mijn allerliefste witte kopje
van heerlijk standaard porselein
U blinkt niet, bent heerlijk wit,
mat, hoe kan u zo doordrongen
van alledaags- en doordeweeksheid zijn?
oh wat bent u niet uniek
in eeuwige stapels, torens
nietszeggend en onpersoonlijk
en altijd belachelijk te klein
o mijn liefste kopje
nooit kan er van u te veel zijn
U heeft een absoluut storend gewicht
een heerlijke absurde zwaarte
U bent ongeëvenaard
het minst geschikte recipiënt
oh vaal scharminkel dat u bent
uw geluid, uw gekling, gekletter
voor mijn oren een lieve last
ik wil u met zo’n belachelijk schoteltje
een lepeltje dat daar natuurlijk niet op past
maar vooral, mijn kopje
wat hou ik van uw oor
te klein voor elke vinger
maar dat is opzettelijk, ik heb u door
want u past ook helemaal niet lekker
in de palm van mijn hand
want onderaan, dat perfect irritante randje,
wat is drinken uit u plezant
ik neem u tussen mijn lippen
ik lik, ik zuig aan u
waarom was ik u zo lang ontrouw
met omhooggevallen mokken
u bent alles
niets lijkt aan u te kloppen
mijn allerliefste kopje
ik wil bij u blijven op dit kamp
u bent mijn favoriete flopje