zondag 24 februari 2013

40 dagen zonder weggooien

Al mijn dagen zijn zonder vlees. Ik kan nog wel wat extra inspanningen doen met vis uiteraard. Maar ik dacht aan deze periode voor nog een laatste voornemen: minder eten weggooien.

We gooien blijkbaar 89 kilo weg per jaar, ok, dat is niet allemaal rechtstreeks, maar ik schaam me toch over wat ik allemaal weggooi. Sinds het begin van de vasten (want daar komen die 40 dagen van hé, ketters!) noteer ik dus wat ik allemaal weggooi. Niet teveel zever over een druppel op een hete plaat enzo, ik vind het gewoon niet ok, het gemak waarmee ik iets in de vuilbak kieper.

Het voorlopige lijstje:

  • een stukje beschimelde kaas
  • een restje soep (de rest ingevroren, maar het kon niet meer bij in het potje) 
  • een restje appelmoes 
  • een restje komkommersla en verse kaas ( we waren in Keulen en hadden geen zin in uitlopen potjes in de rugzak 
  • een homp compleet hard stokbrood 
  • een pistolet
  • twee verse lasagnevellen vergeten werden in de koelkast
  • wat restjes op mijn bord op restaurant (groenten die iets te knapperig waren)
  • vijf vervallen pitabroodjes
  • een restje veggie broodsmeersel 
Het valt nog mee, maar ik vrees voor de lijst na veertig dagen. Wie doet er mee?


Kijk ook naar de Koppen reportage



donderdag 14 februari 2013

de amateur



Begin mei speel ik dus de voorstelling 'Pigment' in het kader van de week van de amateurkunsten.
Ik vraag me af: wie is amateur?
De amateurs zijn blijkbaar zo talrijk en tof dat ze een aparte week verdienen. Een paar jaar geleden was ik via het werk op een onderzoekspresentatie van een grootschalig onderzoek naar de amateurkunsten. Ik heb daar niet alles van onthouden, wel dat er bijzonder veel mensen enige vorm van amateurkunst beoefenen (toneel, pottenbakken, fotografie, schrijven,…) al dan niet in verenigingsverband, in het DKO of gewoon op zichzelf.
In Antwerpen heeft de Week van de amateurkunsten een andere naam: het Liefhebber-festival. Is amateur dan een lelijk woord dat je beter kan mijden?  Naar wat ik me ook herinner uit datzelfde onderzoek, zijn er bij de meeste mensen helemaal geen negatieve connotaties zijn bij het woord ‘amateur’. Ik diende voor de voorstelling een subsidie-aanvraag in binnen het kader van datLiefhebber-festival (goedgekeurd, jeuj!). In het beoordelingsverslag van die aanvraag staat dat het een pluspunt is dat ik samenwerk met een professioneel kunstenaar. Marjan dus, netjes afgestuurd aan het conservatorium, top niveau (maar dat zal je zelf kunnen horen binnenkort) en probeert te leven van haar muziek. Maar wat is dan het doel van dit soort festival? Amateurs toch een niveau ‘hoger’ trekken, richting professioneel niveau? Moet ik als amateur toch streven naar professionaliteit?
Ik bén uiteraard een amateur, want niet professioneel bezig met theater en/of schrijven. En amateur zijn vind ik ook veilig, er worden toch net iets meer fouten, slordigheden geduld.

En net door met Marjan samen te werken zit deze voorstelling ook in een soort tussenlaag. Marjan stelt haar cd voor in een uitverkochte Rataplan, plant een tournee langs een aantal cultuurcentra,…Pigment speelt in zaal Zirkus, de zaal van, jawel, het Huis van de Amateurkunsten. Toch een verschil.
Een typische, maar leuke reactie na een toneelvoorstelling die we vroeger kregen bij theatergezelschap Fisk: super tof en veel beter dan sommige van die professionele voorstellingen. Bedankt voor het compliment, maar eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Er wordt verschrikkelijk veel gemaakt in Vlaanderen en niet alles is even goed, en, nog belangrijker, komt overeen met je persoonlijke smaak. Bovendien blijven herinneringen aan heel slechte voorstellingen soms ook heel lang hangen. Dus zo’n verdienste om beter te doen dan enkele professionele voorstellingen is het niet. Wie vaak een kijkje neemt in het professionele circuit zal zien dat er zoveel dingen zó ongelofelijk goed zijn.Het spel van Abke Haring. De scènebeelden van Chokri Ben Chika. De theaterteksten van Tom Lanoye. Dan kan ik alleen maar besluiten dat ik inderdaad een amateur ben, louter door een verschil in kwaliteitsniveau.


Maar als ik dan in HUMO lees op welke manier Tom Lenaerts en Tom Van Dyck maanden werken aan hun tv-serie ‘met man en macht’, dan word ik gezond jaloers. Ze prutsen aan elk woord, elk detail, tot het 1000% juist zit. Ze hangen A4’tjes op met uitgewerkte profielen per personage, werken dagen en dagen aan één aflevering… Oefenen de zinnen, puzzelen en schaven. Die luxe zou ik natuurlijk ook wel willen. En tegelijk denk ik dat ik daar niet voor ben gemaakt. Dat ik veel meer plezier zoek in mijn amateuristisch gepruts dan in professioneel geschaaf onder druk.  

Genoeg, deze amateur gaat aan het werk, er moet nog een voorstelling worden geschreven.

Gezien: Goose

En het was geweldig.
Kijk anders zelf.
Een uur en twintig minuten tijd?



Fantastisch gegeten bij Kika trouwens op 100 meter van de AB.

zondag 3 februari 2013

Gezien: flutdans en topjazz

Opa komt babysitten op zijn zieke kleindochter, nestelt zich met Mr Gwyn op de zetel (prima idee, dat vond ook hij achteraf). Ik eet nog iets met een vriendin (we proberen althans te eten tussen het praten door) en haasten ons naar deSingel. De openingsscène van Yes, we can't was grappig. Ik denk dat ik ooit nog al eens iets gezien heb van William Forsythe, maar het is toch niet helemaal bijgebleven. En dat zal ook deze voorstelling niet doen. Want die openingsscène blijft duren en dan komt er een langdradige uitleg over het het mislukken van de scène, dat ze het opnieuw zouden willen proberen, maar dat dat onmogelijk is enzo verder. Alle dansers (het zijn er veel) zijn met enthousiasme in de verkleedkoffer gedoken en maken dansachtige bewegingen. Maar wat een saaiheid. Het gaat nergens naartoe, komt nergens vandaan. Alle vooroordelen over dans worden waarheid, al heb ik me even verzet. Dan dansabonnement van deSingel was een eenmalig ding denk ik.

Vrijdag ons cultuurpeil weer aangevuld met een topper: de Marjan Van Rompay groep. Wat een heerlijk optreden. Per ongeluk geen kaarten gekocht, maar we konden er nog net bij in de Rataplan, fijn om daar nog eens te komen trouwens. En Marjan speelt zó mooi altsax. Het eerste nummer was er meteen pal op, ik was helemaal mee, meteen. De pianist doet wonderlijke dingen, de drummer goochelt met alles wat hij in huis heeft, zonder ooit te willen opvallen, en de bas, de bas die swingt. Alle vooroordelen voor jazz sneuvelen hier. Een heerlijk toegankelijk concert met kleine uitstapjes, maar vol verrassingen. Er hangt liefde in de lucht, hier wordt de wereld, het leven, de muziek graag gezien. Later komt er nog een zangeres bij en het niveau ligt duizelingwekkend hoog. Luister zelf.



Met Marjan werk ik aan een nieuw toneelproject en het duizelt me nu al. Wat een eer om met zo'n prachtmadam te mogen samenwerken. En ik begrijp ook waarom het klikt tussen ons: Marjan wil net als ik verhalen vertellen. Zij  heeft noten, ik heb woorden. En met die combinatie gaan wij iets doen. Nog een dikke drie maanden. Dat is niet zo lang meer. En intussen mag ik met haar repeteren. Het zal weer feest zijn, dinsdag. Kom je kijken?