Het is een non-fictie boek zoals ik het graag lees: een wetenschapper vat heel veel kennis samen in begrijpbare taal, bovendien met een goed opgebouwd verhaal en wat humor. Het ietwat belerende toontje (dat zal ik je nu eens uitleggen…) nam ik voor lief.
De eerste hoofdstukken vond ik boeiend: wat is angst precies? Ik heb veel geleerd, ik heb er een schrift bijgenomen omdat ik nota’s wou maken. Het boek geeft veel voorbeelden van allerlei experimenten bij mensen en dieren die inzicht geven over hoe angst ontstaat en wat er net gebeurt wanneer je bang wordt. Als er iets wordt verteld over angstpatiënten (hun angst is zo groot en intens dat normaal functioneren niet meer lukt), dan is dat vol mededogen, dat ontroerde me soms.
Het hoofdstuk over metaforen was verrassend en uiterst interessant. Het gaat over hoe metaforen angst (of andere gevoelens) in de hand kunnen werken. Een citaat:
Misschien is dit het beste advies dat ik je kan geven: als je een metafoor opmerkt, zoek er dan zelf een andere. Eentje die een andere kant belicht. En ga na wat die met je doet - hoe je anders gaat denken over het probleem, hoe je misschien andere oplossingen begint te zien. Zo heeft de Britse cancer society tien jaar geleden beslist om de beeldspraak 'strijd tegen kanker' te laten vallen omdat ze patiënten stigmatiseert die uitbehandeld zijn en het gevecht 'verloren hebben'. In plaats daarvan stellen ze de metafoor van een reis voor. Zo stond in het overlijdensbericht van acteur Roger Rees: He passed away... at his home in New York City, after a brief journey with cancer. Geen battle, geen strijd, gewoon: een reis. Dit opent nieuwe mogelijkheden om een kankerpatiënt bij te staan, meer dan het schouder aan schouder vechten tot je erbij neervalt. Een reis is anders: je kan samen uit het raam kijken en het leven overschouwen, samen waardevolle momenten koesteren. Voel je wat een metafoor kan doen?
Bij het slothoofdstuk is de insteek erg sociologisch. Ik had al langer een wrang gevoel bij de meningen van Dirk De Wachter en Paul Verhaege. Ik heb enkel interviews en korte stukken van hen gelezen, een boek trok me niet aan. Ik wist niet goed waarom en ik vertrek ongetwijfeld vanuit enkele vooroordelen over hun werk. Maar dit boek gaf me een reden om deze onheilspredikers niet zomaar te volgen, om niet zomaar mee te gaan in het verhaal dat we onze eigen ondergang aan het creëren zijn, dat we steeds banger worden ondanks onze welvaart, dat onze manier van samenleven gedoemd is. Er zijn namelijk heel wat studies die een ander beeld laten zien van onze maatschappij. Spoiler: het is helemaal niet zo dat er steeds meer diagnoses zijn rond depressie en angst. De toename kan verklaard worden doordat we gewoon met meer mensen zijn en doordat we ouder worden (en deze klachten zich ook typisch op latere leeftijd manifesteren, vergeet niet dat onze levensverwachting de voorbije jaren echt spectaculair gestegen is). Daarover stond onlangs ook een artikel in DeMorgen, dat een goede samenvatting gaf die ingaat tegen het beeld dat we ons allemaal kapot werken en elkaar depressies injagen. Dat artikel overlapt wat met dit boek, maar houdt ook andere zaken zoals anorexia tegen het licht. Als je het artikel interessant vindt, moet je zeker dit boek lezen.
Dit boek doet me nog meer geloven dat het anders zou kunnen zijn, met minder dramatische cijfers. Geloof me, die blik is niet makkelijk want ik heb me pijnlijk en vol frustratie door een paar wachtlijsten heen moeten wringen om goede mentale zorg te kunnen krijgen, dus het lijkt alsof er inderdaad veel meer mensen met een ernstige depressie of andere aandoeningen zijn.
Vervliet gaat in zijn boek een stapje verder door ook naar een andere belangrijke factor te kijken, namelijk hoe mensen kijken naar hun eigen toekomst en die van de wereld. Zijn ze hoopvol of pessimistisch? Hiervoor haalt hij inzichten uit een boek van Marc Elchardus (insert plotse heimwee naar de hoorcolleges op de VUB…) En wat blijkt, die positieve of negatieve bril waarmee we naar de toekomst kijken is sterk gerelateerd aan aan angst- en depressieklachten. Optimisme en geloof in maatschappelijke vooruitgang kunnen ons net beschermen tegen mentale klachten. Dus, zo concludeert Vervliet, die onheilsverhalen zijn niet zo onschuldig, ze dragen bij aan maatschappelijk pessimisme en kunnen individuele gevoelens van angst en depressie net in de hand werken…
Wow.
Dat moet ik even laten bezinken.
Ik hoop vooral dat de discussie verder gaat en dat we het doembeeld van een samenleving vol depressievelingen in vraag blijven stellen. Zelfs al zit ik nu middenin in de realiteit van een ernstige stemmingsstoornis. Zeker nu.
Ps: ik heb enorm veel audioboeken geluisterd de voorbije maanden, vaak tijdens wandelingen, deze dagen ook gewoon liggend op bed of in bad. Dit is het eerste boek dat ik terug las op e-reader. Het eerste e-boek ook dat ik leende via de bib trouwens, nu de Antwerpse bibliotheken eindelijk meedoen met het e-boekenproject. Ik vond het boek echter zo goed dat ik het ook in mijn boekenkast wil hebben, om af en toe naar terug te grijpen.
En dat ik terug kan lezen op mijn reis, stelt me vooral gerust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten