Wij gingen nog eens de natuur in. Dat wou mijn liefje graag, hij mist het soms in onze stad. Ons kleine stadstuintje doet het prima (in tegenstelling tot die grote moestuin dus), maar een buizerd of een ree valt er niet te zien. Wel in de streek van Viroinvalle. Ver rijden (vooral als je nog eens terug moet omdat je iets vergeten bent) maar het loont. Mooi daar. Rustig. Met ons schatje in de nieuwe draagzak (maar daarover later meer). Een hele middag gewandeld en geen mens tegen gekomen. Een ree wel. En een vogel die Michiel niet meteen herkende. Dus hielp Oona even mee zoeken in het vogelgidsje.
En als verrassing voor Michiel zijn verjaardag (die eigenlijk donderdag was) had ik een B&B gereserveerd. Excuseer, een chambre d'hôte, ik denk dat dat eigenlijk hetzelfde is maar dan in het Frans, niet? Enfin, in een hoekske van België, een rustig huis met een mooie kamer voor ons drie. Lekker eten ook. En een gastvrouw en gastheer. Die in een soort vreemde lat-relatie zaten waarbij ze elk hun huis hadden, naast elkaar, met een grote tuin. Zij een tuin met gras, bloemen en kruiden, hij met een boomgaard. En bij patatjes met rozemarijn, een avocadoslaatje en zelfgemaakte frambozensorbet vertelde de man over zijn passie voor appelboompjes. Oude boompjes, jonge boompjes. Alle soorten, alle rassen. Zacht gepassioneerd. Maar er viel snel iets op, deze man was niet aan het opscheppen. Dat gebeurt vaak bij mensen (mannen?) met hun passie, ze benadrukken vaak hun kennis, hun kunde en zijn pas tevreden als ze je hebben kunnen verbazen, imponeren, iets hebben kunnen bijleren. Als je hoofdje knikt. Deze man niet. Hij vertelde over het enten van een andere soort op de stam van een ouder boompje. En dat dat mislukt was. Over dat hij 80 boompjes had geplant vorig jaar. Dat hij daar in totaal 5 appelen van had. Vervelend? Nee. Hij had daar geen last van. Hij had geprobeerd. Volgende keer beter. Of ook niet. Nu had hij een abrikozenpit begraven. En had hij van horen zeggen dat hij zijn bomen moest begieten met een een aftreksel van tabak. Hij kon maar proberen, niet? Ik heb nog niet vaak iemand gezien die zo gerust was. Helemaal zen, zonder het woord zen in de mond te nemen. Want mensen die het woord zen gebruiken, zijn vaak wat enge mensen, die ergens zweven, en die vooral benadrukken hoe zij zen zijn en jij niet en dat je het maar beter snel kan worden. Nee, deze man niet. Deze man gaat elke dag kijken naar zijn appelboompjes, ziet zijn mislukkingen en loopt gewoon terug naar zijn huis. Volgende keer beter, misschien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten