donderdag 25 oktober 2012

Au

Ik fiets met een hoofd vol gedachten in de schemering. Ik trap goed door om in het ritme van mijn gedachten te blijven. Het is misschien korter hier links, ik sla af en kijk. Te laat.
Ik lig op de grond, onder mijn fiets, mijn wiel draait door en ook het wiel van zijn fiets. We kijken elkaar geschrokken aan. We krabbelen recht. Gaat het zeggen we tegelijkertijd en we voelen allebei aan onze knieën. Sorry, ik had mijn arm niet uitgestoken, ik had te laat bedacht dat. Sorry, zegt hij, ik kwam zo snel, ik had niet gezien dat.  Hij is niet ouder dan zeventien. Zijn fiets is zwart. Sportief model. De ketting hangt eraf. Een vrouw opent een deur, steekt haar hoofd naar buiten, knijpt met haar vrije hand haar blouse toe tegen haar hals en vraagt of het gaat. Het gaat, zeggen we weer tegelijkertijd. Ik raap mijn spullen van de grond. Ik draai mijn stuur recht. En we staren even naar elkaar. Ben je zeker. Ja. Sorry. Nee, ik sorry. Ok. Jaja, het gaat. Mijn knie is dik. Mijn elleboog klopt. Mijn kleedje is gescheurd. En ik kan alleen maar denken, wat als het nu geen fiets was geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten