Ontbijten in Antwerpen, alweer. Vandaag heeft het EcoCafé de ongelofelijke score gehaald van 9,5 op 10! Hoe we daar zijn beland, daar in het midden van Borgerhout? Door mijn nachtelijke escapades.
Vorige week lag ik namelijk om twaalf uur netjes in mijn bed te slapen zoals de meeste jonge moeders met een kind en een druk leven. De intentie om nog eens goed te gaan dansen was er, maar ik was te moe en nog meer blabla. Gepieker natuurlijk, want hoe komt het toch dat de vermoeidheid wint? Word ik dan gewoon echt te oud? Kan ik het nog wel? Wil ik het nog wel? Ik ben nooit een echt feestbeest geweest, maar eens goed dansen, hmmmm. En nu was het terug weekend, met opnieuw intenties. Maar meer geslapen deze week en gisteren klopte het allemaal wel. Eerst een minikroegentocht langs de betere café's: De Witten Hert (Deurne, jawel), het Zeezicht (de classic op Zurenborg, maar na een uurtje bevroren op het terras) en de Mombasa. Heerlijk café. Veel lekkere biertjes, home made icetea's en een proper toilet. En daar zag ik een briefke hangen van het Ecocafé en elke zondag brunch enzo. Maar eerst moest er dus nog gedanst en dat werd uiteindelijk dan toch Café Storm onder het MAS. Vannacht overgenomen door een stel techno dj's en was zowaar fijn. Elke en ik, wij geven techno een kans. Het was plots eerder ochtend dan nacht. Niets beter dan een nachtelijke fietstocht door mijn stad. En dan mijn bed, tot slot. Mijn nacht kon beginnen, de dag voor Oona begon een uurtje later. Dankzij mijn liefke toch nog wat kunnen slapen en hup, wij met z'n drietjes naar het Ecocafé. Jammie jammie, wat lekker. Een volledig buffet voor 13,5 euro per persoon, drankjes inclusief. Verse slaatjes (boontjes, kikkererwtjes met koriander en sjalot), verse fruitsla, gerookte zalm, kaas en nootjes,... En lekkere croissants. En warme dinges. En nog super gezellig, want er wordt gewoon live jazzy piano gespeeld. Deze seut was gered want het kon plots weer allemaal in één weekend: naar de markt gaan, soep maken, stof verknippen, brunchen én dansen en pintjes drinken. Ik kan met een gerust hart dertig worden. Maar nog even niet.
zondag 30 september 2012
vrijdag 28 september 2012
Ontbijten in Antwerpen: deSingel Grand Café
Een Grand Café naast een Olympisch zwembad, komt dat even goed uit. Ik heb er een kilometertje in het water opzitten als Michiel en Oona me vrolijk begroeten in het nieuwe deel van deSingel waar nu ook een café en restaurant is. Een veggie versie van het groot ontbijt want ik heb reuze honger. Een vergissing van de keuken want bij het veggie-ontbijt ligt een rolleke hesp en préparé (of amercain? hoe zit dat eigenlijk? Ik heb dat denk ik nog nooit mijn leven gegeten). Een paar minuten later een nieuwe poging en één van obers ziet ook dat er nu een stukje gerookte zalm op ons bordje ligt. Nu geen probleem, we eten wel vis (al denk ik er soms aan om dat ook van mijn menu te schrappen). Wat een lekker elegant ontbijtje, mooi gepresenteerd. Een fijn fruitslaatje, heel lekkere yoghurt, een toastje met brie, noten en honing, mozarellabollekes, lekkere pistoletjes (al mocht dat er eentje meer zijn) en een goede croissant. Maar bovenal: een perféct zachtgekookt eitje.
Echt gezellig is het daar niet, ik heb het soms liever wat smossig à la Lunchbox, maar het is tenslotte zondag en ik moet aan mijn status werken.
Voor de gierigaards: met een bongobon is het iets goedkoper.
Echt gezellig is het daar niet, ik heb het soms liever wat smossig à la Lunchbox, maar het is tenslotte zondag en ik moet aan mijn status werken.
zondag 23 september 2012
Inboedel
Op de dresssoir ligt een uitgescheurd krantenblaadje. Er is een zoekertje omcirkeld: Opruiming van volledige inboedels. Eddy koopt uw inboedel aan de beste prijs. Dat is het dus, deze chaos, een inboedel. Deze glazen (theeglazen, portoglazen, onbekende bierglazen, wijnglazen), de postuurkes (meisje op een bank, jongen kust meisje, dame met parasol) de potjes (suikerpot, mosterdpot, vergeelde tupperware potjes). Wat zal Eddy geven voor dit alles? Voor de dressoir die veel te groot is voor het appartement? Voor de driezit (nog in perfecte staat), voor de piano waar geen noot nog juist klinkt, voor de tapijten, de nachtkastjes, de boeken?
Het huis is gevuld met een leven van meer dan vijftig jaar. Het huis is oud. Niet oud zoals in authentiek of charmant. Oud zoals in afgeleefd, voorbijgestreefd. Met scheuren in het behang, doorgesleten vasttapijt. Aan de rand van mijn stad in een wijk waar niemand wat om schijnt te geven.
In de berging ruikt het nog exact hetzelfde als tien jaar geleden, en ik verstop me weer zoals vroeger. Wie niet weg is, is gezien. Ik hoor mijn neef ook nu de trap opkomen en staar naar het opbergrek. Ze heeft elke modetrend van de creatieve hobby's gevolgd. Kleine kunstwerkjes liggen hier stof te vergaren. Een schilderijtje op zijde. Een muurhangertje uit brooddeeg. Voor elke creatieve bezigheid een oude schoendoos met spullen. Dat kan misschien nog dienen, zegt ze. Haar ogen staan droevig. Ze loopt verloren in haar huis. We hebben het overgenomen. We dragen dozen naar buiten, halen haar kasten uiteen en vragen voortdurend en dit?.
Naast het krantenblaadje met het zoekertje ligt een folder van de serviceflat. Het is er feest, volgende week. Met een brunch, optredens en toespraken. Het ziet er allemaal prima uit en dat is het ook, zie ik een uur later. Maar zij is niet gelukkig met deze verhuis van haar oud lelijk koud genadeloos huis naar een mooi zonnig verzorgd appartement. Twee kilometer verder, nog niet. Hoeveel parochies zijn dat? Ze bijt op haar nagels terwijl vertrouwde meubels worden binnen gesleurd. Ik grijp mijn mama bij haar schouder. Dit laat ik niet gebeuren met jou, en ik zoek bevestiging in haar ogen. Ze knikt en wij weten allebei waar we bang voor zijn. Dit absurd materialisme. Gehechtheid aan waardeloze dingen want weggooien doet men niet. Het gaat niet eens over sentiment, het gaat, ze zegt het zelf, over rommel, spullen ooit gewonnen bij een tombola, ooit gekregen van een overleden tante, ooit binnengeslopen in haar leven. Maar het verband tussen rommel en weggooien, heeft zij nog niet gelegd. Mijn mama zucht en we staren naar de gordijnen die alvast een paar dagen op voorhand werden gehangen: beige met een onbestemde bruine tekening. Vrolijk wordt je er niet van, maar ze kunnen nog perfect dienen. En ik word boos. Boos om het gebrek aan stijl, het gebrek aan het verlangen naar een warm nest, boos om de gierigheid. Ik denk aan mijn andere grootmoeder, in haar kamer van nog geen vier bij vier, slechts een kastje voor wat persoonlijke prullen en een klein raam, voor die lange laatste jaren van haar leven. Ik vertrek en beloof snel terug te komen. Ik wil haar iets nieuws kopen. Al was het een zeepbakje, een handige bewaardoos. Ik wil volgende keer zien dat dit niet gewoon de terugweg is. Maar dat ook er ook hoop is, al is het maar een beetje, in een opgeruimd leven zonder de ballast van een lang leven.
Het huis is gevuld met een leven van meer dan vijftig jaar. Het huis is oud. Niet oud zoals in authentiek of charmant. Oud zoals in afgeleefd, voorbijgestreefd. Met scheuren in het behang, doorgesleten vasttapijt. Aan de rand van mijn stad in een wijk waar niemand wat om schijnt te geven.
