Juno heeft net haar eerste boek uitgelezen. Zachtjes fluisterend de woordjes hakken en plakken, dat kleine vingertje dat aandachtig de lettertjes volgt. Ze komt me even later de korte inhoud vertellen, want ja, jij hebt dat boek niet gelezen hé, mama.
Wat is ze geweldig.
Ik noteerde de voorbije maanden nog wel wat fijne uitspraken...
- Gaan we nog eens poppertjes eten? (poffertjes)
- De mooitheid, de moeheid, de koudheid
- Dat is een een verhaal in rijmsels
- Geef mij de rapser
- Een grijze eenhoorn bestaat hé. Alle, ik bedoel, die bestaat in verzinning.
- Ik ben een vlinder! Ik zit nog in mijn konkon.
- Ik wil in de speeltuin eerst op de kakatrol
- Nonkel Jonas heeft nog een peterkind
- Dat is van hellipotter (harry potter dus)
- Het enige goeie nadeel...
- Waarom heeft een tractor een combinatie van grote en kleine wielen?
- Wat is het belangrijkste in de wereld: dat de ziekenhuizen bestaan of dat de brandweer bestaat of dat afval NIET bestaat?
- Juno, wat is die beker met centen in? O ja, dat is muntwater.
- Ik ken de weg op mijn honderd duimpjes!
- FOTVOLDORIE
- s-l-aa-p-w-e-l (hakken en plakken, weet je wel...)
En tot slot...
- Mama, in welk seizoen is de wereld begonnen?
- Wat een moeilijke vraag, schatteke.
- Maar wel een goeie vraag hé mama.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten