Ik kijk naar dat jongste meisje. Omdat ik een zin van wel zes woorden heb gehoord. Omdat ik wil zien hoe ze triomfantelijk naar me kijkt omdat ze zonet das ni de betoeling heeft gezegd. Ze begrijpt nu niet alleen de woorden, ze begrijpt ook wat woorden kunnen doen. Gretig zoekt ze uit met welke woorden ze wat kan bereiken. En welke toon er nodig is. Ze wil haar laarsjes aan en voegt dan nog toe: zeker, mama. Ze spreekt in foute voltooide deelwoorden, in de cèche een liedje gezingt, ze vraagt zo lief een botam met konketuur appeplief. Ze hoort ABC, ze zegt aa pee see.
We lezen boekjes, wel vijf per dag. Het gaat niet meer over het aanwijzen van een vos of een opant of om het omdraaien van de bladzijden. Het gaat om wat ik vertel, plots is er ook voor haar een verhaal. Bijna kan ik zien hoe ze haar oortjes spitst.
Ik kijk naar dat oudste meisje. Ze leest. Het is een wonder. Het is helemaal niet uniek of bijzonder, maar het ís een wonder. Haar geconcentreerde blik, het vingertje, haar mondje dat de letters vormt, haar stemmetje dat volgt, en hoe ik haar zie denken, hoe ze de woorden maakt in haar hoofd, hoe ze de letters en de dingen met elkaar verbindt. Ze is zo mooi.
Kaas. Ze las het op het marktkraam, nu al weer twee maanden geleden. Ik keek haar aan: ze keek zo blij. En verwachtingsvol. We dachten hetzelfde: ze kan lezen, het kan beginnen, het is begonnen.
Soms kijken Michiel en ik elkaar aan, dan is er weer iets gezegd, dan is er weer iets gelezen. Dan waait de taal in ons huis, mijn hart dartelt mee.
Ik kijk naar dat oudste meisje. Ze leest. Het is een wonder. Het is helemaal niet uniek of bijzonder, maar het ís een wonder. Haar geconcentreerde blik, het vingertje, haar mondje dat de letters vormt, haar stemmetje dat volgt, en hoe ik haar zie denken, hoe ze de woorden maakt in haar hoofd, hoe ze de letters en de dingen met elkaar verbindt. Ze is zo mooi.
Kaas. Ze las het op het marktkraam, nu al weer twee maanden geleden. Ik keek haar aan: ze keek zo blij. En verwachtingsvol. We dachten hetzelfde: ze kan lezen, het kan beginnen, het is begonnen.
Soms kijken Michiel en ik elkaar aan, dan is er weer iets gezegd, dan is er weer iets gelezen. Dan waait de taal in ons huis, mijn hart dartelt mee.
Zo'n mooi stukje lectuur op mijn zaterdagmorgen! En wat heerlijk dat je dit hebt vastgelegd in de jouw eigen dartele stijl. Of koos ik het verkeerde woord?
BeantwoordenVerwijderenLiefs,
T.Mietje
Twee fantastische periodes waar ikzelf ook heerlijke herinneringen aan heb
BeantwoordenVerwijderen