In de berging ruikt het nog exact hetzelfde als tien jaar geleden, en ik verstop me weer zoals vroeger. Wie niet weg is, is gezien. Ik hoor mijn neef ook nu de trap opkomen en staar naar het opbergrek. Ze heeft elke modetrend van de creatieve hobby's gevolgd. Kleine kunstwerkjes liggen hier stof te vergaren. Een schilderijtje op zijde. Een muurhangertje uit brooddeeg. Voor elke creatieve bezigheid een oude schoendoos met spullen. Dat kan misschien nog dienen, zegt ze. Haar ogen staan droevig. Ze loopt verloren in haar huis. We hebben het overgenomen. We dragen dozen naar buiten, halen haar kasten uiteen en vragen voortdurend en dit?.
Naast het krantenblaadje met het zoekertje ligt een folder van de serviceflat. Het is er feest, volgende week. Met een brunch, optredens en toespraken. Het ziet er allemaal prima uit en dat is het ook, zie ik een uur later. Maar zij is niet gelukkig met deze verhuis van haar oud lelijk koud genadeloos huis naar een mooi zonnig verzorgd appartement. Twee kilometer verder, nog niet. Hoeveel parochies zijn dat? Ze bijt op haar nagels terwijl vertrouwde meubels worden binnen gesleurd. Ik grijp mijn mama bij haar schouder. Dit laat ik niet gebeuren met jou, en ik zoek bevestiging in haar ogen. Ze knikt en wij weten allebei waar we bang voor zijn. Dit absurd materialisme. Gehechtheid aan waardeloze dingen want weggooien doet men niet. Het gaat niet eens over sentiment, het gaat, ze zegt het zelf, over rommel, spullen ooit gewonnen bij een tombola, ooit gekregen van een overleden tante, ooit binnengeslopen in haar leven. Maar het verband tussen rommel en weggooien, heeft zij nog niet gelegd. Mijn mama zucht en we staren naar de gordijnen die alvast een paar dagen op voorhand werden gehangen: beige met een onbestemde bruine tekening. Vrolijk wordt je er niet van, maar ze kunnen nog perfect dienen. En ik word boos. Boos om het gebrek aan stijl, het gebrek aan het verlangen naar een warm nest, boos om de gierigheid. Ik denk aan mijn andere grootmoeder, in haar kamer van nog geen vier bij vier, slechts een kastje voor wat persoonlijke prullen en een klein raam, voor die lange laatste jaren van haar leven. Ik vertrek en beloof snel terug te komen. Ik wil haar iets nieuws kopen. Al was het een zeepbakje, een handige bewaardoos. Ik wil volgende keer zien dat dit niet gewoon de terugweg is. Maar dat ook er ook hoop is, al is het maar een beetje, in een opgeruimd leven zonder de ballast van een lang leven.
donderdag 20 september 2012
Gezien: dat met die kassei
Heb je het ook in het journaal gezien? Ge weet wel, het laatste puntje, waar wel eens wat cultuur in sluipt. Sidi Larbi Cherkaoui heeft een nieuwe voorstelling gemaakt. En de dansers zwieren met kasseien. Dat was dus prachtig. De verwachtingen meer dan ingelost. Het openingsbeeld was ongeloof mooi en hard. Willen en niet kunnen, in lichaams- en beeldtaal. Je zou het moeten zien*.
Ik moest heel erg denken aan twee basisconcepten van elke theatercursus midden jaren negentig. Zwarte blokken en de spiegel. Ten eerste, de zwarte blokken. Die kunnen alles zijn. Ge sleurt een zwarte blok de scène op en er kan niet veel meer mislopen. Ge versleept het blok tijdens uw scène, ge springt er eens op en af, ge praat ertegen, en ge zijt echt theater aan het maken. Sidi Larbi doet hetzelfde met gigantische grijze blokken en bouwt zo de mooiste scènebeelden op. Het allerbeste aan die scènes (die beeldhouwscène!) is dat ze niet enkel verrassen, verbazen, BOEM, in je gezicht, maar dat ze in de daaropvolgende minuten nog mooier worden, nog harder, nog inventiever. Voortdurende overtreffende trappen, en dat is in dit stuk soms letterlijk te nemen.
Het tweede basisconcept: de spiegel. Twee spelers gaan over elkaar staan en beginnen een bewegingssequentie door zich aan elkaar te spiegelen. Langzaamaan kunnen ze afdwalen en terug samenkomen, de beweging start telkens vanuit een gespiegelde beweging. Al vaker gezien bij dans, maar hier is het onwezenlijk mooi. Een derde jaren '90 concept (maar dan niet in de amateurtheaterwereld, of ik moest iets gemist hebben) wordt weer springlevend, de wave. Dat komt de hele voorstelling terug, in verschillende vormen, op die prachtige muziek, met die prachtige kostuums.
Een heerlijke avond waarop ik in plaats van te applaudiseren liever heel hard zou roepen: dank je wel! En als ik het nu zo allemaal wat nalees op de website van DeSingel heb ik er precies niet veel van begrepen. Ik vond het gewoon zo schoon, met die kasseien.
http://www.cobra.be/cm/cobra/podium/120918-sa-sidilarbicherkaoui-puzzle
* Dat kan nog, 22 tot 25 mei in DeSingel.
Ik moest heel erg denken aan twee basisconcepten van elke theatercursus midden jaren negentig. Zwarte blokken en de spiegel. Ten eerste, de zwarte blokken. Die kunnen alles zijn. Ge sleurt een zwarte blok de scène op en er kan niet veel meer mislopen. Ge versleept het blok tijdens uw scène, ge springt er eens op en af, ge praat ertegen, en ge zijt echt theater aan het maken. Sidi Larbi doet hetzelfde met gigantische grijze blokken en bouwt zo de mooiste scènebeelden op. Het allerbeste aan die scènes (die beeldhouwscène!) is dat ze niet enkel verrassen, verbazen, BOEM, in je gezicht, maar dat ze in de daaropvolgende minuten nog mooier worden, nog harder, nog inventiever. Voortdurende overtreffende trappen, en dat is in dit stuk soms letterlijk te nemen.
Het tweede basisconcept: de spiegel. Twee spelers gaan over elkaar staan en beginnen een bewegingssequentie door zich aan elkaar te spiegelen. Langzaamaan kunnen ze afdwalen en terug samenkomen, de beweging start telkens vanuit een gespiegelde beweging. Al vaker gezien bij dans, maar hier is het onwezenlijk mooi. Een derde jaren '90 concept (maar dan niet in de amateurtheaterwereld, of ik moest iets gemist hebben) wordt weer springlevend, de wave. Dat komt de hele voorstelling terug, in verschillende vormen, op die prachtige muziek, met die prachtige kostuums.
Een heerlijke avond waarop ik in plaats van te applaudiseren liever heel hard zou roepen: dank je wel! En als ik het nu zo allemaal wat nalees op de website van DeSingel heb ik er precies niet veel van begrepen. Ik vond het gewoon zo schoon, met die kasseien.
http://www.cobra.be/cm/cobra/podium/120918-sa-sidilarbicherkaoui-puzzle
* Dat kan nog, 22 tot 25 mei in DeSingel.
maandag 17 september 2012
Gezien: Ben X - de musical
Musical is niet mijn ding. Het is theater zonder vaart, het is muziek zonder stijl. Ik had gezworen na Daens om er geen cent meer aan uit te geven. Maar via via belande ik dan toch op de première van Ben X. Gelukkig had ik onlangs nog eens een paar afleveringen van Thuis gezien en kende ik de nieuwe lading bv's (toch van gezicht) en nestelde ik me vrolijk in de rode pluche van de Stadsschouwburg met mijn gekregen kaartje van Nick Balthazar.
Er is wel wat goeds aan deze musical. Er zijn namelijk geen knullige dansjes. Er wordt meer dan behoorlijk gezongen. De muziekarrangementen zijn soms zelfs goed (een liedje dat klinkt als een game, het werkte wel). En de keuze voor beeldprojectie in plaats van stuntelige decors is een hele goede zet. Zeker het eerste halfuur worden er mooie dingen gedaan met die projecties.
Maar het blijft musical en dan moeten de emoties altijd worden uitgerokken en uitvergroot. De vaart die soms in de dialogen zit (sommige pestscènes zitten echt goed, vooral dankzij goede acteerwerk) wordt compleet teniet gedaan door de simplistische liedjesteksten. Is het een stillistische keuze, omdat Ben als autistische jongen ook in heel korte zinnen communiceert? Waarom zijn de teksten van de andere personages dan ook zo'n nietszeggende rijmelarij? Het dramatisch effect van de kleine Ben naast de grote Ben is er ook wel af na een scène of twee, maar het ventje moet er nog meer dan een uur blijven staan. En de boodschap wordt er zo ingedramd... volgens mij ook niet de beste strategie. Maar als er één pester is die na het zien van deze musical het effect van zijn daden beseft, dan is het misschien al wel goed. En de bv's vonden het allemaal geweldig, dus wie ben ik?
