dinsdag 28 februari 2012

Over baby's die moeten kruipen enzo

Dit is een lange post en ik maak mijn punt maar aan het einde. Neem dus even tijd :-).

Oona is nu exact 10 maanden en 10 dagen oud. En ze kruipt nog niet. Nog ni bekàn, zoals we dat in Antwerpen zeggen. Dat is geen drama, maar wel vervelend, want ik maak me zorgen.

Elke ouder wil (stiekem) dat zijn kind uitblinkt, toch minstens in iets. Een kind dat geweldig muzikaal, geweldig slim, geweldig gevat, ... geweldig is in íets. Ja, ook bij baby’s. En als dat niet het geval is, dan wil elke ouder een normaal kind. En normaal betekent op de leeftijd van 10 maanden: normaal volgens Kind & Gezin, normaal volgens de Brieven aan Jonge Ouders van de Gezinsbond en normaal volgens vrienden, vriendinnen, (schoon)ouders, collega’s, …
Wij kunnen helaas niet alles afstrepen van het lijstje van de tienmaander. Oona kán rollen, maar ze doet het zelden. Ze maakt geen aanstalten om te kruipen (meer nog, ze wordt boos in buiklig, ook al trainen we hierop).
Oona blinkt ook niet uit in die andere dingen. Ze trekt zich nog niet recht aan de spijlen van bed of box. Ze stapt nog niet als we haar handjes vasthouden. Ze stapt ook niet langs de zetel of de salontafel. Doorslapen? Slechts af en toe, onze meid heeft ’s nachts meestal nog een hongertje. Eten? Bwa ja, ze eet haar patatjes en fruitjes, maar niet bijzonder vlot en niet bijzonder veel.

Voor alle duidelijkheid, ik denk (meestal) niet dat er iets mis is. Ze is gezond. Al een hele winter doorgekomen zonder medicijnen, los van een crèmke en wat zoutwater voor haar neuzeke. Hoe goed is dat niet? En ze lacht. De hele tijd. 

Het is te eenvoudig om de schuld door te schuiven naar ‘de maatschappij’ die ‘prestatiegericht’ is en ‘teveel verwacht’. Programma’s zoals dat van Peeters en Pichal (vorige week meer dan uur over dit thema) werken dat misschien wel in de hand, maar het is het probleem doorschuiven. Zoals je ook niet in de file staat, maar de file bent; zo maak je hier ook deel uit van de maatschappij en dragen we dus ook zelf verantwoordelijkheid.

Reflex bij jonge ouders bij het zien van een tienmaander die niet kruipt: de betrokken ouder troosten. Troost 1: niet alle kinderen kruipen, er zijn er die ineens lopen, dus wat maakt het uit. Troost 2: Ze zal dan snel kunnen praten. Maar wat als troost 1 en troost 2 niet blijken te kloppen? Als Oona naast een late kruiper ook een late stapper én een late prater is? Wat als ze gewoon traag is?

Ik ben het probleem, niet Oona. Het probleem is niet dat Oona niet kruipt. Het probleem is dat ik daar over pieker.

Ik heb vervolgens gepiekerd waarom ik daarover pieker.
1)      Ik maak me soms echt zorgen. Of het wel normaal is.
2)      Ik vraag me af of we haar wel genoeg stimuleren. En bij uitbreiding: of we het wel goed doen. Dat ouder zijn.
3)      Ik maak me kwaad in de ‘kan-hij/zij-al’ vragen (kan ze al rollen? Kan ze al zitten? Kan ze al kruipen? Slaapt ze al door’) maar ik maak me vooral kwaad in het feit dat die vragen vooral komen van mensen van wie de kinderen dit allemaal vlotjes kunnen. Zo gaat het wel vaker.

