvoorbeeld. Met ons trouwfeest hadden we dit maar zo zo gedaan, dus nu mocht het er eens over gaan. Het was héél koud die middag. Het was héél fijn die middag. Met dank aan Frankie and Fish voor de foto's.
En de uitnodiging werd uiteindelijk zo:
Vervolgens gingen we helemaal loos met een speciale Bond-ringtone op de gsm van Miss Moneypenny, bestelden we diamanten om als drankbonnetjes te gebruiken, verzonden we grappige berichten met mission details, maakte ik 111 potjes chocomousse (die stiekem vegan waren, há, dat hadden jullie niet geproefd hé!) en zorgden we voor decoratie.
Wat een feest.
Het was het perfecte weer. En iedereen was zó goed gekleed. Op voorhand was het druk op whatsapp onder mijn vriendinnen in de zoektocht naar hét kleed voor een echt Bond-girl. Maar ook al die mannen in kostuum, dat was de moeite, vooral de mijne dan ♥.
Met wat live jazz werd de sfeer gezet. Een paar James Bond thema's erbij en ik kon het nog amper geloven, want het was helemaal hoe ik het in mijn hoofd had. Oona deelde aan iedereen ijspralines uit en twee topdj's zetten de eerste plaatjes op.
Heel lang heb ik het niet volgehouden op mijn gouden schoenen (echt fancy), maar gelukkig zitten mijn trouwschoenen nog steeds als gegoten en heb ik bijna de hele avond op de dansvloer gestaan. De babbeltjes met iedereen heb ik aan Michiel over gelaten. Reden voor een feestje, als je allebei andere dingen leuk vindt en dát op zich ook nog eens leuk vindt van elkaar.
Jammer als je er niet bij was, ik had wel iedereen willen uitnodigen. En ik heb verder alleen wat gsm-foto's, want zó professioneel zijn we nu ook weer niet.
Het enige werkpuntje dat is dat ik beter stijlvol een glas cava zou drinken. En dat we iets betere foto's laten maken, bijvoorbeeld zonder auto's op de achtergrond. Reden om een feestje te doen. Over een jaar of tien.