zaterdag 13 september 2014

Discussie

Hij zegt dat er geen goede en geen slechte zijn. Dat de oorlog toch om geld gaat. Om olie, om gas.

Hoe zijn we van Belgische chocolade hier beland?

Hij zegt dat zolang de politiek zo corrupt is, er niets zal veranderen.
Hij zegt dat wij, hij, ik misschien, niets kunnen doen.

Ik zeg dat het me stoort dat hij spreekt over wij en zij. Hij zegt dat ik me daar nu even moet over zetten, dat dat nu eenmaal nodig is om dit gesprek te voeren.

We hebben allebei geluk gehad, daar zijn we het plots over eens, geluk met de plek waar we geboren zijn. Maar hij gelooft niet dat wij diegene moeten helpen die dat geluk niet hebben, want dat zij, ja 'zij', niet echt geholpen willen worden, dat zij liever genieten van 'het systeem'.

Ik kom niet op goede Engelse woorden voor vooroordelen en een vicieuze cirkel.

Hij zegt dat geld geven geen zin heeft, waar komt dat geld dan terecht. Hij weet het wel, ja.

Hij zegt dat hij mijn mening respecteert. Ik weet dat het een aankondiging is voor meer modder, een soort van excuus voor de volgende verhalen als bewijs, de verhalen die ik niet wil zien volgens hem.

Ik zeg dat het in Borgerhout, in mijn stad, waar ik werkte, al jaren goed gaat, dat er behoorlijk netjes wordt samengeleefd, en dat ik sterk geloof dat heel wat jeugdwerkers en buurtwerkers hier een belangrijke rol in spelen, maar dat het nieuwe stadsbestuur dat niet genoeg wil zien.

Hij zegt dat de bom misschien wat langer tikt voor ze zal ontploffen. Of dat ze is verlegd.

Hij gelooft niet in structurele hulp. Hij gelooft niet in hulp, niet in structuur. Als hij iets aan een bedelaar geeft (geen geld natuurlijk, dat betaal je hun verslaving, toch) dus als hij een halfopgegeten broodje geeft, dan doet hij iets voor de wereld.

Ik ga weg, ik wil slapen.
Ze zeggen nu zeker iets tegen elkaar over jong en naïef en onwetend en ach.

Ik kan niet slapen. Niet omdat ik als de verliezer uit de discussie kom, de afloop kende ik al van bij het begin.

Maar wat is het nu best? Deze discussie voeren, met alle mogelijke clichés, en proberen zeggen dat ik weiger te geloven dat ik niets kan doen. Heeft dat zin? Of is dat tijdsverspilling? Lees ik dan beter een boek om de wereld beter te begrijpen?

Ik verlang naar huis, naar mensen die hetzelfde denken, naar mijn veilige cocon, naar vrienden die mijn verontwaardiging delen.

Of is dat net goed, noodzakelijk, om af en toe het gesprek aan te gaan met mensen met fundamentele andere ideeën, is dat misschien zelfs een plicht? Ook al lukt het mij op geen enkele manier om het gesprek te bevrijden van clichés en dooddoeners?

Ik geraak er niet uit.

Het is ochtend, ik heb honger, ik schrijf dit en het zal wegen op mijn dag, dat ik niet weet welke rol ik moet spelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten