Ik ben thuis, en thuis is voor drie weken het huis waar ik - is het al tien jaar? - alleen nog maar eet en praat maar niet meer slaap. Het huis van oma. Dat is jouw mama zegt ze trots, ze weet al zoveel van het leven.
Zij slaapt op mijn oude kamer en vindt de stoffige gorilla een beetje eng. De geknutselde Mona Lisa doet haar niets, en wat heb je aan boeken met alleen maar letters?
Waar was ik dan?
Ik zie hoe ze probeert om mij klein te zien: in de weer met Playmob niil paarden of het huis van Duplo, we hebben in de speelgoedbak ook het bad en de bedjes teruggevonden.
Ik vat de slaap niet, ik blijf denken: dit is de kamer van mijn zus. De trap kraakt, het licht bovenaan de trap neemt zijn tijd om aan te gaan, de verwarming tikt en in dit huis kan je maar beter sloefen dragen. Ik was het vergeten.
Ik laat haar voor een weekend achter bij de andere grootouders, in het huis waar haar vader klein is geweest. Ze maakt een puzzel van Mickey Mouse en staat niet stil bij het wonder hoe een oud figuur op grote bordkartonnen stukken, meer dan twintig jaar later springlevend is. In haar wereld spreekt Mickey Mouse Spaans en belt hij met een GSM om Donald Duck te helpen, zo veel verschil is dat allemaal niet.
En ik vraag me af hoe hij daar heeft gezeten, op die vreemde kindermanier met dubbelgevouwen beentjes plat op de grond, geconcentreerd op zoek naar een stuk met de oren van Mickey.
Waar was ik dan?
Ik begrijp haar vraag steeds beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten