dinsdag 27 september 2016

#3 Theater dat nog altijd in mij woelt - Ten Oorlog

Het voordrachtlokaal lag op de hoogste verdieping: oude aluminiumramen en vale gordijnen en altijd te warm of te koud. Daarnaast was het lokaal waar ik repertoirestudie volgde, daar was het klimaat iets beter. Ik was later ingestroomd in de academie, dictie en voordracht van de lagere en middelbare graad doorgehuppeld en dan moest er plots ook repertoirestudie. Dat klonk saai. Maar het werd het beste wat mij toen kon overkomen.

Eva zat in dat lokaal, lachte naar mij en vroeg hoe het met me ging. Plots was ik volwassen, werd er met mij gepraat alsof ik ook iets wist, iets kon, iets verlangde in dit leven dat zo gek nog niet was.

Eva liet mij Marchel Duchamp zien. Eva liet me Kurt Schwitters lezen. En Eva nam me mee naar Ten Oorlog. Dat moesten we zien, de herneming in de Bourlaschouwburg. We hadden de laatste kaarten. Op het allerhoogste balkon, wat ik nadien nooit meer open voor publiek heb geweten.

Ik herinner me misschien meer het evenement dan het theaterstuk. De lange uren, de pauzes tussenin (het was een warme dag, mei 1999). Ik heb toen bedacht: ik ben hier, ik ben erbij, ik maak dit mee. Ik herinner me weinig meer dan een loodzware koningskroon en acteurs die een tekst zeiden op een manier die ik nog nooit had gehoord maar die me deed luisteren. Ik vond het allemaal prachtig en heftig.

En dit hing op mijn kamer, jarenlang.


Alleen maar letters. Ik wist niet waarom ik dat mooi vond, waarom ik net dit gebrek aan beeld verkoos in mijn kleine kamer. Typografie weet ik nu. Gert Dooreman. Ik zou het zo terug ophangen op mijn slaapkamer.

--------


Een reeks blogposts over theatervoorstellingen die me hebben geraakt, die me zijn bijgebleven. Het is een reeks die al lang in mijn hoofd zit, nu schrijf ik het eindelijk eens op.Ik schrijf over theater dat diep in mij verward zit, dat in beelden naar boven komt op, onverwacht en onverhoeds. 


#1 De Tolbrug
#2 The Broken Circle Breakdown featuring the cover-ups of Alabama

vrijdag 23 september 2016

CultuurNet verhuist

Het is maar een plek.
12 minuten wandelen van Brussel centraal. Al heb ik ook al strakkere toptijden neergezet. Met hakken, en de kasseien zijn niet lief: het zebrapad aan de straat omhoog richting Grote Zavel en de Sint Gisleinstraat zelf, schoenmakerkosten werden niet vergoed. Daar dus, in de Marollen. Bijna in de schaduw van het justitiepaleis. Onderaan de openbare lift, de topattractie van Brussel wat mij betreft. Tussen het Vossenplein en Kapellekerk. Tussen de antiquairs en de vintageshops. De beste Libanees. Lekkere broodjes van een hipster met snor. Patricia's shop met outlet-lingerie en den Delhaize waar ik veel te veel maaltijdcheques heb uitgegeven aan slechte slaatjes.

Ach, het is maar een plek.
Met een vergaderzaal (den één) om te staan, of te hangen op zo'n onhandige kruk. Met een mooi uitzicht over Brusssel en die man in bloot bovenlijf in dat hele smalle huis. Met een vergaderzaal (den twee) om te zitten waar het licht altijd te fel is en ik zoveel mogelijk vlucht naar de juiste kant. Nog een klein kot (den drie) met altijd rommel, altijd achtergelaten koffiekoppen en altijd een wanordelijke bib waar altijd wel iemand eens werk van wil maken. Een salon, met rode Ikea-zetels en een ingewikkeld werkschema op het whiteboard. Met vloertegels in de vorm van puzzelstukken. Met een lekkende keukenkraan, een poetsvrouw die rookt in de gang, een klein terras waar ik nauwelijks kwam. En het gezoem. Het eeuwige gezoem van de airco die niets anders lijkt te doen dan dat: zoemen. 



Het is maar een plek. 
Ik zat aan een bureau in ongeveer elke hoek van dit kantoor. Ik heb schema's getekend op elk mogelijk bord en altijd geknoeid met het koppelen van laptop met de tv's of beamer. 
En dan is er nog die lift, met de uitgang op min twee en dat is dan toch gewoon op straatniveau. Het was in 2008 de bijna laatste dag van mijn eerste CultuurNet periode. Ik was samen met collega Julie op partnerbezoek geweest, het was warm, ik had dorst, ik had er genoeg van, en ja, die lift deed al een tijdje raar. Anderhalf uur later zijn we eruit ontsnapt. Er is een ijzeren plaat en een hamer aan te pas gekomen. Veel koelbloedigheid van Julie, want ik kon niets op dat moment. Twee werkmannen die me er zo ongeveer hebben moeten uithijsen. Ik ben er dagen niet goed van geweest en de collega's ook niet want die lift was enkele weken buiten gebruik. Vandaag voor het laatst. Nog eens getoeterd, zoals vaak op vrijdag. 
En een vrolijk momentje met Julie in de lift. 





Het is maar een plek, en het nieuwe kantoor in Molenbeek (of de kanaalzone voor wie dat geruststellender vindt) is niet af, nu is er een tijdelijk pop-up kantoor. Ik wou dat het hip klonk, maar het klinkt als chaos. Het is maar voor even. 
Maar ik kijk uit naar die nieuwe plek, aan het kanaal. Een andere route, met de fiets binnenkort. Een andere schikking, een opgeruimd archief, een andere zetel.
En zonder gezoem.



woensdag 21 september 2016

Had je me tien jaar geleden gezegd...



een weinigzeggende foto als bewijs

  • dat ik om 6u45 uit mijn bed zou wippen om te gaan lopen, dan zou ik je vol ongeloof hebben aangestaard. Ik had nooit gedacht dat ik €140 zou uitgeven aan een paar loopschoenen én dat ik die ook vaak uit de kast zou halen. Ik begon te lopen tijdens ons jaar in Uruguay en ik loop nog steeds, soms veel, soms weinig. Ik had een slechte nacht en dat was er helemaal uitgelopen na een dik uur. Ik loop nog steeds traag, wordt voortdurend voorbij gestoken en ik mis elke vorm van competitiedrang. Maar ik loop. Alleen spijtig dat het Middelheimpark nog lang niet open is op dat uur, anders had ik om 8u 's ochtends mijn portie kunst ook al gehad. 
  • dat ik naar heel andere muziek zou luisteren, dan zou ik wellicht mijn schouders hebben opgehaald. Ik kocht toen nog cd's van Anouk. Om maar te zeggen. Ik luister vooral muziek tijdens het lopen en deze afspeellijst heeft me de voorbije weken ver gebracht. Tips welkom want de motivatie zit altijd beter met de juiste tunes. 
  • dat die acne toch ooit zou minderen, dan had ik je heel dankbaar aangekeken. Op mijn zestiende had ik stiekem, zonder medeweten van mijn ouders, een afspraak gemaakt bij een dermatoloog en een zware medicijnenkuur gestart. Dat middel is intussen verboden omdat het een ware aanslag op je lever is. Het hielp, maar kortstondig. Op mijn twintigste zat ik te huilen bij de huisdokter omdat ik de puberteit nu toch gepasseerd was en meer acne had dan ooit. Op mijn vijfentwintstige zat ik daar opnieuw te huilen en was het duidelijk dat geen middel, geen pil, geen eetgewoonte, nee, niets, zou helpen. Maar kijk, na twee zwangerschappen, lijkt het erop dat mijn gezicht doorgaans puistenvrij is. Er is nog wel eens een dikke vuilaard, maar niets vergeleken met een paar jaar geleden. Mijn huid is beschadigd en ik kan alleen maar dromen van een mooi, zacht, egaal velleke, maar ik zie er toch een stuk beter uit. Fingers crossed dat het zo blijft en dat ik af en toe in de spiegel kan kijken en denken, hé, het is ok.
  • dat ik al negen jaar lang naar Brussel zou pendelen, dan had ik eens goed gelachen. Pendelen, was dat niet iets voor mannen in maatpak met een aktetas? 
  • dat ik tijdens een gewone werkdag allemaal woorden gebruik zoals conversion, CTA's, user retention, bounce rates, wireframes, API en rich snippets, dan waren mijn oren beginnen tuiten. Een collega heeft me enkele dagen geleden uitgelegd wat een progressive web app is en ik vond het heel interessant, al begreep ik niet alles. Waanzin. Wat heb ik een fijne job. Enkele maanden geleden is er veel veranderd bij CultuurNet, daar moet ik misschien eens over schrijven. Ik kreeg het voorstel om product manager te worden, en ik heb dat woord zelf moeten googelen. Maar het was een goede beslissing om er voluit voor te gaan, want man, wat doe ik dat graag. Er is nog zoveel werk te doen. Customer feedback, activity driven e-mails en liquid content en patatipatataaaaa. 
  • dat wij in een huis zouden wonen dat we zelf hebben gebouwd, dan had ik dat niet geloofd.  Zelf gebouwd is wel een dikke leugen want wij hebben daar nu eens werkelijk niks zelf aan gedaan. Maar deze foto dateert dus al van zes jaar geleden (het krot dat er stond was net gesloopt, de nieuwbouw moest dus nog beginnen) en intussen woon ik hier heel, heel graag. Het is te klein, vandaag weer een pijnlijk ongeval (voor Oona dan toch) in de smalle badkamer, maar het is hier heerlijk. Het was een droom van Michiel waar ik vrolijk ben in mee gegaan en intussen begin ik zelf over 'als we nog eens een huis bouwen, dan...'. Zottekes. 
  • dat ik een roman zou hebben geschreven, dan had ik wellicht meteen kritisch gevraagd ja maar, echt uitgegeven enzo? Nee. Niet uitgegeven. Van enkele uitgeverijen zelfs geen antwoord gekregen en mijn mooi manuscript (ondanks de daartoe voorziene postzegels) niet terug ontvangen. Boehoe. Op goede dagen ben ik gewoon trots op mezelf dat ik die droom heb nagejaagd, dat ik er voor ben gegaan en dat heb afgewerkt, dat dat boek er ís. Op slechte dagen voel ik me dom en klein en naïef en vol van mezelf en wat dacht ik nu, komaan. Ik ben heel benieuwd hoe ik hier binnen tien jaar op zal terugkijken.
  • dat ik twee prachtige dochters zou hebben, dan zou ik heel hard glimlachen en stamelen 'echt?'
    Echt dus. Wij hebben het groot lot gewonnen. Alle clichés zijn waar, en onze meisjes zijn de schoonste en tofste kinderen die er zijn. Het is nu al acht jaar geleden dat wij middenin de klote-shit (sorry, maar zo was het echt) zaten omdat zwanger worden maar niet lukte. En nu zijn ze daar, mijn lieverds, mijn schattekes, mijn alles. Ik kus mijn beide pollekes elke dag maar ik kus vooral hen, op die zachte babyhaartjes, die kriebelbuikjes, die nekjes,... Knuffels en kussen heb je nooit genoeg, dat is ons gezinsmotto en zo gaat het elke dag. 


maandag 19 september 2016

#2 Theater dat nog altijd in mij woelt - The Broken Circle Breakdown featuring the cover-ups of Alabama

Johan Heldenbergh heeft niet toevallig 'held' in zijn naam.
Grote man, mooie stem, ogen die vlammen maar ook zo kunnen twinkelen, die eindeloos kan charmeren en zo verstandig is, bedachtzaam en met een sappig accent en ... Ah nee, ik ging het over theater hebben.

Copyright: Kurt Van der Elst

Johan Heldenbergh schreef deze tekst samen met Mieke Dobbels, die ook meespeelde in de theaterversie. Ik zag die theaterversie in de foyer van HETPALEIS, een plek die mij nog nooit heeft kunnen charmeren. Niet om een glas na een voorstelling te drinken, niet op een van de feestjes,... Er is teveel beton. Ik herinner me dus nog de teleurstelling toen bleek dat de voorstelling niet zou plaatsvinden in de grote zaal, of dan toch op z'n minst de serre, daar helemaal bovenaan in het gebouw, maar in de foyer zelf. Op gewone stoelen zitten dus, op een podium met wat zwarte doeken.
Zorgen om niets. Want al na enkele minuten was ik helemaal mee, vertrokken in het verhaal.

Ik had gehoord dat het goed was en kaartjes gekocht. Ik wist niet wat te verwachten en dat was, achteraf gezien, deels de verklaring van de enorme impact van deze voorstelling.

Ik heb niks met countrymuziek. Of was dat nu bluegrass? Johnny Cash wordt hier eens per jaar opgezet en dat is dan dat. Dat is een enorm voordeel van theater: live muziek, hier dus gebracht door de the Cover-ups of Alabama. Dat is zo'n andere beleving waar geen surround systeem van een cinemazaal tegenop kan.

En dus, dat verhaal. Dat spel. Johan Heldenbergh was er niet, dat was Monroe. Geloofwaardig van het eerste tot het allerlaatste woord. Van elke zucht, elke speekseldruppel die uit zijn mond vloog, elke blik naar Elise. De verliefdheid, dat herinner ik me nog. De tomeloze liefde. En dan, heel snel, dat onmetelijke verdriet. De tirade van Monroe tegen religieuze fundamentalisten, dat kwam zo hard binnen... ik werd er bang van, en ongemakkelijk. Het voelde alsof ik in mijn hele leven nog niet één werkelijke emotie had gehad en geen recht op een mening over wat dan ook. Ontzag, dat is denk ik wel een goed woord.

Het gaat over hoe moeilijk het is om samen te leven, samen te blijven. Zo graag willen, allebei, en niet kunnen. Dat hakte er serieus in. Je best doen is verdorie niet genoeg.
Het is de enige voorstelling ooit die me heeft doen huilen. Niet de prikkende ogen, de krop in de keel, maar tranen, tranen, tranen.

En natuurlijk viel de film tegen. En ik kan alleen maar zeggen: je hebt iets gemist met deze voorstelling. Er is dit filmpje (dat al erg gedateerd aandoet) maar dat toont helemaal niet hoe het was.

Intussen heeft Will the circle be unbroken nog een andere, persoonlijke betekenis gekregen. Het was het lied dat papa heel graag, live gezongen, in zijn afscheidsviering wou. En zo ging het ook. Het gekke is dat dit lied op twee manieren bijzonder is,vergroeid met twee herinneringen, en dat dat kan. Het ene verdriet laat het andere ook teren op diezelfde banjoklanken. Ik vind dat wel goed zo.

--------

Een reeks blogposts over theatervoorstellingen die me hebben geraakt, die me zijn bijgebleven. Het is een reeks die al lang in mijn hoofd zit, nu schrijf ik het eindelijk eens op.Ik schrijf over theater dat diep in mij verward zit, dat in beelden naar boven komt op, onverwacht en onverhoeds. 


#1 De Tolbrug

donderdag 15 september 2016

Granola love forever.

Het is een liefde die blijft duren. En dat soort liefdes, die moet je bejubelen.

Met granola begint de dag met goed eten. Ik begin mijn dag dan al met twee positieve gedachten. Eén: kei lekker. Twee: goed dat ik dat zelf heb gemaakt. Granola is goed voor mijn humeur.

Ik kan niet slapen voor ik weet wat ik de volgende dag ga eten. Dat is werkelijk niets overdreven, mijn laatste gedachte voor het slapen gaan, gaat bijna al-tijd over eten. Ik bedenk wat ik ga ontbijten (Granola. Maar zijn er rijpe bananen? En was er nog een kiwi?), wat ik eet voor lunch (zou Michiel een brood hebben opgezet?) en voor avondeten (wat zit er in de koelkast? Wat had ik nu weer gepland?)
En liefst weet ik het ook voor de dag erna. Nu denk ik al twee jaar lang 's avonds aan granola. Granola is goed voor mijn nachtrust. 

Ik eet steeds minder dingen van dieren. Vlees, vis,... het hoeft gewoon niet. Zelfs zuivel minder ik wat. Eitjes, dat is dan weer moeilijk. In mijn granola zitten niet-zweverige superfoods. Superfoods als in: goed eten. Vol stoffen die mijn lichaam nodig heeft. En de combi met vers fruit is zo lekker dat ik nu elke dag fruit eet en dat zelfs volstrekt normaal vind. Granola is goed voor mijn lijf. 

Granola uit de supermarkt is duur en zoet. Ok, ik betaal een serieuze duit voor mijn noten, ahornsiroop en biorozijntjes; maar ik heb dan ook een mega-portie waar ik naar schatting in de supermarkt al gauw meer dan twintig euro zou voor moeten neerleggen. En heb je al eens van die authentieke lokaal geproduceerde granola in hipster mini-verpakking met een schoon ontworpen etiket gekocht? Nee, waarschijnlijk niet, tenzij ge tien euro teveel hebt. Hoewel ge zelfs met dit soort granola nog goedkoop af zijt met uw verslaving, ik zeg het maar. Zelfgemaakte granola is goed voor mijn portemonnee. 

Granola bakken, dat ruikt overheerlijk. Het is de geur van gebak, met het voordeel dat ge toch niet de helft van uw gebak gelijk op eet, zoals ik altijd heb met cake en taart. Het is ook de geur die mij doet geloven dat ik een goede huisvrouw ben. Deze week hing er op hetzelfde moment ook was buiten te drogen én had ik verse soep gemaakt. Granola is goed voor een vredig huishouden. 

Mijn granola

De basis van granola is geroosterde havermout en granen. Die havermout wordt gemengd met pitten, zaden, noten en aangevuld met rozijntjes, kokos,...

Wij maken hier altijd twee versies: een basisversie en een luxeversie. Ge moogt eens raden welke versie voor mij is.

Ik heb graag grote havervlokken (of een mengeling van vlokken zoal spelt, haver, gerst..) zij hebben het graag fijn, havermout dus. Ik heb graag amandelen. En dat is gek, want gemalen amandelen (denk aan marsepein, frangipane, ...) dat eet ik niet graag. Zij vinden het prima met alleen walnoten en pecannoten. Die pecannoten mag je trouwens niet verwaarlozen, het is een heerlijke noot.
Ik heb graag rozijnen.  En cranberries. En kokos, geraspt of in schaafsel. Dat hoeft voor hen allemaal niet.

Kaneel is belangrijk. Denk niet in snuifjes. Denk niet in koffielepels. Eetlepels, ik zeg het u. Bij de laatste versie had ik al rijkelijk gestrooid toen mijn kleine hulpkok nóg eens een serieuze hoeveelheid kaneel in de kom had gekapt. Nu denk ik: er is nooit teveel kaneel. Kaneel wordt hier dan ook niet langer in kruidenpotjes-hoeveelheden gekocht, maar in zakjes van den Turk.
Ik heb ook eens bij gebrek aan kaneel speculooskruiden gebruikt (de basis daarvan is toch kaneel) en dat was echt ook zeer zeer lekker.

Kokosbloemsuiker, kokosolie, appelmoes, allemaal dingen die ik mogelijk eens uitprobeer. Ik heb het nu eens opgeschreven, de hoeveelheden, maar dat is allemaal relatief. Want ik maak nooit granola met een weegschaal. Ik kap gewoon maar wat, en dat vind ik heerlijk koken. Voor de show heb ik nu al mijn gekap afgerond naar ronde getallen, alsjeblief. Een update dus van mijn recept ruim twee jaar geleden,




Granola- ruime portie

Verwarm de oven voor op 180°C.

Meng de droge ingrediënten:

  • 500 gram havermout/havervlokken/gerst/rogge/...
  • 200 à 250 gram gemengde noten (walnoten, pecannoten, amandelen, hazelnoten,...)
  • 50 gram gebroken lijnzaad
  • 30 gram sesamzaad
  • 20 gram geraspte kokos
  • minstens 2 eetlepels kaneel
  • ...

Smelt in een panneke:

  • 70 gram echte boter
  • 70 gram ahornsiroop
  • 50 gram honing

Alles goed mengen. Neem een bakplaat, leg er bakpapier of een bakvel op en strijk een dunne laag granola uit. Deze portie wordt in mijn oven verdeeld over 3 bakbeurten.
Zet 7 minuten in de oven. Roer even om en zet dan nog terug in de oven voor 5 minuten. Laat afkoelen in een ruime kom en meng er rozijnen en cranberries onder. Doe daarna alle afgekoelde granola in een goed afgesloten bewaardoos.
En kijk tevreden naar je voorraad goed humeur, nachtrust, energie en bespaarde euro's.

maandag 12 september 2016

#1Theater dat nog altijd in mij woelt - De Tolbrug

Een reeks blogposts over theatervoorstellingen die me hebben geraakt, die me zijn bijgebleven. Het is een reeks die al lang in mijn hoofd zit, nu schrijf ik het eindelijk eens op.Ik schrijf over theater dat diep in mij verward zit, dat in beelden naar boven komt op, onverwacht en onverhoeds. Dit is de eerste post in deze reeks, en gaat meteen over twee voorstellingen. 

De Tolbrug

Ik heb het ticketje nog. Het is achttien jaar geleden. 
Gezien op 4/11/1998 in cultureel centrum Strombeek, door het gezelschap Ibycus.
Vijftien jaar. Ik had dat nooit gezien: water, liters water, op de scène. Ik wist niet dat dat kon, dat dat mócht, dat die grenzen van het echte en het fictieve zo gemengd konden worden. 
Het was het soort verhaal waar ik naar snakte: over liefde, grote liefde, echte liefde, serieus en niet door volwassenen afgedaan als puberaal, tijdelijk of oppervlakkig. En zo werd het ook gebracht, of zo herinner ik het mij: puur en echt en waar.


En er was die scène, ik zie Robby Cleiren en Sofie Sente, hand in hand, in de meest seksuele scène die ik ooit heb gezien in theater. Of nee, in theater, film, boeken, ik heb nooit meer zoiets ervaren. Het was het volledige verlangen om daar te willen zijn: dat meisje, dat personage. En tegelijkertijd ook die actrice. Die scène speelt nog altijd in mijn hoofd, wellicht vertekend en verkleurd, maar gevat in een heel intense herinnering, ik schrijf dit nu zoveel jaren later en ik wil daar zijn, op dat podium, in dat verhaal, ik wil haar zijn. 
Ik herinner me van die avond nog iets, de lucht, het donker, de zuurstof toen we de theaterzaal verlieten en naar de auto liepen. Het was de wereld die zich opende, waar ik toegang toe kreeg, eindelijk vijftien en blijkbaar was er veel meer op deze wereld dan ik ooit had vermoed. 

Later las ik het boek (al zeker twee keer) van Aidan Chambers en nadat ik recent Dit is Alles. Het hoofdkussenboek van Cordelia Kent herlas, moet ik ook dit boek nog eens lezen. Ik wil alles herlezen van Aidan Chambers. Niet om weer vijftien te zijn, maar omdat hij een verhaal kan vertellen, personages laat leven die mijn vrienden zijn, pagina's lang.

Cyrano

En oh wat hou ik van het internet. Ik lees dat Villanella, die de productie deed van De Tolbrug, in 1996 ook Cyrano maakte met het gezelschap Blauw Vier. Die voorstelling zag ik ook, ik herinner mij een garage, wat stoelen en een schamel decor. Dat was niet alleen met regen (ik had het dus al eerder zien regenen op de scène? of zag ik later een herneming?) maar ook met donder. Met voetstappen op het grind. Met wind. En dat was allemaal te zien, er was heel weinig en wat er was, werd niet verstopt. Het was bloot theater, er waren geen grenzen. Theater zonder gordijnen, ik wist niet dat dat bestond.

Het is heerlijk om dit beeld terug te vinden, ik denk dat het jaren op mijn kamer hing. De pen door het hart. Iemand had mijn leven van toen gevat in een tekening. 


Ik zou mezelf als vijftienjarige nu willen zeggen: het is waar meisje, wat jij voelt, het is heel bijzonder, ja het is groots, ja.




vrijdag 9 september 2016

Welkom terug.

Het is 483 dagen geleden sinds ik een blogbericht schreef.
Ik stopte met bloggen omdat er grijze wolken hingen. Mijn papa werd ziek. Ik schreef weinig en wat ik schreef was niet voor hier, niet voor deze plek. Want ik schrijf over mij. En dus ook: over de mensen om mij heen. Ongevraagd. Dat is brutaal, en arrogant. Dat is mensen die ik doodgraag zie reduceren tot een personage in een geromantiseerd en gedramatiseerd dagboek, dat ik bovendien aan iedereen laat lezen. Ik schrijf over mijn dochters, zonder na te denken wat dat voor hen betekent, nu, maar ook later. Het was goed dat ik stopte. Het deed deugd om niet te schrijven. Om wel te schrijven maar niet te bloggen. Al zijn de kladjes met schrijfsels van die 483 dagen snel te tellen, het zijn er niet veel.

Maar ik mis het. Ik vergeet soms hoe graag ik schrijf als ik niet blog. Ik mis jullie als lezers. Soms heb ik iets te vertellen dat niet past in een post op een scherm met blauwe rand.
Dus ik ben terug, op deze plek. Met een voornemen voor meer fictie, meer onwaarheden, meer lagen en minder bloot, maar nog altijd mezelf.
Dus hier ben ik, pak u ook een glas wijn.



Dus tot gauw, want ik moet vertellen over mijn boek, over Juno, over Oona. Over papa, misschien. En ik moet eens kijken, naar die rubrieken, die lay-out, of dat nog allemaal wel zo kan.
Ik heb het plots erg druk.