donderdag 30 augustus 2012

Reisverhaal Polen

De glimlach van de Poolse man is groter dan zijn zwemslip. Die is nochtans in het roze, een museumstuk uit de jaren '80 met wat felgekleurde strepen op. Maar de glimlach gaat van oor tot oor over een diep gerimpeld gezicht met vrolijke ogen. Hij heeft een klein tafeltje - met tafellakentje - naast de deur van het gebouw gezet en kijkt dan uit over de aanlegsteiger, het meer, de eenden en de ganzen, de zon. Hij zit daar en lacht. Lacht met de mensen, lacht met het leven. Geen woord Engels spreekt hij, maar we voelden ons toch welkom. Het is zeven uur 's ochtends en hij plonst in het meer. Een man van zeventig die plonst in een meer met een roze zwemslip, maar met een ietwat afgetraind lichaam. We gokken erop dat hij dat iedere dag doet, ook als er geen zon is en de eenden bibberen van de kou. Wij zitten voor onze tent en eten verloren brood. In de kleine winkel van het dorp waren de lekkere broodjes op. Gelukkig vond de winkeldame nog een brood, melk en wat eieren. Oona smult, wij smelten van haar tevredenheid. Haar handje omklemt de vork en ze prikt stukjes brood. Maar ze heeft het druk want ook de eenden vragen haar aandacht en de Poolse man in zijn roze zwembroek.



Vandaag zwemt hij niet alleen, hij heeft een vriend, kennis, wie zal het zeggen, als bondgenoot. In één van de appartementen van het gebouw logeren dames (iets jonger dan de goedlachse Pool, iets ouder dan zijn bondgenoot) en ze hebben postgevat op het terras. Er wordt wat heen en weer geroepen in het Pools, de mannen plonsen verder. Ze plonsen echt, het is geen zwemmen. Hoofd onder, hoofd boven. Drijven op buik en rug. Ik vraag me af wat ze zeggen. Misschien hebben ze het over het verjaardagsfeestje van dag voordien. Op de tafeltjes aan de bar stonden plots allemaal schotels met eten (dat er beter uitzag dan wat wij hadden mogen proeven van de Poolse keuken de voorbije weken) en toen werd er gezongen. Iets van Nolat, nolat,..en vervolgens Happi Birsday to you. Onze tent staat eenzaam op het grasplein tussen het appartementsgebouwtje en het meer, en we horen de hele avond gezelligheid.

De bus lijkt niet te komen. Niemand spreekt Engels. Een blonde vrouw probeert 'betje Nederlands miskien?'. Ze lacht, de bus zal wel komen, over 10 minuten. Ze werkt in Delft. We durven niet te vragen wat haar beroep is. Haar haren zijn blond zoals haren blond waren vijftien jaar geleden. Haarkleurmiddelen van goedkope merken doen het nu zelfs beter dan dit. Het is het blond van marina's en Poolse poetsvrouwen. Ik zucht om het cliché.Ze zijn niet vriendelijk, de Polen. Ze zijn stug. Tot je met je tent naast hen staat en Oona schattig lacht en waait. Dan gebruiken ze hun woordenschat van twintig Engelse woorden en krijgen we een glaasje wodka.

De man met de roze zwemslip heeft zich afgedroogd en heeft postgevat aan zijn tafeltje. Klaar om de dag toe te lachen. We huren een kayak en varen naar de overkant van het meer. Oona is niet tevreden met de beperkte bewegingsruimte en een veel te grote zwemvest, dus we slepen de kayak aan land, bezoeken een stom kasteel en zetten ons op een terras. Naast ons zit een Pools koppel en we voelen meteen dat de eerste opmerking over Oona (what a cutie, look, how old is she?) zal uitmonden in een gesprek. Zij: blond, dure oorbellen, grote zonnebril, opgemaakt, stijlvol gekleed, neus in de lucht, spreekt goed Engels. Hij: op weg om eten en drinken te bestellen, polohemd dat zijn buik moet verbergen en opvallende grijze haren. Zij voert het woord en is als Poolse muzikante die de wereld afreist in een orkest blij dat we Polen bezoeken en vooral, dat we reizen met zo'n kleine meid. Haar enthousiasme neemt wat af als ze hoort dat we kamperen, en dus geen tips willen voor een 5sterrenhotel in Gdansk, waar we later die week naartoe zullen reizen. Michiel kan het niet laten om kort iets te zeggen over de prachtige natuur, daar in het Wigry nationaal park, en in het Biebrza nationaal park, onze vorige stop. Ze knikt kort en beslist plots om haar bier snel leeg te drinken en dat haar echtgenoot het restje deegbal-met-vlees vlug vlug moet binnenspelen. Zij zien een kasteel in een natuurgebied. Wij zien een natuurgebied met een kasteel erin.

Als we de dag erna rond het meer fietsen, tussen regenbuien door, is het kasteel mooier van ver dan van dichtbij. Het water rimpelt en zon glinstert tussen regenbuien door. Oona wijst naar ganzen en vogels en geniet van bosbessen. De fiets (met maar 3 werkende vitessen, een halve rem en zadel en kader dat niet overeenkomt met Michiel zijn postuur) is het perfecte vervoermiddel: we gaan snel genoeg om veel te zien, en traag genoeg om íets te zien.

In het Biebrza Nationaal Park hadden we een ander vervoermiddel op het oog: een luchtballon. Op die manier zou die prachtige meanderende rivier (de Biebrza) zich optimaal aan ons tonen. Maar dat ging helaas niet door. Het is misschien fijn om een droom over te houden voor later, maar het voelt als een teleurstelling. Als alternatief stonden we om 4u30 (dat is belachelijk vroeg, en toch, daar was al de zon) en trokken we in het bos langs de rivier en haar moeras om beesten te zien. Dieren, want muggen en dazen zagen we genoeg en zijn van een andere categorie. We hadden een jongeman van het park aangesproken, ik vroeg me af wat het Poolse woord voor ranger zou zijn. Het is vast en zeker een woord dat hem ideaal past, zoals het beige hemd, de beige broek en de stevige schoenen. Hij wou ons die maandag wel gidsen, en vooral, ons met de auto in alle vroegte naar het centrum van het park brengen, maar toen wat het zondag en kon het plots niet meer. Zonder lift, te voet dan maar, want fietsen huren in een Pools boerengat om 4u in de ochtend, dat lukt niet. Het is een saaie wandeling in een prachtig bos. We zijn stil, we willen dieren zien en mijn gedachten razen aan topsnelheid door mijn hoofd. Ik zucht over de interesses van Michiel (biologie), denk teveel aan het werk (en de wifi die er niet is en de mailbox die ik toch even zou willen openen), en wordt ondertussen opgegeten door muggen en dazen. Mijn kuiten staan nog vol van onze vorige wandeling in dit moeras, dikke rode bulten, die warm aanvoelen. Maar daar is dan een eland. En nog een. En edelherten. En Oona geniet van een stuk peperkoek.

 Het leven is eenvoudig in een Pools moeras met een opkomende zon. Een paar uur later komt de vrolijke man van zijn tafeltje en wuift ons uit.


maandag 27 augustus 2012

Gelezen: De ongelovige Thomas heeft een punt

Een hoogtepunt deze vakantie: dit boek!


Eerst even copy/paste;
De apostel Thomas geloofde niet dat Jezus uit de dood was opgestaan. Hij eiste bewijzen. Christus nam het hem kwalijk: ‘Zalig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ Maar Thomas had een punt. Buitengewone beweringen vragen om buitengewone bewijzen. Niemand is immuun voor pseudowetenschap, bijgeloof en irrationeel denken. We leggen makkelijk valse verbanden, maken verkeerde statistische inschattingen, zijn kwetsbaar voor drogredenen en vertrouwen te veel op onze waarneming en ons geheugen. Ook intelligente mensen ontsnappen hier niet aan. Zij zijn bovendien meer bedreven in het verdedigen en rationaliseren van aantoonbaar foute overtuigingen.
In De ongelovige Thomas heeft een punt bespreken de auteurs historische en actuele denkbeelden die hun wortels vinden in drogredenen, foutieve intuïties en cognitieve valkuilen. Naast klassieke pseudowetenschappen, zoals parapsychologie, homeopathie, creationisme en psychoanalyse, passeren andere bizarre opvattingen de revue, zoals het geloof in het monster van Loch Ness, complottheorieën, telepathie, de lijkwade van Turijn, klopgeesten en mirakels. Braeckman en Boudry verduidelijken de verschillen tussen wetenschap en pseudowetenschap, tussen kritisch en onkritisch denken, en tussen zin en onzin.
Iedereen die de kwaliteit van zijn denken wil bevorderen, heeft baat bij dit boek.

Met een voorwoord van Jean Paul Van Bendegem.

Het boek is zo goed omwille van deze zin:
Niemand is immuun voor pseudowetenschap, bijgeloof en irrationeel denken.
De auteurs leggen heel goed uit hoe we vatbaar zijn voor nonsens en hoe dat de schuld is van ons brein. Niemand is dom omdat hij gelooft in homeopathie, dat is perfect begrijpelijk. Maar het is niet verstandig. En het is heftig hoor, want er passeert heel wat door de molen. Maar op zo'n goede manier. En er staan zoveel toffe voorbeelden in, echt heerlijke verhalen.

En soms is het een verschrikkelijk moeilijk boek. Wat had ik graag een vijftal colleges op de unief bijgewoond. Bij het hoofdstuk over het postmodernisme was ik het helemaal kwijt. Lacan, Beaudrillard, ik ben ze wel eens tegengekomen, maar echt begrijpen deed ik het toen niet en nu ook niet helemaal. Maar ik heb besloten dat het niet erg is omdat boeken niet weglopen en ik nog eens kan herlezen.

En dan heb ik de website www.ongelovigethomas.be nog niet bekeken... Want daar staat nog allemaal voorbeelden en aanvullingen. Herlezen dus! En u, lezen!
Want ik snak naar iemand die met mij over dit boek wil praten. Het zou zelfs leuk zijn als je het niet helemaal eens bent, als je gaten vindt in de argumentatie.

maandag 20 augustus 2012

De sweetpod draagzak

Draagdoeken, ja, ik ben fan. Ik heb Oona ongelofelijk graag gedragen in de tricot-slen. Eerst in de zogenaamde 'komma-houding', daarna rechtop, dat deed deugd voor de krampjes. Uren heeft het meisje daar geslapen. Een heerlijk gevoel voor haar en mij.

De BB-sling was nooit een succes. Dat ding sneed altijd in mijn schouder. Niet leuk voor haar en mij. De tricotti heb ik even gebruikt in het begin toen ze nog ienemiene was en dat ging natuurlijk snel, maar de tricot-slen was veel comfortabeler. Intussen is ons meisje heel gelukkig in de buggy en draag ik haar heel weinig. Met de tricot-slen op de rug krijg ik niet goed onder de knie (of onder de oksel meer bepaald). En doordat ze bijna tien kilo weegt, gaat het snel trekken aan mijn schouders.

Tijd voor alternatieven! De trekrugzak voor baby's die ik van mijn zus mocht lenen, was geen succes. Het sneed op mijn heupen, trok aan mijn schouders, en Oona schudde er vreselijk in. Ze kon echt niet slapen.
Ik had op tinternet teen en tander gelezen over de zogenaamde Soft Structure Carrier. Dat kon me wel overtuigen: kindje dicht bij mij dragen (zoals die eerste maanden, hmmm), schokvrij, met extra steun om te slapen,... Het zijn vrij dure dingen (minstens 100 euro) en mijn eerste zoektocht op tweedehands sites bracht niet veel op. Ik was telkens te laat, blijkbaar zitten er nog mensen te wachten op een buitenkansje. Maar toen zag ik op deze blog dat je dat ook zelf kon maken. Een week twijfels, en dan ben ik ervoor gegaan!
Het patroon is dus de SweetPod baby carrier. Een duidelijk patroon met getekende prentjes, ik zat één keer vast, maar de naaivriendinnetjes hebben mee gepuzzeld. En natuurlijk moet je omrekenen van inches naar centimeters. Maar dat was allemaal goed te doen.

Nu tijd voor de e-va-lu-a-tie. En die is niet helemaal positief.
Constructief beginnen: het is me wel gelukt en het is een mooi ding. Op vrij korte tijd ook eigenlijk, al heb ik wat teveel tijd verspild aan het zoeken naar alle gespen enzo. En het is echt héérlijk om Oona zo te dragen, we genieten er echt van. De heupband: dat maakt echt het verschil, ik heb het gevoel er uren mee te kunnen lopen. Het kapje dat over haar hoofdje kan is ideaal tegen de zon en heerlijk om te slapen. Ik kan het ook prima dragen op de fiets, dus zo kon Oona ook slapen, wat in een fietsstoeltje niet lukte.


 Maar die vorm, nee er kloppen een paar dingen niet. Voor Michiel past het echt niet. Ik soms ruimte tussen mijn schouders en de rugzak.
Ik kan het echt niet op de buik dragen, dan past het helemaal niet, hoewel dat wel zou moeten kunnen.Het achterstuk is veel kleiner dan het patroon, ik begrijp niet goed waar het is misgelopen. Ik denk dat ze er dus niet meer zo heel lang gaat in kunnen, omdat ze er dan kan uitzwieren.
Oona zit er heel graag in, vooral om te slapen. Tegen het einde van de reis werd ze al blij als ze de rugzak zag en legde ze haar hoofd meteen neer voor het kapje. Maar tijdens de laatste wandeling (ze had er die dag wel 4u ingezeten denk ik) had ze een bloeduitstorting op haar beentje. Zielig. Het deed precies geen pijn, maar toch. Misschien zat haar broekje dubbel ofzo, ik heb geen idee... 

Dus ofwel zoek ik nog exact uit wat er mis is en maak ik een nieuwe, ofwel koop ik er eentje. Het type draagzak is in elk geval heerlijk, dus ik moet absoluut zo'n ding in huis hebben!


4 antwerpse toppers op 48 u

Vrijdagavond half zeven: eten in de Zomerfabriek - zomer van Antwerpen
 eenvoudige penne in aangenaam gezelgschep , 't heeft mij en Oona gesmaakt. De zomerbar is nog gezelliger maar in de fabriek is 't toch ook goe zitten

Vrijdagavond halt tien: concert in het Openluchttheater Rivierenhof
Ik heb er nog een studentenjobke gedaan, wat een leuke plek toch. Concert zelf viel wat tegen (Trixie Whitley was het even kwijt, jammer, want ze heeft het)

Zaterdagochtend tien u: ontbijtje in Park Spoor Noord waar het verbazend rustig was.

Zondagochtend elf u: plonsen in de zwemvijver van het Boekenbergpark.

Wat een toffe stad toch, die van mij.