Begin mei speel ik dus de voorstelling 'Pigment' in het
kader van de week van de amateurkunsten.
Ik vraag me af: wie is amateur?
De amateurs zijn blijkbaar zo talrijk en tof dat ze een
aparte week verdienen. Een paar jaar geleden was ik via het werk op een
onderzoekspresentatie van een grootschalig onderzoek naar de amateurkunsten. Ik
heb daar niet alles van onthouden, wel dat er bijzonder veel mensen enige vorm
van amateurkunst beoefenen (toneel, pottenbakken, fotografie, schrijven,…) al
dan niet in verenigingsverband, in het DKO of gewoon op zichzelf.
In Antwerpen heeft de Week van de amateurkunsten een andere naam:
het Liefhebber-festival. Is amateur dan een lelijk woord dat je beter kan mijden? Naar wat ik me ook herinner uit datzelfde
onderzoek, zijn er bij de meeste mensen helemaal geen negatieve connotaties
zijn bij het woord ‘amateur’. Ik diende voor de voorstelling een subsidie-aanvraag in
binnen het kader van datLiefhebber-festival (goedgekeurd, jeuj!). In het
beoordelingsverslag van die aanvraag staat dat het een pluspunt is dat ik
samenwerk met een professioneel kunstenaar. Marjan dus, netjes afgestuurd aan
het conservatorium, top niveau (maar dat zal je zelf kunnen horen
binnenkort) en probeert te leven van haar muziek. Maar wat is dan het doel van dit soort festival? Amateurs toch een
niveau ‘hoger’ trekken, richting professioneel niveau? Moet ik als amateur toch
streven naar professionaliteit?
Ik bén uiteraard een amateur, want niet professioneel bezig
met theater en/of schrijven. En amateur zijn vind ik ook veilig, er worden toch net
iets meer fouten, slordigheden geduld.
En net door met Marjan samen te werken zit deze voorstelling
ook in een soort tussenlaag. Marjan stelt haar cd voor in een uitverkochte
Rataplan, plant een tournee langs een aantal cultuurcentra,…Pigment speelt in zaal Zirkus, de zaal van, jawel, het Huis van de Amateurkunsten. Toch een verschil.
Een typische, maar leuke reactie na een toneelvoorstelling
die we vroeger kregen bij theatergezelschap Fisk: super tof en veel beter dan sommige van die professionele
voorstellingen. Bedankt voor het compliment, maar eigenlijk is dat niet zo
moeilijk. Er wordt verschrikkelijk veel gemaakt in Vlaanderen en niet alles is
even goed, en, nog belangrijker, komt overeen met je persoonlijke smaak. Bovendien
blijven herinneringen aan heel slechte voorstellingen soms ook heel lang
hangen. Dus zo’n verdienste om beter te doen dan enkele professionele voorstellingen is het niet. Wie vaak een
kijkje neemt in het professionele circuit zal zien dat er zoveel dingen zó
ongelofelijk goed zijn.Het spel van Abke Haring. De scènebeelden van Chokri Ben
Chika. De theaterteksten van Tom Lanoye. Dan kan ik alleen maar besluiten dat ik inderdaad een amateur ben, louter door een verschil in kwaliteitsniveau.
Maar als ik dan in HUMO lees op welke manier Tom Lenaerts en
Tom Van Dyck maanden werken aan hun tv-serie ‘met man en macht’, dan word ik
gezond jaloers. Ze prutsen aan elk woord, elk detail, tot het 1000% juist zit.
Ze hangen A4’tjes op met uitgewerkte profielen per personage, werken dagen en
dagen aan één aflevering… Oefenen de zinnen, puzzelen en schaven. Die luxe zou
ik natuurlijk ook wel willen. En tegelijk denk ik dat ik daar niet voor ben
gemaakt. Dat ik veel meer plezier zoek in mijn amateuristisch gepruts dan in professioneel geschaaf onder druk.
Genoeg, deze amateur gaat aan het werk, er moet nog een
voorstelling worden geschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten