De bus lijkt niet te komen. Niemand spreekt Engels. Een blonde vrouw probeert 'betje Nederlands miskien?'. Ze lacht, de bus zal wel komen, over 10 minuten. Ze werkt in Delft. We durven niet te vragen wat haar beroep is. Haar haren zijn blond zoals haren blond waren vijftien jaar geleden. Haarkleurmiddelen van goedkope merken doen het nu zelfs beter dan dit. Het is het blond van marina's en Poolse poetsvrouwen. Ik zucht om het cliché.Ze zijn niet vriendelijk, de Polen. Ze zijn stug. Tot je met je tent naast hen staat en Oona schattig lacht en waait. Dan gebruiken ze hun woordenschat van twintig Engelse woorden en krijgen we een glaasje wodka.
De man met de roze zwemslip heeft zich afgedroogd en heeft postgevat aan zijn tafeltje. Klaar om de dag toe te lachen. We huren een kayak en varen naar de overkant van het meer. Oona is niet tevreden met de beperkte bewegingsruimte en een veel te grote zwemvest, dus we slepen de kayak aan land, bezoeken een stom kasteel en zetten ons op een terras. Naast ons zit een Pools koppel en we voelen meteen dat de eerste opmerking over Oona (what a cutie, look, how old is she?) zal uitmonden in een gesprek. Zij: blond, dure oorbellen, grote zonnebril, opgemaakt, stijlvol gekleed, neus in de lucht, spreekt goed Engels. Hij: op weg om eten en drinken te bestellen, polohemd dat zijn buik moet verbergen en opvallende grijze haren. Zij voert het woord en is als Poolse muzikante die de wereld afreist in een orkest blij dat we Polen bezoeken en vooral, dat we reizen met zo'n kleine meid. Haar enthousiasme neemt wat af als ze hoort dat we kamperen, en dus geen tips willen voor een 5sterrenhotel in Gdansk, waar we later die week naartoe zullen reizen. Michiel kan het niet laten om kort iets te zeggen over de prachtige natuur, daar in het Wigry nationaal park, en in het Biebrza nationaal park, onze vorige stop. Ze knikt kort en beslist plots om haar bier snel leeg te drinken en dat haar echtgenoot het restje deegbal-met-vlees vlug vlug moet binnenspelen. Zij zien een kasteel in een natuurgebied. Wij zien een natuurgebied met een kasteel erin.
Als we de dag erna rond het meer fietsen, tussen regenbuien door, is het kasteel mooier van ver dan van dichtbij. Het water rimpelt en zon glinstert tussen regenbuien door. Oona wijst naar ganzen en vogels en geniet van bosbessen. De fiets (met maar 3 werkende vitessen, een halve rem en zadel en kader dat niet overeenkomt met Michiel zijn postuur) is het perfecte vervoermiddel: we gaan snel genoeg om veel te zien, en traag genoeg om íets te zien.
In het Biebrza Nationaal Park hadden we een ander vervoermiddel op het oog: een luchtballon. Op die manier zou die prachtige meanderende rivier (de Biebrza) zich optimaal aan ons tonen. Maar dat ging helaas niet door. Het is misschien fijn om een droom over te houden voor later, maar het voelt als een teleurstelling. Als alternatief stonden we om 4u30 (dat is belachelijk vroeg, en toch, daar was al de zon) en trokken we in het bos langs de rivier en haar moeras om beesten te zien. Dieren, want muggen en dazen zagen we genoeg en zijn van een andere categorie. We hadden een jongeman van het park aangesproken, ik vroeg me af wat het Poolse woord voor ranger zou zijn. Het is vast en zeker een woord dat hem ideaal past, zoals het beige hemd, de beige broek en de stevige schoenen. Hij wou ons die maandag wel gidsen, en vooral, ons met de auto in alle vroegte naar het centrum van het park brengen, maar toen wat het zondag en kon het plots niet meer. Zonder lift, te voet dan maar, want fietsen huren in een Pools boerengat om 4u in de ochtend, dat lukt niet. Het is een saaie wandeling in een prachtig bos. We zijn stil, we willen dieren zien en mijn gedachten razen aan topsnelheid door mijn hoofd. Ik zucht over de interesses van Michiel (biologie), denk teveel aan het werk (en de wifi die er niet is en de mailbox die ik toch even zou willen openen), en wordt ondertussen opgegeten door muggen en dazen. Mijn kuiten staan nog vol van onze vorige wandeling in dit moeras, dikke rode bulten, die warm aanvoelen. Maar daar is dan een eland. En nog een. En edelherten. En Oona geniet van een stuk peperkoek.
Het leven is eenvoudig in een Pools moeras met een opkomende zon. Een paar uur later komt de vrolijke man van zijn tafeltje en wuift ons uit.