In augustus was ik net als vorig jaar in het Vigeland park in Oslo.
Ik keek naar de beelden, we zaten in de speeltuin, we wandelden wat rond, we lachten met toeristen met selfiesticks en aten druiven. En ik dacht: dit gaat, dit gaat goed. Ik dacht: met mij gaat het goed.
Een jaar daarvoor ging het niet. Ik huilde een beetje, de meisjes weetjewel, en huilde diep vanbinnen de rest van de reis in Noorwegen. Het verdriet om papa was zo groot en zo blijvend. In augustus 2016 leek er helemaal niets veranderd tegenover juni 2016. Ik wist niet hoe ik de rest van mijn leven met zoveel verdriet kon leven, het verse verdriet was na twee maanden nog geen sikkepit geminderd.
Het wordt wel vaker gezegd: dat eerste jaar.
Ik deelde in november een stukje van mijn dagboek. Op 1 januari knalde het jaar 2017, zonder papa, er kei hard in. Ik was jarig, hij was jarig, En toen was er een jaar voorbij. Toen was hij een jaar dood.
Exact een jaar na zijn begrafenis, zat ik op de afscheidsdienst van een moeder van een collega. Ook te jong, ook te vroeg. Het waren zware weken geweest, met veel zorgen om veel dingen. Mijn hoofd zat zo vol dat op zijn minst de tranen eruit moesten. En toen ook de woorden. Er was een belangrijk gesprek, het gebeurt toch niet zo vaak dat er echt iets wordt gezegd.
En even later kon ik het ook luidop zeggen: het gaat niet goed met mij.
Ik haalde adem, ik ging lopen, en ik zag plots dat er een keuze was.
En toen werd het zomer, en het ging beter. Niet langzaam, maar in horten en stoten.
Ik ga zeker nog terug naar het Vigeland park. En ik ga zeker ook dan denken aan papa en hoe zijn ogen blonken als we spraken over die beelden en dat park en de dure maar lekkere koffie in Oslo.
Het duurde iets langer dan een jaar. Maar met mij gaat het goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten