donderdag 23 maart 2017

Hoe ze danst.





Hoe ze naar me toe rent als ik haar ophaal na een lange dag. Hoe ze een toneelvoorstelling naspeelt met ingebeelde rekwisieten. Hoe ze mij een workshop dans geeft, exact met de bewegingen en instructies die zij net heeft gekregen. Hoe ze nooit zwijgt. Hoe ze kijkt als haar vader haar iets wijsmaakt en ze hem doorheeft. Hoe ze twijfelt over voorlezen uit het ene of het andere boek. Hoe ze vals zingt en geen enkele liedjestekst kan onthouden. Hoe ze geniet van een massage en hiervoor nauwkeurige instructies geeft. Hoe ze altijd nieuw argumenten vindt en niet opgeeft. Hoe ze lacht. Hoe ze haar zus aan het lachen krijgt. Hoe ze tot rust komt in mijn armen na een drama dat er geen was, natuurlijk niet. Hoe ze zo klein is, nog te klein om iets van de wereld te begrijpen. Hoe groot ze is. Hoe ze woorden gebruikt zoals 'daarentegen' of 'bancontact'. Hoe ze luistert als we haar een verhaal vertellen. Hoe ze met lange tanden kan eten. Hoe ze dan weer niet en dan weer wel van nootjes houdt. Hoe ze met haar grootouders praat. Hoe ze talen verzint, werelden. Hoe ze zich zorgen maakt. Hoe ze haar weerstand laat gaan en toch troost zoekt. Hoe ze elk gesprek volgt en alles wil weten. Hoe ze zichzelf tegen het hoofd slaat als ze zich heeft vergist en in lachen uitbarst. Hoe ze zo slecht kan liegen. Hoe mooi ze is in die ene jurk. Hoe ze straalt. Hoe ze treuzelt. Hoe ze oneindig traag haar schoenen aantrekt. Hoe ze zegt dat iets saai is. Hoe ze zegt dat iets super leuk is. Hoe ze trots is op haar knutselwerk. Hoe ze bezorgd is, voor iedereen. Hoe ze soms iets zegt over Opa Jo. Hoe ze het weerbericht letterlijk herhaalt. Hoe ze me corrigeert als ik iets fout zeg. Hoe ze kan lonken naar iets maar het niet durft te vragen. Hoe ze probeert te fluiten. Hoe ze weer op haar fiets kruipt na de zoveelste val. Hoe ze altijd iets wil proeven in de supermarkt en het dan niet lust. Hoe ze balletjes rolt, met haar kleine keukenschort aan. Hoe ze haar vingers aflikt. Hoe ze haar Vriendemans tegen zich aandrukt. Hoe ze 's ochtends traag uit haar slaap komt. Hoe ze kijkt als haar zusje haar naam zegt. Hoe ze ons nadoet. Hoe ze in bad koffiebar met me speelt en een 'macato met veel melk' voor me maakt. Hoe ze beweert dat ze kan lezen. Hoe ze slaapt.

Oh, hoe ze slaapt.

zondag 12 maart 2017

Wat me motiveert om te lopen

Het is waar: achteraf voel je je zo goed. Fysiek, want dat doet deugd aan je lijf. En in je hoofd, want je bent fier op jezelf.
Maar ik schijn dat allemaal te vergeten elke keer, dus moeten er andere dingen zijn die mij motiveren.

  • Muziek
Er zijn mensen die met muziek lopen, en er zijn mensen die zonder muziek lopen. Ik behoor tot de eerste categorie en vind lopen zonder muziek maar saai.
Ik maak afspeellijsten in Spotify en ik luister een uurtje naar muziek. Dat is iets waar ik anders niet toe kom. Vroeger was me-time voor mij een loos begrip, nu ben ik zo blij met dat uurtje alleen-mij.
Het lijstje van januari ben ik nog niet beu gehoord (ook wat minder gelopen).
Maar hierbij mijn all-time favourites, nogal eclectisch bij elkaar:
Bonobo - Cirrus (al is 'Kerala' ook een topper)
Melania Di Biasio/Gilles Peterson - I'm gonna leave you
Nonkeen - Chasing God Through Palmyra (moest dat nummer niet eindigen, ik zou blijven lopen)
DJ Shadow - Organ Donor (ik wissel al eens van versie)
Goose - Falling (om eens kei hard te gaan)
Digitalism -Zdarlight
Steve Reich - Eight Lines (16 minuten... soms loop ik alleen op Reich. Heerlijk.)
Shye Bezn Tur, Jhonny Greenwood,The Rajasthan Express - Junun (ontdekt via Spotify, wat een waanzin)

  • Michiel
Ik kan iedereen een man zoals Michiel aanraden. Hij pusht me niet echt, maar kan zo rustig en bescheiden zeggen 'ga toch maar lopen', dat ik braafjes mijn sportschoenen ga halen.

  • De goede uitrusting 
Ik heb fancy loopschoenen gekocht in een speciaalzaak. Ik heb een speciale sport-hoofdtelefoon want ik kan geen oortjes verdragen. En ik heb wat goedkope kledij van Decathlon. Dit alles blijkt een zeer goede investering en als je de kost per minuut zou uitrekenen, valt dat geweldig mee. En het maakt een verschil: lopen in comfort.

  • Mijn lijf
Sinds enige tijd loop ik met minder kilo's rond mijn lijf.  Ik stel me soms een rugzak voor met 9 kilo erin. 9 kilo suiker dan, of 9 kilo boter. Het zou een hel zijn om daarmee te lopen, dus ja, ik voel veel verschil. Ik probeer me elke looptour bewust te zijn van dat veranderde lijf. Het is mede dankzij het lopen dat ik eindelijk wat kilo's ben kwijtgeraakt, maar het is ook dankzij dat betere lijf dat ik blijf lopen.

  • Afwisseling
Zo liep ik onlangs van Berchem naar Deurne en deed ik nog een extra toertje in het Rivierenhof.
Of op zondag (andere dagen zijn niet mogelijk wegens te veel fijn stof) een tour die begint aan onze voordeur en langs drie parken gaat (Wolvenberg- Brilschans-Nachtegalenpark). En vandaag was het heerlijk in het Middelheim, met mijn liefstekes die mee fietsten. En dan in de zon nagenieten aan de speeltuin...
Afwisseling in tempo, intervaltrainingen dus, zou ook helpen. Misschien dat ik dat eens moet inbouwen, gecombineerd met muziek.

  • Het weer

Oh, wat was het heerlijk deze ochtend. Die lente-zon! Ik heb nog maar net een loopjasje en blinkend van trots heb ik daar al mee in de regen gelopen. Maar wat een heerlijkheid om in een ontluikend park te lopen onder een stralende zon... Elke ronde is het warmer, elke ronde is de lente dichterbij. Ik ben de winter al lopend doorgekomen, hoe goed is dat niet?

En nu we dan toch bezig zijn, wat me niet motiveert:

  • Cijfers en statistieken
Ik loop met Runtastic en dan is het fijn om te zien hoeveel ik exact gelopen heb en hoe snel. Maar daar blijft het bij. Een goeie vriendin wordt compleet zot als ze ziet dat ik een toertje heb gelopen van 9,91km. Maar kijk, dan was ik terug aan mijn fiets, dus die 90 meter kunnen me dan gestolen worden. Ook mijn tempo, dat vind ik interessant om even te bekijken, maar dan ben ik het alweer vergeten.

  • De runners high
Serieus, ik loop ondertussen echt lang. Ik heb dat nog nooit gehad. Soms kan ik genieten van het lopen tijdens het lopen, maar ik zit niet the zone. Laat me weten als jij de weg ernaar toe weet.

dinsdag 7 maart 2017

Alle clichés zijn waar.

Het is waar dat het verdriet komt en gaat en zich niet laat voorspellen, laat staan laat temmen. Soms hevig, soms heel stil, maar het komt wanneer het komt. Er is geen uitstel mogelijk voor een plots besef van het gemis. Er is geen ontsnappen, geen uitweg. Je kan helemaal niets met je verdriet, maar het verdriet kan veel met jou.

Het is waar dat het verdriet verzacht. En dan weet ik niet of ik de tijd dankbaar moet zijn. Er zijn nu een paar maanden voorbij. Geen snerpende pijn die me verlamt, maar een zeurende pijn, die me nog steeds vermoeit. Verdriet of pijn waar ik me ook aan hecht, op een of andere manier. Want ik was compleet verbaasd toen ik besefte dat ik een hele dag (echt een hele dag?) niet aan hem heb gedacht. 

Het is waar dat het moeilijk is op belangrijke dagen die vroeger niet eens zo belangrijk waren. Het is niet zo lang meer tot mijn verjaardag en nu heb ik al zware gedachten. Dat ik 33 jaar met een vader heb geleefd en er nu vele jaren zonder vader te wachten staan. Misschien wel meer dan 33 en dan zal ik ouder zijn dan hij ooit is geworden. 

Het is waar dat ik hem soms zie. In de stad, in profiel. Of onlangs nog, op de tram, een hoofd met wit haar en een korstje, wellicht zijn hoofd gestoten. Ik had er bijna mijn hand op gelegd en gevraagd hoe dat nu weer was gekomen, maar nee, hij was het niet. Natuurlijk niet. Nooit niet. Kan niet. 

Het is waar dat je hoofd soms zo vol zit van de gesprekken die je zou willen hebben. Dat ik weet wat ik zou zeggen en dan weet ik wat hij zou zeggen en dan weet ik het niet meer en dan kan ik het niet vragen, en kan hij het niet zeggen en dat kan ik dan niet verdragen. 
Ik wil weten of hij de verfilming van Sprakeloos wil zien. Ik wil vertellen over Oona, die het idee had om over elke mens op de wereld een fles olie te kappen. En dan in een grote pot, allemaal, met een deksel erop, en dan worden we popcorn. Maar wij blijven wel dicht bij elkaar, zodat we elkaar terugvinden. En ik wil Juno 'Opa Jo' leren zeggen maar ik weet niet hoe ik dat uitgelegd krijg. Ik wil deze videoclip laten zien, en mezelf luidop horen afvragen waarom dit me doet huilen en ik de clip steeds maar weer afspeel, terwijl ik het maar een matig gedicht vind en me erger aan de zanger. Het is iets met die beelden. Hij zou het vast en zeker onder woorden kunnen brengen, hij zou weten waarom. Hij zou het me kunnen zeggen. 

Het is waar dat we allemaal zo vreselijk onhandig hierover praten. Jullie, maar zeker ook ik. Jullie lezen dit bericht en weten niet goed wat ik nu wil, er wel of niet over praten en valt er wel iets over te praten en wat moet je dan zeggen en is het dan en daar wel een goed moment. En ik, die gek genoeg liever een bericht op mijn blog plaats dan te zeggen, zelfs tegen mijn liefsten, hoe ellendig ik het allemaal soms vind. Ik weet het, jullie weten het, we modderen maar wat aan en ik weet echt niet wat we anders moeten.

Het is waar dat dit verdriet met niets te vergelijken is. Je verliest maar één vader. En dat is nergens mee te vergelijken. Ook niet met een andere vader die sterft, niet met het verdriet om een andere moeder die ziek is, niet met het verdriet om een kind dat zijn plek in de wereld niet vindt. 

Alle clichés zijn waar en tegelijk is het zo uniek, al dat verdriet.

maandag 6 maart 2017

Waarom je maar beter geen vegetariër kan zijn.


  • Reizen is minder leuk
Ik ga op reis om iets te zien en om lekker te eten. Het weer, die derde factor voor een succesvolle vakantie, is voor mij minder van tel, zolang ik maar niet in een regenbui van tien dagen beland of in een extreme hittegolf. Vakantie, dat is lang ontbijten, ijsjes eten, kokkerellen op een campingvuurtje, winkelen en wat gekke dingen kopen die je niet kent, ...
Maar het is jammer, want ik mis als vegetariër gemiddeld 70% van de lokale eetcultuur. Ik at geen versgerookte zalm in de Noorse bergen. Ik liet in Uruguay al het vlees van de parilla aan mij voorbij gaan. En ik ga binnenkort de worstjes bij het Engelse ontbijt ook laten voor wat ze zijn. 
  • Je hebt weinig keuze op restaurant
Niet alleen op reis, maar ook in eigen land is de keuze op restaurant vaak beperkt tot pasta pesto of kaaskroketten. Ik eet graag pesto als die versgemaakt is en ik eet graag kaaskroketten als die versgemaakt zijn, met échte kaas enzo. Maar de ervaring (en die is statistisch significant durf ik te beweren) leert mij dat op plekken waar dit de enige vegetarische opties zijn, de kwaliteit van die pesto en kaaskroketten het supermarktniveau niet overtreft. En er zijn natuurlijk ook veel goede restaurants, waar je als vegetariër je duimen en vingers kan aflikken (al hinkt Antwerpen op dat vlak vaak achter op Gent), ik beland toch vaak in horecazaken met een vreselijke kaart. Omdat je niet al te moeilijk wil doen met een groep vrienden. Omdat je bij een hele sauna-dag niet even het complex verlaat in je badjas om ergens lekker te eten. Omdat je hongerige kinderen meezeult en dat ene restaurant al wél open is om 18u.
  • Je moet altijd je mening geven
Ik heb lang de stelregel gehad dat ik niet praat over vegetarisme als ik aan het eten ben. Zogezegd om niemand zijn smaak te bederven, maar vaak ook omdat het onderwerp dan werd gemeden en na het eten alweer verdwenen was. Héhé. Soms loop ik over van bekeringsdrang (en zou ik mijn mening netjes willen afprinten en aan iedereen uitdelen). Soms wil ik met rust gelaten worden en me niet moeten verantwoorden (want ja, ik vind linzen lekker, en nee, mijn kinderen eten inderdaad ook amper vlees en ja, ik vind het doden van dieren voor voedsel onnodig en inconsequent ondanks dat ik eigenlijk helemaal geen dierenvriend ben, en ja, ik vind tofu ook smakeloos maar kan je wel vertellen hoe je dat kan fiksen en ja, ik weet dat die gepaneerde groenteburgers dikke brol zijn maar dat eet ik dan ook niet vaak en nee, met mijn bloedwaarden alles ok, dank u en nee, ik vind veganisten geen aanstellers maar lichtende voorbeelden). Ik hoop op een dag wakker te worden in een wereld waarin ik me niet elke keer moet verantwoorden voor deze keuze. Of in een wereld waar ik na mijn outing als volbloed vegetariër niet meteen wordt getaxeerd als veggie-Jehova.
  • Je mist de smaak van vlees

Er is geen enkele vleesvervanger die spekjes kan vervangen. Ook zo met gehakt. Het seitangehakt van Hobbit, is lekker, maar werkelijk niet zoals gehakt lekker kan zijn. En ook voor een schelleke salami of hesp, zijn er geen échte alternatieven.
En dan word ik geacht mijn mening te geven over dit nepvlees (veggie worsten die naar worsten smaken!), zie hierboven.
Je kan onwaarschijnlijk lekkere dingen maken met groenten alleen, en dat is zelfs niet zo heel moeilijk. Maar de smaak van vlees... vind je alleen in vlees.


  • Je krijgt soms een soort respect dat je helemaal niet wil
Knap hoor, ik zou het ook wel willen, maar ... Je hoeft me geen complimenten te geven. Ik heb niet het gevoel dat ik iets beter doe, iets waarvoor ik respect en bewondering voor verdien. Ik doe (of beter: ik eet) waar ik mij het beste bij voel. Punt. En jij hoeft je als vleeseter ook niet te verantwoorden. Zullen we dat afspreken?


  • Je redt er de wereld niet mee
Dat ene varken dat ik red, is maar een druppel op een hete plaat. En groenten en zeker soja hebben ook een ecologische impact. En dacht ik nu werkelijk dat vegetariërs gezonder zouden zijn?
En bovendien, de kindjes in Afrika hebben nog altijd honger. (En lachen is misplaatst, want het gebeurt nu en het is vreselijk, we klikken allemaal weg).


Wanneer de Dagen Zonder Vlees (ik blijf fan) voorbij zijn, zal ik misschien nog eens schrijven waarom je wél minder vlees zou moeten eten. Nu heb ik het te druk me te ergeren aan artikels in De Standaard met een compleet foute titel of een artikel in de Correspondent (Rutger Bregman, nochtans een favorietje) dat heel veel woorden vuil maakt aan iets wat je heel eenvoudig kan zeggen.

Smakelijk, of het nu veggieworst is een of een echte bloedpens.