Allemaal bullshit? Lees de lovende recensie van De Standaard.
Er is wel wat goeds aan deze musical. Er zijn namelijk geen knullige dansjes. Er wordt meer dan behoorlijk gezongen. De muziekarrangementen zijn soms zelfs goed (een liedje dat klinkt als een game, het werkte wel). En de keuze voor beeldprojectie in plaats van stuntelige decors is een hele goede zet. Zeker het eerste halfuur worden er mooie dingen gedaan met die projecties.
Maar het blijft musical en dan moeten de emoties altijd worden uitgerokken en uitvergroot. De vaart die soms in de dialogen zit (sommige pestscènes zitten echt goed, vooral dankzij goede acteerwerk) wordt compleet teniet gedaan door de simplistische liedjesteksten. Is het een stillistische keuze, omdat Ben als autistische jongen ook in heel korte zinnen communiceert? Waarom zijn de teksten van de andere personages dan ook zo'n nietszeggende rijmelarij? Het dramatisch effect van de kleine Ben naast de grote Ben is er ook wel af na een scène of twee, maar het ventje moet er nog meer dan een uur blijven staan. En de boodschap wordt er zo ingedramd... volgens mij ook niet de beste strategie. Maar als er één pester is die na het zien van deze musical het effect van zijn daden beseft, dan is het misschien al wel goed. En de bv's vonden het allemaal geweldig, dus wie ben ik?
Allemaal bullshit? Lees de lovende recensie van De Standaard.
donderdag 13 september 2012
ia
We maken een fietstocht. Zij zit in haar stoeltje vooraan met haar handen op het stuur. Papa trapt, het gaat vooruit en de zon schijnt. We stoppen heel even voor een slok water en een kus en aan de overkant van een smalle beek komt een ezel aangelopen. Een mooi dier, de grijze kleur loopt mooi over zijn hele lijf en in zijn blik heerst die typische ezelsmelancholie. Kijk Oona, een ezel, roepen wij uit. Ze kijkt. Ze bestudeert. Ze kijkt achterom, zoekt mijn blik, alsof ze om meer uitleg vraagt. Het is de eerste keer, denk ik, dat dit stadskind een ezel ziet. Ia, Oona, ia. De ezel doet ia. Dat vindt ze grappig. Het is een geluid dat ze nog niet kent en ze staart naar onze monden. We worden enthousiaster. Oona zeg het eens, wat doet de ezel, ia, ia, wat zegt de ezel, de ezel ja. We fietsen verder en haar vingertje wijst naar de wereld. Ze zegt ia bij het zien van een koe. Bij het oversteken van een bruggetje. Bij het kruisen van andere fietsers. Ze is zo blij met haar nieuwe woord dat het voor alles kan dienen. Een dag later doet de koe terug meeuh. Ook het schaap, het paard en het konijn doen meeuh. Nee Oona, een paard doet geen meeuh, een paard doet hiiihiiihiii. Nee zegt ze beslist, meeuh. We willen niet liever dan haar woorden bijbrengen. Juiste woorden voor juiste dingen. De magie van iets zien, even nadenken, iets zeggen. We willen dat ze groeit, onder onze neus, en niet stiekem 's nachts in haar bed. We willen dat ze gretig leert van wat er in onze wereld is. Duwtjes geven, een zetje, een hand, een aanmoediging. Zeg een woord. Eet met een lepel. Drink uit een glas. Speel piano.
Ontdek de wereld.Geniet van wat je kan.
Ontdek de wereld.Geniet van wat je kan.
donderdag 6 september 2012
Vriendschap: investeren in verschil
Gisteren bleef ik hangen bij een flard van een gesprek. Hoeveel investeer je in vriendschap met iemand die veel van je verschilt? Het ging niet eens over mij, het ging niet eens over vriendschap, maar de zin bleef haperen in mijn hoofd.
Vriendschap is eenvoudig tussen gelijken. Je vindt dezelfde dingen tof, je hebt dezelfde levensstijl, dezelfde zorgen en dromen. Maar als ik even naar mijn vriendenkring kijk, dan zie ik veel verschil. Mijn beste vriendin ziet alle social media als compleet overbodig (ze maakt een uitzondering voor deze blog ;-)), ne maat van mij kan úren praten over hoe een Volvo optrekt (of was dat nu een ander automerk?), een andere vriendin stemde een paar jaar geleden op Yves Leterme (en ik hou mijn hart vast wat het deze keer wordt) en nog een ander vriendin kan mij écht mooier maken met make-up (met alles erop en eraan). Ik heb vrienden met nauwelijks boeken in hun boekenkast, vriendinnen die zweren bij strings, vriendinnen die alléén maar theetjes drinken, vriendinnen die enkel over hun beebies praten. Of som ik nu net allemaal irrelevante dingen op?
En, we zijn ook gelijk. Bijna allemaal hoog opgeleid, bijna allemaal huisje-tuintje-keukentje, bijna allemaal fan van Wim Helsen.
Zie ik ze graag omdat ik weet dat ze er zijn voor mij? Neen, het is niet zo egoïstisch, de gevoelens zijn oprecht. Zie ik ze graag omdat we een geschiedenis hebben samen? In Deurne, op de de planken, op de schoolbanken? Neen, want ze zijn nog steeds in mijn leven en Deurne, de planken en schoolbanken steeds minder.
En het is moeilijker de gelijkenissen te benoemen dan de verschillen (een poging: al mijn vrienden houden van eten).
Ik denk dat ik evenveel investeer in wie veel van mij verschilt dan in wie op mij lijkt. Wat is de basis voor die vriendschap? De gelijkenissen of het verschil? Ik denk dat nog ergens anders zit. Ergens tussen onze levens doorheen geslingerd.
Ik kan mij compleet verliezen in dit soort gedachten, deze blogpost schreef ik dan ook in het midden van de nacht toen het licht al uit was en de ogen eigenlijk al toe.
Misschien gewoon niet zoveel nadenken over vriendschap en gewoon een pint gaan pakken met mijn vrienden. Al vinden ze dat niet allemaal even leuk. Een theetje mag dus ook.
Vriendschap is eenvoudig tussen gelijken. Je vindt dezelfde dingen tof, je hebt dezelfde levensstijl, dezelfde zorgen en dromen. Maar als ik even naar mijn vriendenkring kijk, dan zie ik veel verschil. Mijn beste vriendin ziet alle social media als compleet overbodig (ze maakt een uitzondering voor deze blog ;-)), ne maat van mij kan úren praten over hoe een Volvo optrekt (of was dat nu een ander automerk?), een andere vriendin stemde een paar jaar geleden op Yves Leterme (en ik hou mijn hart vast wat het deze keer wordt) en nog een ander vriendin kan mij écht mooier maken met make-up (met alles erop en eraan). Ik heb vrienden met nauwelijks boeken in hun boekenkast, vriendinnen die zweren bij strings, vriendinnen die alléén maar theetjes drinken, vriendinnen die enkel over hun beebies praten. Of som ik nu net allemaal irrelevante dingen op?
En, we zijn ook gelijk. Bijna allemaal hoog opgeleid, bijna allemaal huisje-tuintje-keukentje, bijna allemaal fan van Wim Helsen.
Zie ik ze graag omdat ik weet dat ze er zijn voor mij? Neen, het is niet zo egoïstisch, de gevoelens zijn oprecht. Zie ik ze graag omdat we een geschiedenis hebben samen? In Deurne, op de de planken, op de schoolbanken? Neen, want ze zijn nog steeds in mijn leven en Deurne, de planken en schoolbanken steeds minder.
En het is moeilijker de gelijkenissen te benoemen dan de verschillen (een poging: al mijn vrienden houden van eten).
Ik denk dat ik evenveel investeer in wie veel van mij verschilt dan in wie op mij lijkt. Wat is de basis voor die vriendschap? De gelijkenissen of het verschil? Ik denk dat nog ergens anders zit. Ergens tussen onze levens doorheen geslingerd.
Ik kan mij compleet verliezen in dit soort gedachten, deze blogpost schreef ik dan ook in het midden van de nacht toen het licht al uit was en de ogen eigenlijk al toe.
Misschien gewoon niet zoveel nadenken over vriendschap en gewoon een pint gaan pakken met mijn vrienden. Al vinden ze dat niet allemaal even leuk. Een theetje mag dus ook.
maandag 3 september 2012
Gezien: Macbeth (Froe Froe)
FroeFroe, dat zijn echte toppers in de kinderkunsten. Combinatie van prachtige poppen, humor, meerlagigheid en schoon acteerspel doen het keer op keer. Zaterdagavond zat ik te fris gekleed in Fort 4 in Mortsel waar in de marge van het (fijne) familiefestival FortBom ook Macbeth speelde, een voorstelling voor 12+.
Ik denk eerlijk gezegd dat ik nog nooit een bewerking heb gezien van Macbeth. Maar het is dus een typische Shakespeare met koningen die doodgaan en veel wreedheid. En dat hebben ze bij FroeFroe gesnopen, het scènebeeld zet meteen de toon. Twee uur laten was ik niet helemaal overtuigd. En dat kwam misschien door de zware tekst. Misschien, of zeker. Was de tekst te zwaar voor deze acteurs of waren deze acteurs te licht voor de tekst? Ik denk het eerste. Ik moest denken aan Tom Lanoye en zijn bewerkingen. Dat is van een ander literair niveau, toch wel. En Abke Haring, Katelijne Daemen, Dirk Roofthooft, die kunnen zo'n tekst dragen. Maar hier, met deze spelers, ging het soms vervelen, verloor ik soms de draad. En ik was niet de enige. In het midden van de voorstelling zijn er gelukkig een aantal ontroerend mooie scènebeelden en komt de metier van FroeFroe helemaal tot zijn recht. De muziek wordt live gespeeld door Simon Lenski van DAAU (aan wie heb ik toch ook mijn lievelingscd van DAAU uitgeleend, al jaren geleden?) en in het midden van de voorstelling is er vaart en zoveel om naar te kijken. Maar dan valt het terug wat stil en het einde is knap, maar ik verwachtte net iets meer verrassing, tegendraadsheid.
Maar het is goed, zeker wel en als je zin hebt in een verteerbare klassieker, ga dat zien. Maar doe een trui aan.
FroeFroe maakt altijd filmkes van hun voorstellingen. Ik vind dat super tof, vanuit cultuurmarketingstandpunt, maar eigenlijk bekijk ik die filmkes bijna nooit en ook nu had ik moeite om het hele filmpje (ochgottekes 1:31 min) uit te kijken. Raar hé.
Ik denk eerlijk gezegd dat ik nog nooit een bewerking heb gezien van Macbeth. Maar het is dus een typische Shakespeare met koningen die doodgaan en veel wreedheid. En dat hebben ze bij FroeFroe gesnopen, het scènebeeld zet meteen de toon. Twee uur laten was ik niet helemaal overtuigd. En dat kwam misschien door de zware tekst. Misschien, of zeker. Was de tekst te zwaar voor deze acteurs of waren deze acteurs te licht voor de tekst? Ik denk het eerste. Ik moest denken aan Tom Lanoye en zijn bewerkingen. Dat is van een ander literair niveau, toch wel. En Abke Haring, Katelijne Daemen, Dirk Roofthooft, die kunnen zo'n tekst dragen. Maar hier, met deze spelers, ging het soms vervelen, verloor ik soms de draad. En ik was niet de enige. In het midden van de voorstelling zijn er gelukkig een aantal ontroerend mooie scènebeelden en komt de metier van FroeFroe helemaal tot zijn recht. De muziek wordt live gespeeld door Simon Lenski van DAAU (aan wie heb ik toch ook mijn lievelingscd van DAAU uitgeleend, al jaren geleden?) en in het midden van de voorstelling is er vaart en zoveel om naar te kijken. Maar dan valt het terug wat stil en het einde is knap, maar ik verwachtte net iets meer verrassing, tegendraadsheid.
Maar het is goed, zeker wel en als je zin hebt in een verteerbare klassieker, ga dat zien. Maar doe een trui aan.
FroeFroe maakt altijd filmkes van hun voorstellingen. Ik vind dat super tof, vanuit cultuurmarketingstandpunt, maar eigenlijk bekijk ik die filmkes bijna nooit en ook nu had ik moeite om het hele filmpje (ochgottekes 1:31 min) uit te kijken. Raar hé.
Abonneren op:
Posts (Atom)