vrijdag 1 november 2024

Boos


Het is een boze dag.

Ik ben boos om dingen. Om wat hij zegt, om wat zij zegt en om wat niemand in dat groepje zegt en kan iemand alsjeblief iets liefs zeggen? En me even vasthouden? Misschien?

Dan hoor ik de schrijver, Nathan Thrall uit Israël, op het Crossing Border festival in de Arenberg. Hij schreef over een busongeluk waarbij zes Palestijnse kinderen stierven en hun leerkracht. Over hoe het meer dan 40 minuten duurde voor er hulp was: brandweer, ambulanciers,.... de bus brandde uit en toch gingen er mensen in die bus, redders. Om een jongetje aan zijn rugzak omhoog te tillen. En dan te zien: te laat. Voorbijgangers reden met gewonde, verbrande kinderen naar ziekenhuizen. Naar het goede ziekenhuis in Jerusalem, of wanneer de vrijwillige chauffeur helaas niet over de juiste kleur ID beschikte, naar een ziekenhuis in Ramallah, dat een stuk minder voorzien was van medisch materiaal, geschoolde en ervaren zorgverleners. 

Ik probeer aan te sluiten bij een ander auteursinterview, maar mijn Frans is slecht en mijn gedachten ver. 

Ik loop naar een kleinere zaal waar de Oekraïense auteur Andrej Koerkov wordt geïnterviewd. Hij vertelt dat van de honderden Oekraïense schrijvers er nog twee zijn die fictie schrijven. Of kunnen schrijven? De ene schrijft crime de andere sciencefiction.
Dat kwam binnen. 

Wat stelt mijn boosheid nog voor?
Ik wil ademen, ik wil zijn, niet denken. 

Dan is er muziek  Sheherazade. Ze zingt en ik vertaal elke zin als troost. Ik geef mezelf de vrijheid om te horen wat ik wil en dat is dat het pijn doet, echt pijn, maar dat er altijd iets anders is. Iets waar Sheherazade met haar stem bij kan, iets wat ik naast alle moeilijke woorden deze avond zomaar mag ontvangen. 

Sheherazade is mooi, ze heeft prachtig haar. Ik denk aan de schoolmuscial waar mijn jongste dochter Sherazade was, uit het sprookje van duizend en een nacht. Maar ze was ook wachter in een andere scène en ook bruidsmeisje, daar was ze op haar best, al is het oordeel van een moeder hierin volstrekt onbetrouwbaar.

Het is net in de liefelijkheid van die herinnering, en in het timbre van de stem van Sheherazade op het podium dat mijn boosheid terug groeit, wint aan belang. k dacht het boze weg te drukken, mezelf af te leiden, weg te nemen, te ontdoen, te verdwazen. Maar het omgekeerde is waar. 

Ik heb deze stem nodig, ik laaf me aan de vreemde cello, ik laat me overspoelen door de klanken, om op te staan, in de branding, om boos te zijn, om boos te mogen zijn, om deze wereld, om de absurditeit van zoveel oorlog zo dichtbij, om mijn eigen futiele boosheid maar daarom niet minder waar. Of toch.

Ik denk niet dat het helpt, literatuur en muziek. Geen oplossingen, geen verlichting, zelfs amper afleiding. 

Ik zie een man en een vrouw, ze staan recht in het donkere publiek. Ze dansen. Ik denk dat ze móeten dansen. Ik kijk naar hen, naar de muzikanten, ik kijk naar de auteurs die ongewild getuige zijn van deze wrede wereld en toch maar schrijven. En mijn hart klopt. En dan mijn handen. Ik klap mezelf tot tranen. 

En even later zit ik te lachen. Omdat Paul Lynch, waar ik eerlijk gezegd nog nooit van heb gehoord, een enorm grappige intro geeft aan mijn favoriete interviewer Melissa Giardina

Het doet deugd om nog altijd boos te zijn. En verontwaardigd. En geamuseerd. Niet minder emoties, maar méér. Dat is wat literatuur en muziek me geeft vandaag. Ik laat het gebeuren. Ik neem alle heftigheid, van alle richtingen aan. Misschien dans ik nog. Dan dans ik niet om iets kwijt te raken, maar om iets te winnen. 



zondag 15 september 2024

Ik wil twee moeders zijn

Ik wil twee moeders zijn.
Ik wil me splitsen, splijten in twee gelijke delen. 

De ene moeder vertrekt op tijd, staat aan de schoolpoort en kan ziet hoe haar dochter over de speelplaats loopt en schaterlacht om iets dat er wordt gezegd, haar blik vervolgens verwonderd zegt: je bent er al, en die moeder opent alvast haar armen. De andere moeder heeft ondertussen bij de verloren voorwerpen gekeken  deed een praatje met een andere ouder en regelde een speelafspraakje voor woensdag. 

De ene moeder houdt de dochter vast, voor zo lang als nodig, totdat het kind zachtjes weer loslaat, we hebben tijd. De andere moeder houdt de pan in de gaten, doet een proper zakje in de vuilnisbak en raapt een vreemd voorwerp op en denkt rustig, heel rustig na wat dit grijze kleine frulding zou kunnen zijn. 

De ene moeder luistert geduldig naar een lang verhaal, helemaal oog en oor, en ook huid en huid, zo kan ze nog beter luisteren . De andere moeder kijkt of die turnpantoffels niet te klein zijn, belt voor die doktersafspraak en vergeet de klasavond niet. 

De ene moeder gaat naar de klasavond, de ouderavond, gaat gewapend met een schup naar de schooltuindag en zoekt naar luizen in 4B. Terwijl de andere moeder helpt bij huiswerk, waar ze zelf amper iets van snapt, maar ze is geduldig en ze zegt m'n lieve kind, we doen dit samen. 

De ene moeder zoekt mee hoe je vergelijkingen kan typen op de computer, terwijl de andere moeder wat voor zich uitstaart, met een warme koffie in de hand, mijmert over hoe het vroeger was en hoe het later, of gewoon morgen, zal zijn. 

De ene moeder neemt een voorsprong op de volgende werkdag, kijkt na waar die eerste afspraak is en stuurt meteen nog maar die mail, dan is ook dat al gebeurd. De andere moeder zegt vriendelijk voor de derde keer dat het tandenpoetstijd is, bedenkt een mopje en zegt dat er natuurlijk nog tijd is voor een verhaal. Of twee.

En wanneer de dochters in hun bedje liggen, ruimt de ene moeder de keuken verder op, zet de afwas/brood/wasmachine aan en noteert op haar lijstje dat ze nieuwe schuursponsjes moet kopen. Terwijl de andere moeder nog even boven blijft, want ja, daar is een dochter met een angstgedachte die enkel door een wakende moeder, zachtjes ruggewrijvend, kan worden verslaan. 

De ene moeder leest het boek waarvan een vriendin zei: jij gaat dit geweldig vinden, en ze stuurt een berichtje, je kent me zo goed, ik voel me gezien. De andere moeder doet nog even iets anders, iets met haar eigen handen, iets creatief, ze komt eindelijk eens uit dat hoofd van haar.

En vlak voor het slapengaan, word ik dan weer één. 

Moe van het dubbel zijn, enkelvoudig in bed. 

Met een moederhart dat amper in dat bed past. Al past een kind met slechte dromen er altijd nog bij.

Dat is de ene week.

In de andere week, ben ik gewoon. 

Gewoon een moeder die haar dochters mist, en zich leeg voelt in het huis, of is het huis leeg, dat valt niet te onderscheiden.  Ik vraag me af hoe hun dag was, ik hoop dat er vandaag iemand was, voor hun pijntjes, verdrietjes, akkefietjes. Ik ruik even aan hun beslapen lakens, ik fantaseer het geluid van blote voetjes op de trap. Ik weet met mijn moederen geen blijf. Het moederen hangt te los en te wijd om mijn lijf. 

Ik probeer dan om meer tijd te nemen. Om ook een leuk lief te zijn, een fijne vriendin, een goede collega. En er is meer ruimte om ook zelf een dochter te zijn, een dochter van mijn moeder, en van mijn vader die er nu zo lang niet meer is, maar zijn dochter blijf ik, en dat vraagt soms tijd en veel gedachten. 

De week lijkt verdubbeld te zijn in tijd, maar dan zijn ze eindelijk weer daar. En weer wil ik twee moeders zijn. De ene moeder knuffelt lang en uitgebreid, de andere moeder borstelt voorzichtig lange blonde haren.