Genoeg gepiekerd echter. Tijd voor oplossingen en beslissingen.
1)      Over het zorgen maken. Ik ga dat niet meer doen. Als Oona een dik jaar is, hebben we nog eens een afspraak met de kinderarts en die zal dan nog wel eens kijken of alles ok is. Toen Oona 9 maand was, heeft ze dat ook gedaan en dan was alles prima. En mijn gevoel zegt ook dat alles in orde is. Dus die gedachten blokkeer ik nu gewoon.
2)      Het is bullshit. We stimuleren haar wél (het arme kind moet soms echt 5 minuten op haar buik liggen, met een vreselijke huilbui tot gevolg). Zolang Oona vrolijk en blij is, gezond en grappig, ga ik ervan uit dat ik een goeie mama ben. Punt.
3)      Een oproep. Vermijd de ‘kan-hij/zij-al’vragen. Niet alleen bij mij, maar bij alle jonge ouders. Of laat dat toch op zijn minst niet uw eerste vraag zijn.
4)      Help mij niet te piekeren. Laat ons praten over die mooie dingen die moeilijker in woorden te vatten zijn. Over de glinstering in haar ogen. Over haar wapperende armpjes wanneer ik ze ’s ochtends uit haar bedje til. Over de kietels onder haar mini-okseltjes. Over haar reacties bij het lezen van boekje. Over haar fascinatie voor een pakske vochtige doekjes. Over de korstjes brood in haar vuistje. Over de geluidjes als wij even niet kijken. 

En nu ga ik genieten van mijn dochter.

donderdag 23 februari 2012

Slechte huisvrouw.

Et voilà deze slechte huisvrouw is 79 euro kwijt. Of onderhoudt u uw wasmachien? Wij niet. Wij laten dat draaien. Met Ecover natuurlijk. Maar de technieker spelde ons de les. Ecover afwisselen met ander wasmiddel. Want Ecover werkt op basis van enzymen en dat is tof voor het milieu, maar er blijven veel restjes plakken in de leidingen. Langzamerhand verstopt de boel. Ecover werkt ook niet bij hoge temperaturen (dat heeft weer te maken met die enzymen, die gaan gewoon kapot). Logisch misschien, maar bij de luierwas (op 60 of 90 graden) nooit bij stilgestaan. En nu stinkt het hier dus naar Dash. En is het niet witter dan wit. Ik ga dus op zoek naar andere eco-wasmiddelen (zonder geur liefst) en zal braaf regelmatig (elke week is toch overdreven?) een kookwas doen. En voor de vaatwasser van 't zelfde, ook niet altijd het eco-programma gebruiken. En ik moet de droogkast blijkbaar stofzuigen. E-l-e-k-e week!
Maar nu ik er zo over nadenk, het is hier nogal een klassieke rolverdeling. Koken en boodschappen doen we allebei, maar hij doet de afwas en ik doe de was. Hij zet de vuilbakken buiten, doet de klussen en ik hou me bezig met de kleine rommelkes in het hele huis. Machine-onderhoud, dat pas toch beter in zijn profiel, niet?

woensdag 15 februari 2012

Bio en eco enzo - voornemen nr negen

Bij mijn vorige post kwam ik aan acht voornemens voor 2012. Er is nog een negende. Beter leven, in de zin van ethischer, gezonder.
Ten eerste , meer bio dus. Dat is vaak lekkerder: yoghurt pur natur, biomelk. En eitjes. Want na het lezen van Dieren Eten was ik nogal geschokt over de zogenaamde vrije uitloop. Maar ik word niet fanatiek. Bio ontbijtgranen zijn niet te vreten. Eigenlijk alles wat ongezond en lekker is (snoep! chips!) is in de biovariant een ontgoocheling. En Ecover shampoo is gewoon niet zo goed.  Biotampons? Ik dacht het niet.
Ten tweede, de ecologische voetafdruk. Over enkele dagen hebben we een bedrijfswagen dus ik heb wat goed te maken. Om van citytrips nog maar te zwijgen. Appels en peren, enkel van bij ons. Geen Spaanse aardbeien buiten het seizoen. Meer kool in de winter, minder courgette. Veggieburgers met soja die niet uit Brazilië wordt overgevlogen (moet ik nog uitpluizen) . Ik heb een app'ke geïnstalleerd dat me hopelijk zal helpen.
Ten derde, vlees en vis. Vlees mijden kost me weinig moeite. Maar wat met vis? Dat ben ik altijd blijven eten, ik lust het graag en maak mezelf dan wijs dat het gezonder is dan vlees. En die overbevissing ... stokpaardje van mijn liefste. Voor tonijn doe ik het drastisch :geen tonijn meer op mijn bord. Doe ik al enkele maanden, maar tonijnsla mis ik. Voor de andere viskes neem ik me voor de viswijzer te checken. En op restaurant is dan een uitzondering, want ik heb geen zin om telkens naar de herkomst van de vis te vragen. Nu nog die scampi's nakijken ...
Ten vierde, meer fair trade. Rijst, chocolade, ... de klassiekers. Maar ook vaker passeren voor cadeautjes.
Ten vijfde, de bank. Sinds 2 maanden zit ons spaargeld bij Triodos en doen we aan ethisch bankieren. Correctie, zullen we ethisch bankieren want we hebben na de bouw van ons huis het cijferke 0 van dichtbij gezien.
En dan zijn er nog ggo 's. E -nummers. Verdachte suikervervangers zoals Aspartaam.Maar dat is dan misschien voor 2013.

woensdag 8 februari 2012

Reisverslag Bilbao

Geen groot plan, maar toeval. Michiel volgt nu en cursus rond marine ecology, in een stadje ten noorden van Bilbao. We koppelen er een lang weekend aan.
Vrijdag vertrokken met Brussels Airlines. Ging heel vlotjes. Oona was super goed gezind. Het luchthavengebouw van Bilbao is heel mooi. Transparant, licht. Als een duifje ligt het in het landschap. Een kort busritje en we waren al aan ons hotel. Niets bijzonders, maar een vrij grote kamer met een prima babybed.
We trekken de stad in, drinken een rode wijn voor 1,5 euro en wandelen langs de rivier. We zien het Guggenheim stralen, zelfs in het grijze weer. We verzeilen bij Victor Montes op het centrale plein. Njammie.
Zaterdag naar het Guggenheim. Prachtig, ik heb er bijna geen woorden voor. Het is me nog niet vaak overkomen, dat een gebouw me echt raakt. Theater gaat er vlotjes in. Kunstwerken soms. Maar gebouwen... het blijven bijna altijd stenen, beton. In het Jüdisches Museum in Berlijn is het me overkomen. En nu dus ook. Licht. Ruimte. En daar staan dan nog eens prachtige dingen in. In de sculpturen van Richard Serra kan je wandelen. Oona kijkt haar ogen uit. Brancusi zijn vogelkes blijven mooi.
En dan eten we geweldig lekker in de Bistro van het museum. En ongelofelijk goedkoop. Michiel laat zich gaan en bestelt kreeft. Ik geniet van heerlijke vis en een luxe-wentelteefje-meets-crème-brûlée.
Het stortregent. We kruipen gezellig bij elkaar en kijken naar de documentaire 'man on wire'. Mooi.

Zondag ontbijten we zoals de Basken dat doen. In een bar. Staand. Snel. Met van die dunne serviet-papiertjes. Waar iets op gedrukt staat in het Baskisch. We trekken naar de oude stad. De overdekte markt is gesloten en alle winkels zijn dicht. Maar er is veel volk op straat. Op zondag staan alle families buiten op straat te aperitieven (ah ja, die kleine bars zijn veel te klein voor al dat volk) en eten pinxtos. Pinxtos zijn de Spaanse tapas en meestal worden de hapjes gepresenteerd op een stuk (goed!) stokboord. We bemachtigen een tafeltje in de zon, bestellen rode wijn, voor ons scrabble, voor Oona gebrabbel. Het is genieten. En om half drie is de zon achter de gebouwen verdwenen en is het plein plots leeg.


Maandag maakten we een uitstapje naar San Sebastian (Donostia in het Baskisch), het stadje waar Michiel zijn opleiding zal doorgaan. We kiezen voor de trein, en tsjoeken 2,5 uur door een grijs landschap. 'The scenery' zoals de mevrouw van het toerismebureau in verbazend goed Engels beschreef, gaat aan ons voorbij. Maar scrabble en gebrabbel maken een heerlijke ochtend. Het laatste stukje is prachtig. De spoorlijn loopt langs de kust en af en toe piept de oceaan. Het ochtendgrijs is weg, we stappen in een zalige winterzon in deze badplaats. Het is misschien wel zoals Oostende in de vorige eeuw. Denken we. We maken een lange wandeling langs de drie stranden van het stadje. Wat winkelen en we eten weer heerlijke pinxtos. We gaan terug met de bus en ons schatje slaapt in de draagdoek.

Dinsdagochtend nog even naar de oude stad. Die overdekte markt stelt niet veel voor. We zoeken nog een mooie muts voor Michiel (niet gevonden).
En dan is het tijd voor Michiel om naar de cursus te vertrekken. We passeren met ons drietjes een man die ons lotto-biljetes wil verkopen. 'Lotteria?' klinkt het. Nee, zegt Michiel, dankjewel, het geluk dat heb ik, geloof ik, al.

donderdag 2 februari 2012

Middenin de nacht + C'est moi, le monstre

Middenin de nacht - Toneelhuis
foto Koen Broos
Anarchistisch familietoneel. Ik vond het wel tof, maar ik moet eerlijk toegeven dat er achteraf toch niet veel is blijven hangen.  Ik ben een groot Tellegen-fan en dat speelt ook wel mee. Hoewel, ik heb eens echt een stomme voorstelling gezien, een paar jaar geleden in de KVS. Hier bleef de prachtige fantasie en filosofie wel overeind. Ik heb me wel verbaasd over de beginscène. Heel erg mooi (én grappig) wordt er gespeeld met de regels van toneelspelen en vertellen. Een vertelstem vertelt een verhaal, de acteur zegt af en toe iets. Op den duur ontstaat er echter interactie tussen de vertelstem en de acteur, er wordt de draak gestoken met de klassieke vertelstructuur. En de kinderen vonden dat heerlijk.


En dan ging ik ook naar C'est moi le monstre  van Pascale Platel. Een bewerking van Platel van het verhaal van Belle en het Beest. Dat was de tweede film die ik ooit zag in een echte cinema en had een grote impact. Ik was niet helemaal mee in het prinsessenthema (mijn nicht daarentegen wel), het waren vooral de dansende theekopje die in mijn herinnering bleven steken.
Pacale Platel laat een zalige Gentse woordenschat los op dit verhaal, het is woordensmullen. Maar de muziek, een heel belangrijk element in de voorstelling, live ook, kon me niet raken. Een keuze drong zich op: voluit gaan voor klassiek (wat heus wel kon, de zanger die het beest vertolkte kon er wat van) of onnozeliteiten. Nu kwam er nu een klassiek stuk een zotte versie van love me tender. Awel, het werkte niet bij mij. Gelukkig trok Platel mee telkens snel genoeg terug in het verhaal.

woensdag 1 februari 2012

pendelaarsonderzoek

We bedachten een ingewikkelde constructie voor maximaal familiaal geluk. Dat was buiten de NMBS gerekend. Mijn liefje bracht Oona naar Brussel en dan zou ik met ons schatje naar huis gaan.
Van Brussel noord naar Antwerpen Berchem, meer dan een uur onderweg. Met een overstap en dus extra op en af een trein en twee extra trappen. Geen lolletje met een buggy. En dan tien minuten wachten bij min vijf. En dan rechtstaan. Natuurlijk. Gelukkig viel dochterlief dan toch in slaap.
En dan had ik de keuze, ergeren of observeren. Het werd het tweede. Een kort antropologisch gedragspsychologisch onderzoek bij de pendelaar.
De eerste fase: de ijsbeerfase (ja schatje, ik weet het ook niet. Ze sturen ons van hot naar her. Ik zal iets laten weten als de lasagne in den oven moet)
Dan: de woedefase (Ja, negeer mij maar, mijnheertje de conducteur. En maar staken. Zullen wij anders eens staken.)
Vervolgens: de stressfase (verdorie, geraak ik nog bij op die trein? (en heel stil mompelend) moet die voiture er ook nog op of wat?)
Dan: de zuchtfase (zucht)
En dan, het beste, de mopjesfase.
Wat een lawaai. Sebiet stijgen we nog op. Dan zou nog niet slecht zijn, zijn we misschien rapper thuis.
Ik denk niet dat de conducteur komt. Pas op, soms ze komen ze heel rap. Vraagt dat maar aan hun vrouwkes.
NMBS. Niet met mijn ballen spelen. 

Terug een stressfase (oh nee, er moet iemand af)
Een ijsbeerfase (ja schat, zet de lasagne er maar in. Ik ben er sebiet. Allé ja, als het meezit.)
Een woedefase (gaan we nog een beetje stilstaan?)
En de laatste fase heb ik gemist wegens stress bij mezelve om met een slapend, koud kind heelhuids van de trein te geraken.

Wie het ongelofelijk vindt dat wij naar de andere kant van de wereld reizen met een baby; dat is werkelijk niets vergeleken met een ritje Brussel-Antwerpen. De eerste hulpvaardige stewardess ben ik daar nog niet tegengekomen.